Sociale vaardigheden verminderen de kans op criminaliteit
On 13/01/2015 by Annabel Sak StandardVaardigheden die jongeren in hun jeugd leren, spelen een rol in hun latere leven. Uit het proefschrift van Geert Mesters, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, blijkt nu ook dat sociale vaardigheden de kans op criminaliteit in het volwassen leven verminderen. Daarnaast vergroten sociale vaardigheden de kans op werk, wat eveneens de kans op criminaliteit vermindert. De invloed van werk op criminaliteit is in een eerder proefschrift van Janna Verbruggen, tevens verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, uitgebreid beschreven. Mesters verwerkte een aantal prominente theorieën die pogen crimineel gedrag te verklaren in een theoretisch raamwerk, selecteerde te toetsen variabelen en onderwierp die vervolgens aan een statistische analyse. “We weten niet precies welke variabelen belangrijk zijn,” vertelt de econometrist. “Als we ze allemaal tegelijk gebruiken wordt de voorspelling niet nauwkeurig. Daarom moeten we de variabelen op een goede manier combineren. Ik heb in mijn proefschrift methoden ontwikkeld om grote hoeveelheden variabelen samen te vatten in een klein aantal factoren om zo de voorspellingen te verbeteren.”De belangrijkste implicaties van zijn onderzoek voor de praktijk? Wie crimineel gedrag bij jongeren wil voorkomen, investeert het best in hun sociale vaardigheden en zorgt in een later stadium dat ze werk hebben.
Zelfbeheersing en sociale controle
Er bestaan volgens de promovendus diverse theorieën over de invloed van sociale vaardigheden op criminaliteit. De “self-control”-theorie van Gottfredson en Hirschi is er daar één van. Mesters: “Zij stellen dat iemands mate van zelfbeheersing al op jonge leeftijd wordt bepaald door een combinatie van persoonlijke eigenschappen en opvoeding. Een lage zelfbeheersing gaat gepaard met meer crimineel gedrag in de volwassenheid”.
Een meer dynamische theorie is de sociale-controletheorie van Hirschi. Volgens deze theorie voorkomt een sterke binding met de maatschappij criminaliteit. “Een criminele daad wordt pas een optie, zodra de binding met de maatschappij verzwakt of zelfs wegvalt. Als de band weer wordt versterkt, wordt crimineel gedrag weer minder aantrekkelijk”, aldus de promovendus.
Sociaal kapitaal
Maar daar houdt het voor Mesters nog niet op. Ook een theorie over sociaal kapitaal werd in zijn toetsingskader opgenomen. Volgens Sampson en Laub bouwen mensen immers gedurende hun leven verschillende sociale relaties op, die in verschillende momenten in het leven van invloed zijn. Zo is in de kindertijd de relaties met de ouders erg belangrijk. Mesters: “Maar in de puberteit wordt de relatie met de ouders wat minder belangrijk en nemen vriendschappen het over. In de volwassenheid spelen vooral intieme relaties en een zakelijk netwerk een grote rol. Mensen bouwen met hun sociale relaties een zogenaamd ‘sociaal kapitaal’ op. Hoe meer sociaal kapitaal iemand heeft, hoe meer diegene ook heeft te verliezen als hij of zij een delict zou plegen. De angst voor afkeuring door anderen houdt mensen tegen”. Ook in het opbouwen van sociaal kapitaal speelt het hebben van sociale vaardigheden dus een rol.
Het belangrijke verschil tussen de zelfbeheersing-theorie en de theorie van Sampson en Laub blijkt te zijn dat de eerste niet kan verklaren waarom niet iedereen met een problematische jeugd in het criminele circuit terecht komt. De theorie van Sampson en Laub kan dit wel: mensen die een problematische jeugd hebben gehad en een slechte relatie hebben met hun ouders, kunnen in hun volwassen leven toch relaties opbouwen die hen weghouden uit het criminele circuit. De resultaten van Mesters bevestigen dan ook dat sociaal kapitaal een zeer prominente rol speelt in het al dan niet crimineel worden van een jongere.
Cognitieve vaardigheden en werk
Sociaal kapitaal is volgens Mesters echter niet het enige kapitaal dat jonge mensen hebben. Daarnaast beschikken zij immers ook over “humaan kapitaal”. Dit zijn de sociale en cognitieve vaardigheden waarover iemand beschikt. Een groter humaan kapitaal vergroot de kansen op de arbeidsmarkt, en werk vergroot vervolgens weer de band met de samenleving, zo luidt de heersende opvatting.
En dat blijkt dan weer relevant voor een ander verklaringsmodel voor crimineel gedrag: het rationele-keuze-perspectief. Wanneer jongeren immers kansen hebben op de arbeidsmarkt, kunnen ze keuzes maken ten aanzien van het soort carrière die ze nastreven: een eerlijke of een criminele. Mesters: “Volgens de theorieën binnen dit perspectief, is crimineel gedrag een rationele keuze van mensen. Voor criminelen weegt bijvoorbeeld het (snel) verdienen van geld uit criminele daden op tegen het verdienen van geld middels een legale baan, ondanks de risico’s die hiermee gepaard gaan. Andersom is het echter ook zo dat werk er dus voor zorgt dat men een inkomen heeft. Hierdoor wegen de risico’s die vastzitten aan het halen van geld uit criminele activiteiten zwaarder, en zijn jongeren minder snel geneigd om op een illegale manier geld te verdienen”.
Sociale vaardigheden en werk leveren blijvende effecten op
Mesters heeft al deze theorieën gebruikt om een empirisch raamwerk op te bouwen en dit om te zetten in een wiskundige formulering waarmee criminaliteit in verschillende levensfasen kan worden verklaard. “De resultaten suggereren dat cognitieve en sociale vaardigheden blijvende effecten hebben op de volwassen uitkomsten bij mannen voor criminaliteit en werk. Bij vrouwen hebben alleen sociale vaardigheden langdurige gevolgen voor criminaliteit en werk”, aldus Mesters. Tot een leeftijd van 16 is het vooral belangrijk om te investeren in sociale vaardigheden, vanaf een jaar of 22 krijgt het hebben van werk een steeds grotere rol. Als individuele interventies hierop inspelen, kan de kans dat iemand zich in het criminele circuit begeeft worden verlaagd.
Geert Mesters promoveert op 16 januari aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Delen van zijn proefschrift zijn hier terug te vinden.
Interessant artikel? Meld u nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
You may also like
Archieven
- april 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013