
Nadat we vorige week keken naar de manier waarop in de LVB-zorg geprobeerd wordt de hulpverlening overeind te houden in tijden van coronavirus, spraken we deze week met professionals uit het speciaal onderwijs. Aukje Zeijen en Maartje Donders werken voor Onderwijscentrum Leijpark, waar zij les en begeleiding geven aan leerlingen van tussen vier en twintig jaar met een functionele beperking.
Impact corona extra groot
Al voordat de overheid overging tot het sluiten van scholen, was de impact van het rondwarende virus al enige tijd merkbaar op het onderwijscentrum. “Vanaf het allereerste begin waren er al zorgen om onze leerlingen met een kwetsbare gezondheid”, legt Zeijen uit. “Je moet je voorstellen dat hier kinderen met een ernstige meervoudige beperking zitten, maar ook kinderen met een stofwisselings- of auto-immuun ziekte. Of kinderen die bezig zijn met chemokuur. Die mogen dus beslist niet ziek worden. Dat kunnen ze er vaak écht niet bij hebben”.
Leeglopende school
In Noord-Brabant werden de richtlijnen dan ook al vroeg aangescherpt: blijf thuis als je verkouden bent of koorts hebt. Zeijen: “Die eerste maandag hadden dus al meteen een groot aantal klassen geen leerkracht of voldoende begeleiding meer en moesten deze groepen thuis blijven. Als leerkracht neem je geen enkel risico met onze doelgroep. Daarnaast liepen de klassen zelf ook leeg. Kinderen waren verkouden of sommige ouders durfden hun kwetsbare kinderen niet meer te sturen, ook al waren ze zelf niet ziek. De impact van een griep kan al van grote invloed zijn op deze kinderen, laat staan het coronavirus. De laatste week voor de sluiting is er, in overleg met de revalidatiearts, aangegeven dat bepaalde risicoleerlingen beter thuis kunnen blijven”.
Handen wassen en elleboog-hoesten
“Voor de kinderen die wel nog op school aanwezig waren hebben we de richtlijnen en situatie zo goed mogelijk duidelijk proberen te maken”, vervolgt ze. “Voor sommige kinderen is de uitleg zoals in het regulier onderwijs voldoende. Voor andere kinderen vraagt dit meer aandacht. In mijn kleutergroep heb ik veel visueel gemaakt door middel van pictogrammen. Daarnaast hebben we handen wassen en in de elleboog hoesten geoefend door middel van voordoen-samendoen-nadoen”.
Regulier onderwijs
De media staan bol van alle berichten over hoe het regulier onderwijs zich ongelooflijk flexibel toont in het aanpassen aan de coronacrisis. Maar een school voor speciaal onderwijs blijkt echt andere koek dan een gewone basis- of middelbare school. Zeijen: “Natuurlijk zijn er overeenkomsten. Afstandsonderwijs verzorgen is bijvoorbeeld iets dat binnen onze school momenteel ook volop speelt. Maar de omvang en de gigantische diversiteit van onze school maakt dat we naar verschillende oplossingen tegelijkertijd moeten zoeken. Niet alles wat werkt voor een leerling die bij ons Vmbo-examen moet gaan doen, werkt ook voor een leerling met een ernstig meervoudige beperking”. Donders vult aan: “We kunnen ook niet het hele lesprogramma thuis door laten gaan, vanwege alle praktijkvakken”.
Standaardmethodes

