Blik op hulp

Calamiteiten in de zorg en het onderwijs: voorkom traumatisering

Calamiteiten in de zorg en het onderwijs: voorkom traumatisering
maart 28
14:00 2018

Calamiteiten in de zorg en het onderwijs komen met enige regelmaat voor. Een leerling verongelukt. Een collega vergrijpt zich aan een cliënt. Een medewerker wordt mishandeld door een boze ouder. Niet zelden is een calamiteit het begin van een onvoorspelbare kettingreactie van heftige emoties, media-aandacht, schuldvragen en het op de rails houden van de dagelijkse werkzaamheden. Blik op Hulp is mediapartner van de landelijke studiedag over de menselijke kant van calamiteiten in de zorg en het onderwijs. Dagvoorzitter Guus Feron deelde alvast een deel van zijn ervaringen en inzichten op dit gebied. Hij kreeg in zijn loopbaan vanuit verschillende rollen met calamiteiten in de zorg te maken en deelt wat hij daarvan geleerd heeft.

Impact van calamiteiten in de zorg

“Een hulpverlener is iemand die een ander helpt. Een sociale daad gericht op het helpen van een medemens en gericht op grotere overlevingskansen”, zo begint Guus Feron zijn verhaal.

“Hulpverleners doen in de regel hun best in het verlenen van zorg. Toch gaat het in de praktijk herhaaldelijk mis en kunnen zich allerlei verdrietige, niet beoogde- en onverwachte gebeurtenissen voordoen. Zulke voorvallen hebben diepe impact op de cliënt en diens sociale omgeving, maar zéker ook op de hulpverlener en de organisatie waarin hij of zij werkzaam is”.

Agressie

Zo stelt Feron dat agressieve bejegening door cliënten vaak als een schokkende gebeurtenis wordt ervaren, aangezien hulpverleners doorgaans zijn ingesteld op gevoelige empathie en niet zozeer op verdediging. Als plotseling vrees voor persoonlijk letsel ontstaat dan heeft dat impact.

Feron: ”Ik herinner me nog mijn eerste schokkende ervaring in het begin van mijn jaarstage als student in een toenmalige ZMOK-instelling. We praten dan over meer dan vijfendertig jaar geleden, maar het staat me nog steeds glashelder voor ogen. Na een ogenschijnlijke soepele gedragscorrectie sloegen de stoppen door bij een stevig gebouwde zestienjarige jongen, die vervolgens wild op mij in begon te beuken. De twee aanwezige groepsleiders konden hem niet tot bedaren brengen. Er ontstond paniek en de situatie escaleerde. Het lukte me uiteindelijk om overeind te komen en gaf de jongen vervolgens een gerichte trap in zijn maag toen hij opnieuw op mij af kwam”.

Trillen

Feron: “Ik weet nog dat ik na dit voorval stond te trillen op mijn benen en me tegelijkertijd afvroeg of dit de hulpverlening was die ik voor ogen had. Er volgde een gesprek met de psycholoog van de instelling en ik ging ervan uit dat ik mijn koffer kon pakken en huiswaarts kon keren. Ik kreeg echter te horen dat ik goed gehandeld had in deze situatie en in relatie tot deze jongen. Het bleek dat er al meerdere ongelukken hadden plaatsgevonden, waarbij hulpverleners het slachtoffer waren geworden”.

Persoonlijke groei

Nu wist ik in die tijd nog niets van psychiatrische ziektebeelden zoals antisociale persoonlijkheidsstoornissen en verwante stoornissen. Maar het resultaat was dat ik me in de jaren die volgenden hier enorm in heb verdiept. En dat was een keuze, waarvan ik achteraf nooit spijt heb gekregen. Ook verdieping in wet- en regelgeving kreeg in die tijd mijn interesse. Dat heeft me regelmatig voordeel opgeleverd in de jaren die volgden. Ik had het geluk dat deze situatie dus tot persoonlijke groei aan mijn kant leidde. Maar daarvan kan uiteraard – helaas – niet bij alle calamiteiten in de zorg sprake zijn”.

Traumatisering

calamiteiten in de zorg trauma

“Calamiteiten in de zorg kunnen tot primaire én secundaire traumatisering bij de hulpverlener leiden”.

