Borderline persoonlijkheidsstoornis: psychotherapie werkt
On 06/12/2013 by Redactie Standard“Persoonlijkheidsstoornissen zijn veranderbaar. Het is een mythe dat dat niet zo zou zijn. Je kunt meteen die hoopvolle boodschap geven als je samen met mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis aan de slag gaat met psychotherapie”. Dat zegt Dr. Joost Hutsebaut, behandelaar en onderzoeker bij De Viersprong.
Herstel na borderline persoonlijkheidsstoornis
Hoewel een borderline persoonlijkheidsstoornis goed te behandelen is, is het herstel van deze mensen vaak betrekkelijk. Wanneer ze na verloop van tijd niet meer voldoen aan de diagnostische criteria voor een borderline persoonlijkheidsstoornis, blijft het hervatten van het leven vaak moeilijk. Het in stand houden van een relatie en het krijgen en houden van werk – het “échte” herstel – blijft volgens Hutsebaut moeizaam.
“Maar het goede nieuws is dat psychotherapie ervoor lijkt te zorgen dat mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis 7 tot 8 keer sneller herstellen dan wanneer zij onbehandeld blijven”. De effectgrootte van psychotherapie die in verschillende studies is vastgesteld, is dan ook aanmerkelijk groter dan die van medicatie. Ook andere behandelvormen zoals cognitieve gedragstherapie, Assertive Community Treatment, Multi Systeem Therapie en cognitieve remediatie leggen het af tegen psychotherapeutische behandeling. Hij maakt daarbij wel een kanttekening: “Er is wel nog veel onderzoek nodig. Het onderzoek tot nu toe heeft vooral betrekking op het effect van psychotherapie bij vrouwen in de leeftijd van 35 tot 39 jaar met een matige tot ernstige borderline persoonlijkheidsstoornis die niet meer echt een baan of relatie ambiëren. Ook mogen zij geen bijkomende problemen zoals zwakbegaafdheid, psychotische stoornissen, middelenmisbruikstoornissen, antisociale persoonlijkheidstoornissen, enzovoort hebben. Het mag duidelijk zijn dat dat een hele specifieke groep is. In dat licht moeten we de onderzoeksresultaten dan ook zien”.
Een Cochrane review van 28 onderzoeken die tussen 1950 en 2012 plaatsvonden, concludeert echter ook dat mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis gebaar zijn bij psychotherapie.
Hutsebaut: “Als psychotherapie een nieuw medicijn tegen een ernstige ziekte was dat op de markt kwam, dan zou het als wondermiddel de hemel in geprezen worden”.
Goede behandeling slecht toegankelijk
Het aantal patiënten dat in Nederland volgens de richtlijnen wordt behandeld, laat staan een bewezen effectieve behandeling krijgt, is zeer beperkt. “Onderzoek leert ons dat slechts 23% van de Nederlandse patiënten die daarvoor in aanmerking zouden moeten komen, daadwerkelijk psychotherapie krijgt”, aldus Hutsebaut. De redenen die daarvoor gegeven worden, zijn divers. “In vergelijking met medicatie is psychotherapie duur. Maar er is ook een hoge specialisatie vereist om mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis op een goede manier psychotherapeutisch te behandelen. Er zijn daardoor onvoldoende getrainde psychotherapeuten beschikbaar. Een andere barrière is dat psychotherapie moeilijk aansluit bij zeer ernstige, weinig gemotiveerde patiënten.
Incompetente therapeut schadelijk
“We weten weliswaar dat psychotherapie werkt, maar we weten ook dat niet alle psychotherapeuten even goed werken. Studies tonen aan dat tweederde van de therapeuten gemiddelde presteert, dat een zesde ronduit slecht presteert en nog eens een zesde uitstekend. Sommige therapeuten zijn zelfs schadelijk. Zo blijkt 10 tot 25% van de patiënten als gevolg van de behandeling die ze ondergaan. Dat percentage loopt bij sommige therapeuten zelfs op tot 50%. Daarbij wenden competente therapeuten vijf maal meer suïcidepogingen af dan hun minder competente evenknieën”. Om die redenen is het volgens Hutsebaut belangrijk om inzicht te hebben in de kenmerken van een goed behandelkader voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis.
Behandelkader
Zo’n behandelkader voldoet volgens de psycholoog dan ook aan een reeks kenmerken. “Allereerst moet er een duidelijke structuur zijn. Je moet bijvoorbeeld afspraken maken met je cliënt over wat je in welke situaties doet en wat er gebeurt als een cliënt niet komt opdagen”. Daarnaast moet er volgens Hutsebaut door de behandelaars ook gewerkt worden vanuit een gezamenlijke theorie die als basis dient voor het eenduidig optreden richting de cliënt.
Ook psychische en lichamelijke co-morbiditeit en de sociale situatie van de cliënt met een borderline persoonlijkheidsstoornis moet meegenomen worden in de behandeling. Een omvattende, geïntegreerde aanpak blijkt van groot belang. “Versnipper de behandeling niet over de huisarts, de psychiater, de maatschappelijk werker, de psychotherpeut en de vele andere professionals waar iemand met een borderline persoonlijkheidsstoornis in haar leven mee in verbinding staat”, zo adviseert hij.
Wat het optreden van de therapeut zelf betreft zegt Hutsebaut: “Zorg dat je gebruik maakt van supervisie en intervisie. Het is altijd heel fijn als er iemand met je meekijkt die af en toe kan ‘uitzoomen’ zodat je het grotere geheel weer ziet. Of je af en toe uit de emoties kan trekken waarmee het behandelen van mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis gepaard gaat”.
Het hele behandelkader zou gericht moeten zijn op de essentie van wat een borderline persoonlijkheidsstoornis is. “Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis missen de link tussen het gedrag van anderen, wat dat gedrag met henzelf doet, hoe zij daar zelf op reageren en wat die reactie dan weer teweeg brengt bij de ander. Eén van de meest helpende dingen die je kunt doen, is de cliënt helpen zichzelf te observeren”.
Dit is het tweede artikel in een serie over het begeleiden en behandelen van mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Eerder verscheen in deze serie al een artikel over de inzichten van Dr. Ad Kaasenbrood.
Mis dus niets en schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief. Je wordt dan automatisch op de hoogte gebracht van nieuwe artikelen.
You may also like
Archieven
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013