Ouders spelen belangrijke rol voor gedetineerde jeugdige
On 05/09/2018 by Redactie StandardHet is al langer bekend dat ouders een belangrijke rol kunnen spelen bij het voorkomen van recidive bij jeugdige delinquenten. Vaak hebben zij zelfs meer invloed dan de vriendengroep van een jongere. Psychologe Inge Simons ontwierp in samenspraak met praktijkmedewerkers in een team met andere partijen het programma ‘Gezinsgericht werken’ om ouders systematisch bij hun gedetineerde kind te betrekken.
Het gaat om jongeren in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI) die een detentiestraf uitzitten, een behandelmaatregel opgelegd hebben gekregen of in preventieve hechtenis zijn genomen.
Simons deed ook onderzoek in de implementatiefase van het programma bij enkele JJI’s. De ouders, hun praktische situatie en de relatie met hun kind verschillen steeds enorm. ‘Het komt echt aan op maatwerk’, aldus Simons.
Bellen met de ouders
Als de jeugdige aankomt in de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) waar hij of zij op last van de rechter moet verblijven, worden de ouders opgebeld. De mentor die de jeugdige toegewezen heeft gekregen legt dan het eerste contact. ‘Daar zijn de ouders meestal blij mee’, aldus Simons, ‘ook omdat sommigen niet weten waar hun kind naartoe is gebracht. In het telefoontje worden de ouders meteen uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek en voor deelname aan de activiteiten in de JJI.’ Soms laten ouders weerstand zien. Dan wordt geprobeerd te achterhalen waar hun weerstand vandaan komt en kunnen professionals vaak beter omgaan met weerstand van ouders.
Gezinstherapie
‘Het kennismakingsgesprek wordt gestart door een gedragswetenschapper om een beeld te krijgen van de houding van de ouders ten aanzien van het kind. En ook om stil te staan bij de afgelopen periode die vaak ook voor ouders intensief en mogelijk emotioneel is geweest’, vertelt Simons. ‘De jeugdige en de mentor schuiven later aan.’ Er wordt dan ook direct ingeschat of gezinstherapie zinvol is. Daarna wordt aan ouders gevraagd aan welke activiteiten in de instelling ze mee willen doen. Dat kunnen bijvoorbeeld spelletjes of sport zijn, maar ook koken of simpelweg mee-eten. Verder vullen de ouders op gezette momenten vragenlijsten in. De dynamiek tussen ouders en kind wordt in de tussentijd geobserveerd.
Het begrip ‘ouders’ lijkt daarbij eenduidig, maar blijkt dat in de praktijk lang niet altijd te zijn. Zo is er met regelmaat sprake van een eenoudergezin of van gescheiden ouders die niet op een prettige manier met elkaar in één ruimte kunnen zijn. Vaak zijn er ook extra opvoeders in beeld, zoals pleegouders, of andere belangrijke volwassenen die een opvoedende rol hebben in het leven van een jongere.
Intimiderend
Verschillende omstandigheden bepalen of de betrokkenheid van ouders ook daadwerkelijk tot stand komt. Het kan bijvoorbeeld lastig of tijdrovend voor ouders zijn om de instelling waar hun kind verblijft te bereiken. Armoede kan ook een rol spelen, bijvoorbeeld doordat de reis naar de inrichting door ouders financieel niet opgebracht kan worden. Ouders die wel een baan en een inkomen hebben, kunnen op hun beurt weer moeite hebben om de tijd te vinden om bij hun kind in de instelling te zijn. Ook emotioneel kan het lastig zijn. Een instellingsterrein met poorten, sluizen en andere strenge beveiligingsmaatregelen kunnen intimiderend zijn.
Ouderspecifiek
Ook kunnen er meer ouderspecifieke factoren zijn die een rol kunnen spelen in het welslagen van ouderbetrokkenheid. Hoe is de affectieve band tussen ouders en kind? Is er bijvoorbeeld sprake van liefde en vertrouwen? Zijn de ouders boos of teleurgesteld? Kunnen ze de situatie wel aan? Hebben ze ervaringen met andere instanties die hun betrokkenheid in de weg staan? En dan is er ook nog de ouder-kindrelatie. Is er een goede relatie of verzet het kind zich tegen de ouders? Wordt het kind gemist? Maken ouders zich zorgen? Kunnen ze ook goede eigenschappen van hun kind benoemen? Verwachtten de ouders al dat hun kind vroeg of laat in de kraag gevat zou worden of kwam dat als een volkomen verrassing?
Beëindiging detentie
Simons voerde haar onderzoek uit in de eerste twee jaar van de implementatie van Gezinsgericht werken. In die tijd kwam ongeveer de helft van de uitgenodigde ouders op het kennismakingsgesprek. Ongeveer driekwart van hen kwam op bezoek en meer dan 40% van de ouders deed mee aan het vragenlijst-onderzoek. Na beëindiging van de detentie gaat de gezinsgerichte benadering overigens door. De begeleiding wordt dan veelal overgenomen door de jeugdreclassering. Ook eventuele gezinstherapie wordt dan voortgezet.
Attitude van medewerkers
Simons ontdekte in haar onderzoek ook dat ouders gevoelig zijn voor de houding die de medewerkers van de JJI ten opzichte van hen innemen. Ouders hechten er waarde aan om zich nodig en welkom te voelen. Simons: ‘Als ze ook maar even de indruk hebben dat ze medeverantwoordelijk worden gehouden voor het verblijf van hun kind in de JJI, bestaat het risico dat ze afhaken.‘ Ouders met een migratieachtergrond hebben nog aanvullende behoeften. Voor hen is het belangrijk dat er kennis is van en begrip voor hun cultuur. Ze voeren gesprekken liefst in hun moedertaal, zeker als hun Nederlands niet zo goed is. Daar blijft het echter niet bij, want behalve taal, speelt ook cultuur een rol: ‘Vaak zijn in andere culturen personen uit de extended family betrokken bij de opvoeding’, aldus Simons, ‘bijvoorbeeld een grootouder of een tante. Ook die moet dan een rol krijgen.’
Effect op de langere termijn
En wat is het effect op de langere termijn? Simons: ‘Het programma Gezinsgericht werken is in 2017 omgezet naar JeugdzorgPlus en daarin loopt nu een uitgebreid onderzoek. De eerste voorlopige resultaten wijzen erop dat meer gezinsgericht werken leidt tot gunstige uitkomsten zoals een kortere verblijfsduur in de instelling, het vaker terugkeren naar huis en het vaker inzetten van gezinstherapie. De verwachting is dat het betrekken van ouders dempend werkt op het risico op recidive maar daar zijn vanuit het huidige onderzoek nog geen harde cijfers over.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.
You may also like
Archieven
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013