Feron vervolgt: “Iedere hulpverlener kan vroeg of laat heftige incidenten meemaken. Het kan dan ook zomaar gebeuren dat een ervaring dusdanig schokkend is dat er sprake is van een psychotrauma. Dat kan komen door één ernstige en schokkende gebeurtenis, door een serie kleinere schokkende gebeurtenissen of door medelijden te ervaren met het leed van anderen. De kans op traumatisering is dus altijd latent aanwezig”, aldus Feron.

“Wanneer een hulpverlener zelf aan een schokkende gebeurtenis bloot komt te staan, dan wordt dit ook wel primaire traumatisering genoemd. Hierbij is van belang hoe soepel of problematisch het proces verloopt, hoe succesvol of tragisch de afloop is en hoe de beleving van de hulpverlener in kwestie is. Zo kan er sprake zijn van machteloosheid en angst zoals beschreven in mijn voorbeeld”.

Burn-out

“Secundaire traumatisering kan optreden als een hulpverlener zich het leed van de ander te zeer aantrekt”, licht Feron verder toe. “Een sterfgeval door ziekte, een suïcide of een zware mishandeling kan zeer belastend werken. Dat staat voor de rest van je leven gegrift in je geheugen. In alle gevallen is het van belang om signalen tijdig op te pikken en er alles aan te doen het psychisch evenwicht te herstellen. Helaas heb ik in mijn loopbaan te vaak fijne collega’s in een burn-out terecht zien komen als gevolg van traumatiserende ervaringen op het werk. Sommigen zijn als het ware het slachtoffer geworden van hun eigen beroep. Die mensen zijn er in de meeste gevallen ook mee gestopt”.

Veiligheid en kwaliteit

Behalve hulpverlener was Guus Feron ook werkzaam als beleidsmedewerker kwaliteit in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Ook vanuit die verantwoordelijkheid kreeg hij met enige regelmaat met calamiteiten in de zorg te maken.

“Een goede begeleiding en back-up vanuit de organisatie is van enorm belang”, stelt Feron. “Als hulpverlener moet je je veilig en gesteund voelen, ook op momenten dat je vanuit professioneel oogpunt moet ingrijpen. Sterker nog: júist op die momenten. Omdat je juist dan volop aan het balanceren bent tussen goed hulpverlenerschap, wettelijke kaders en ethische aspecten. Elke hulpverlener worstelt met dilemma’s op deze drie domeinen. Dat vormt volgens mij ook de uitdaging in de uitoefening van dit vak. En dat speelt misschien wel het aller nadrukkelijkst als je met calamiteiten in de zorg te maken krijgt. Op die momenten kun je eventuele stress die de organisatie bij je veroorzaakt vanwege een schuld- en angstcultuur missen als kiespijn. Je hebt dan al je cognitieve capaciteiten nodig om controle te houden over je emoties. Om goed te kunnen handelen. Stress als gevolg van organisatorisch gedoe staat dat in de weg”, aldus Feron.

Herstel

Feron linkt het stimuleren van veiligheidsbewustwording vanuit de organisatie ook aan het bewustzijn van risico op traumatisering aan de kant van de professional: “Vaak blijkt veiligheidsbewustwording een rijpingsproces te zijn waarbij organisaties op zoek gaan naar scholing, training, coaching on the job en simulaties. Die hebben dan veelal preventie van escalaties, calamiteiten en traumatisering als doel. Wanneer hulpverleners desondanks een schokkende gebeurtenis meemaken, dan zie je dat een korte time-out om te herstellen volgt. Maar ook gesprekken tussen collega’s onderling, of nagesprekken met cliënten of nabestaanden kunnen een positief en helend effect hebben”.

Drs. Guus Feron
Drs. Guus Feron

Drs. Guus Feron is opgeleid als jeugdhulpverlener en studeerde Comparative European Social Studies aan de University of North London. Op de werkvloer lag zijn hart bij het systemisch werken met (LVB-) jongeren met bijkomende psychiatrische problemen.

Hij volgde opleidingen op het gebied van agogiek, rechten, management en kwaliteitszorg en heeft meer dan 20 jaar ervaring in leidinggevende- en beleidsfuncties opgedaan. Hij was onder andere groepsleider, teamleider, docent en directeur van een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking.

Momenteel is hij onder meer trainer in de zorg. Hij is dagvoorzitter van de landelijke studiedag “De menselijke kant van calamiteiten

Interessant artikel? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen