Participatie van jongeren valt of staat met authenticiteit
On 01/02/2018 by Redactie StandardDe mogelijkheden van jongeren om invloed te hebben op hun behandeling en begeleiding is bij de toegang van de jeugdhulp vaak al onduidelijk. Ook jongeren die al verderop in hun zorgtraject zitten en van residentiële zorg gebruik maken, moeten de kans krijgen om inspraak te hebben in hun behandel- en begeleidingstraject. Maar hoe doe je dat? Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn om jongeren échte inspraak te geven in de vaak ingrijpende beslissingen die hen betreffen? Wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen plozen het bestaande onderzoek op dat gebied uit en publiceerden de resultaten in het internationale blad Child and Family Social Work. Blik op hulp sprak met Mijntje van Brummelaar, die dit onderzoek samen met haar collega’s uitvoerde.
Waarom is participatie zo belangrijk voor jongeren die in een residentiële setting verblijven?
Mijntje: “In de eerste plaats omdat het simpelweg een recht is. Participatie van jeugdigen is een van de kernprincipes van het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Daarin staat dat iedere jeugdige het recht heeft op een eigen mening en het recht om gehoord te worden in beslissingen die hen aangaan. Dat recht geldt dus óók voor jonge mensen die niet meer thuis wonen en in een residentiële setting verblijven. Juist zij hebben vaak met veel, en bovendien zeer ingrijpende beslissingen te maken. Binnen instellingen blijkt er gelukkig een groeiend besef te zijn dat het betrekken van jeugdigen bij de totstandkoming en vormgeving van het hun zorg- en behandelproces belangrijk is. Door hen te betrekken kun je tot betere beslissingen komen en meer afstemming in de geboden hulp realiseren”.
Welke kansen en welke belemmerende factoren voor participatie zijn jullie tegen gekomen?
“We hebben een literatuurstudie uitgevoerd naar de participatie van jeugdigen in de residentiële jeugdzorg, maar de studies die we gevonden hebben, laten geen eenduidig beeld zien. Zo kunnen jeugdigen op sommige momenten goed participeren in beslissingen. Op andere momenten krijgen ze dan weer niet de kans om mee te doen. De verschillende studies bieden inzicht in de kansen en belemmerende factoren voor participatie van jeugdigen. Wij hebben deze factoren onderverdeeld in vijf niveaus: de jeugdige, de professional, het zorg- en behandeltraject, de organisatie en de context. Een jongere kan bijvoorbeeld meer of minder assertief zijn. Dat kan hun mate en manier van participatie kunnen beïnvloeden. Ook het ontwikkelingsniveau van een jongere heeft een belangrijke invloed. Andere factoren die de mate van participatie van een jeugdige kunnen beïnvloeden zijn gelegen in het zorg- en behandeltraject. Hoeveel plaatsingen heeft iemand al meegemaakt? In welke fase van de behandeling zit een jongere op dit moment? Het antwoord op dat soort vragen is relevant voor de mate waarin jongeren kunnen meepraten over hun eigen behandeling”.
Hoe kun je als professional die met deze jongeren werkt, op een passende manier ruimte bieden voor participatie? En daar eventueel ook grenzen in stellen?
“Uit verschillende studies blijk dat de vaardigheden, attitudes, en onderliggende overtuigingen van professionals ten aanzien participatie, maar ook de kwaliteit van de relatie en communicatie tussen jeugdigen en professionals belangrijk zijn. Professionals die opkomen voor de belangen van de jeugdige, die tijd daarvoor vrijmaken, samenwerken, betrouwbaar zijn en wederzijds respect tonen, maken goede participatie van jonge mensen mogelijk. Onder betrouwbaar moet je in dit geval verstaan dat informatie gedeeld wordt en er uitgelegd wordt waarom bepaalde besluiten genomen worden. Het participatieproces van een jeugdige zou daarbij authentiek moeten zijn en niet als een ‘methode’ worden ingezet. Dat vraagt van professionals wel dat ze continu een balans moeten zien te vinden tussen verschillende belangen die binnen residentiële instellingen aanwezig zijn. Zo kan de veiligheid van de jongere of van anderen op gespannen voet staan met de inspraak van een jongere op de eigen behandeling”.
Zo te horen vraagt dat dan ook nogal het een en ander van organisaties… Hoe zien jullie dat?
“Participatie kan niet alleen op het niveau van de professional plaatsvinden, maar moet ook op organisatorisch niveau mogelijk gemaakt en gestimuleerd te worden. Organisaties vormen de omgeving waarbinnen de professionals die participatie mogelijk moeten maken, werkzaam zijn. Dat betekent dat organisaties zowel veilig als stimulerend zouden moeten te zijn. Dat begint met een organisatiecultuur en voldoende tijd en middelen om participatie mogelijk te maken. Regeldruk, bezuinigingen en moeten werken met beperkte middelen kunnen beperkend werken. De formele mogelijkheden voor de jeugdige om te participeren, moeten dus ingebed zijn binnen de organisatie. Maar het stopt niet bij organisatorische inbedding: ook aandacht voor de dialoog tussen jeugdigen, hun netwerk en professionals is van essentieel belang.
[team title=”Dr. Mijntje ten Brummelaar” subtitle=”” url=”” image=”https://blikophulp.nl/wp-content/uploads/2018/02/mijntje.png”]Mijntje is docent en onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij publiceerde samen met haar collega’s Dr. Annemiek Harder, Prof. Dr. Mr. Margrite Kalverboer, Dr. Wendy Post en Prof. Dr. Erik Knorth het artikel “Participation of youth in decision-making procedures during residential care: A narrative review” in het internationale wetenschappelijke tijdschrift “Child & Family Social Work”.[/team]
Interessant artikel? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.
You may also like
Archieven
- april 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013