Aukje Zeijen: “Voor kleuters is interactie vreselijk belangrijk. Daarom neem ik iedere dag een filmpje op met een liedje, een verhaaltje of een kort lesje”.
De oplossingen die in het regulier onderwijs gehanteerd worden blijken voor een deel van de leerlingen van Onderwijscentrum Leijpark eveneens zinvol. “De leerlingen die met standaard onderwijsmethodes werken kunnen thuis aan de slag met werkboeken en andere opdrachten om onderwijs te blijven volgen”, legt Zeijen uit. “Hierin zijn we op dit moment nog zoekende op het gebied van digitaal onderwijs op afstand zoals videobellen en instructie geven”. Het wordt ingewikkelder wanneer het over dat deel van de leerlingen gaat die niet zonder fysieke begeleiding aan de slag kunnen, vanwege bijvoorbeeld zelfstandigheid, motoriek, wegvallende hulpmiddelen, concentratieproblemen of een gecompliceerde thuissituatie. “Ouders kunnen lang niet alles overnemen dat hun kind hier aangeboden wordt. Dat is tenslotte waarom ze op onze school zitten”.
Structuur
Het onderwijs verschilt niet alleen in didactisch opzicht van een reguliere school, maar ook als het gaat om pedagogiek, vult Donders aan: “Veel leerlingen zijn gebaat bij structuur in tijd, persoon en plaats. Die kan op dit moment niet op school geboden worden. We geven ouders daarom handvatten zoals roosters, dagplanningen, picto’s en foto’s mee naar huis om dat thuis zo goed mogelijk na te kunnen bootsen. Dat is vooral voor kinderen die een autisme spectrum stoornis of ADHD hebben extra belangrijk. Doordat een deel van die duidelijkheid wegvalt, ervaren deze kinderen extra boosheid en verdriet”.
Intensieve begeleiding
Vergeleken met het regulier onderwijs, hebben de leerlingen van Zeijen en Donders dus veel extra begeleiding en maatwerk nodig om tot leren te komen. Zeijen: “In de dagelijkse praktijk op school, voor de coronacrisis, gaven we dat vorm door bijvoorbeeld 1-op-1-begeleiding, kleine niveaugroepjes, individuele leer- en gedragsplannen, maar ook door ondersteuning door therapeuten zoals logopedisten, ergo- en fysiotherapeuten. Zo zijn er leerlingen die individuele ondersteuning hebben voor hun taakwerkaanpak door begeleiders van Zorg in Onderwijs. Denk aan kinderen met zware concentratieproblemen of problemen met executieve functies. Zij krijgen 1-op-1, stap voor stap taken uitgelegd. Er zijn leerlingen die met rekenen op groep 3 niveau werken, maar talig al groep 5 niveau aankunnen. Zij krijgen onderwijs op maat door groepsoverstijgend in niveaugroepen te werken. In mijn kleuterklas is er wekelijks ondersteuning van een ergotherapeut bij de knutselles en bij het voorbereidend schrijven. Op dit moment vallen het echte maatwerk en persoonlijke contactmomenten deels weg, terwijl onze leerlingen dat wel heel hard nodig hebben. De komende weken werken we hard aan oplossingen, zodat we ook aan deze speciale onderwijsbehoeften kunnen blijven voldoen”.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De sociaal-emotionele ontwikkeling van veel leerlingen in het speciaal onderwijs loopt achter. Donders: “Deze leerlingen kunnen nu niet met klasgenoten leren spelen en samenwerken. Ze hebben vaak geen schoolvriendjes of -vriendinnetjes in de buurt met wie ze buiten kunnen spelen. Daardoor zijn ze veel op zichzelf en op hun ouders aangewezen, waardoor de sociaal-emotionele ontwikkeling nog verder achterop kan raken”. Dat is dan ook de reden dat de leerkrachten ook het sociaal-emotioneel welbevinden van hun leerlingen telefonisch en via het internet nauwlettend volgen.
Ouders
Veel komt momenteel dus op de ouders neer. Maar ook dat ziet er in het onderwijs aan leerlingen met een functionele beperking anders uit dan op een ‘gewone’ school. Zeijen: “Dat begint al bij praktische dingen. De afstand tussen thuis en school is bij ons veel groter dan bij een reguliere school. ‘Even’ iets ophalen is er dus vaak niet bij. We wegen daarom zorgvuldig af waar we ouders wel en niet mee belasten. De ouders van onze kinderen hebben in de regel echt hun handen meer dan vol aan deze nieuwe situatie”. Donders: “Via telefoon- en mailcontact kunnen ouders en leerlingen iedere dag vragen stellen die wij als leerkrachten dan beantwoorden. Ook nemen we twee keer telefonisch of per mail contact op met ouders om te vragen naar hoe het qua onderwijs en de thuissituatie gaat”.
Wegvallende begeleiding
Een deel van de gezinnen ervaart extra druk en een zware belasting door het wekenlang thuisblijven met hun kind. Er zijn kinderen die normaal gesproken gebruik maken van zorgboerderijen, vakantie-opvang, logeerhuizen of grootouders. Aan de ene kant om kinderen te stimuleren, maar ook om ouders te ontlasten. Zeijen: “Veel van onze leerlingen kregen thuisbegeleiding: voor ondersteuning in de opvoeding én om ouders wat lucht te geven. Of om tijd voor de andere kinderen uit het gezin te kunnen maken. Al die fysieke begeleiding valt nu weg. Natuurlijk wordt er gezocht naar oplossingen. Ook zorginstanties zijn volop bezig met zorg op afstand, geven begeleiding, tips en ideeën. Maar uiteindelijk komt het nu neer op de schouders van ouders. Dat wordt door hen regelmatig als zwaar en stressvol ervaren”.
Respect
Het is dus aanpoten binnen het speciaal onderwijs. Zeijen en Donders hoor je echter niet klagen. Zij hebben het vooral over het enorme respect dat zij hebben voor de ouders van hun leerlingen: “We hebben als leerkrachten en als organisatie zó veel respect voor ouders. Naast hun eigen werk zijn ze nu opeens fulltime leerkracht van misschien wel meerdere groepen tegelijk. Want onze leerlingen zijn meestal geen enig kind en hebben vaak ook broertjes of zusjes die nu thuis zijn. Ouders zijn niet bekend met onze methodiek, maar gaan er toch vól overgave voor. En in de tussentijd maken ze er ook nog eens iets gezelligs van, door ook leuke binnenactiviteiten met hun kinderen te ondernemen. Dat is zo knap! Echt. Respect”.

Aukje is kleuterleerkracht op Onderwijscentrum Leijpark.

Maartje is leerkracht voor kinderen in de leeftijd van groep 5 binnen de groep SO Ijsvogel op Onderwijscentrum Leijpark.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.