De scootmobiel van Jorritsma, deel twee
On 17/09/2014 by Redactie Standard“We zijn ons ervan bewust dat de enkeling zichzelf niet kan beschutten (sic) tegen alle onzekerheden waartegenover hij zichzelf in de maatschappij gesteld ziet. Daarom willen wij een gemeenschappelijke zorg voor de bestaanszekerheid van allen”. Dit zei Willem Drees in een verkiezingstoespraak in 1956. Dezelfde Drees die tien jaar eerder verantwoordelijk was voor een noodwet die een einde moest maken aan de schrijnende armoede waarin een grote groep ouderen op dat moment verkeerde. De staat verstrekte een uitkering aan mannen en alleenstaande vrouwen van 65 jaar en ouder die over onvoldoende eigen inkomsten of bestaansmiddelen beschikten.
Het was de voorloper van de huidige AOW.
Vaak wordt dit punt gemarkeerd als het begin van onze verzorgingsstaat. Inmiddels, meer dan een halve eeuw verder, zijn we ook verzekerd als we onverhoopt werkeloos of ziek worden en zelfs op jonge leeftijd beschermd tegen al te grote armoede.
Er zijn volgens professor Schuyt nog twee aspecten die kenmerkend zijn voor de ontwikkeling van onze verzorgingsstaat [1]. Het eerste is het inmiddels ondoordringbare woud van vergoedingen, zoals huursubsidie, studiefinanciering, kinderbijslag, en de tegemoetkoming in de ziektekosten om er maar een paar te noemen. Met het idee achter een groot deel van deze vergoedingen was niets mis: iedereen gelijke kansen, bijvoorbeeld op goed onderwijs en daarmee een goede baan. Wie voor een dubbeltje geboren was kon best een kwartje worden.
Het altruïsme van Beatrix
Maar er is nog iets gebeurd. Ook het aantal mensen dat recht heeft op deze uitkeringen en vergoedingen is gegroeid. Niet alleen de mensen ‘zonder voldoende’ inkomen, maar ook de miljonairs en de miljardairs, de frauduleuze bankiers en al die lui die hun exorbitante salarissen de afgelopen jaren hebben verdedigd door te stellen dat dat is om hun ‘pensioengat’ te dichten, al die mensen krijgen maandelijks hun AOW’ tje. Ja, ook Beatrix krijgt AOW, al schijnt ze dat integraal aan een goed doel te geven. Een voorbeeld van hoe je altruïstisch kunt lijken met geld van een ander.
Iedereen met kinderen krijgt kinderbijslag en iedereen betaalt dezelfde zorgpremie, al kunnen de welgestelden zich voor een paar tientjes per maand bijverzekeren zodat ze ook de daglenzen, de steunzolen en de wrattenzalf vergoed krijgen. En mocht je op je oude dag invalide worden, dan mag ook degene met de grootste villa de kosten voor de aanpassing van de woning declareren.
Wat heeft dit nog te maken met een staat die als uitgangspunt hanteert dat ze een bestaansminimuum garandeert voor al haar burgers?
Het argument dat ter verdediging van deze praktijken vaak wordt gegeven is dat ‘iedereen, rijk of arm, voor de wet gelijk is’. En zo kunnen we het straks zomaar ‘normaal’ vinden dat ook de midden en hoge inkomens zich bij de voedselbanken melden.
Professor Schuyt stelt: “Kennelijk had de verzorgingsstaat van Nederlandse makelij geen ingebouwd mechanisme om onderscheid te maken tussen wensen, waarin mensen het beste zelf zouden kunnen voorzien, en noden, waarbij overheid en samenleving uit het oogpunt van sociale rechtvaardigheid te hulp dienden te komen” (ibid)
Het wordt tijd om de échte discussie over het ‘einde van de verzorgingsstaat’ eens te gaan voeren en de uitgangspunten die aan haar ten grondslag liggen onder het stof vandaan te halen. Het uitgangspunt dat we bestaanszekerheid garanderen voor allen en aan iedereen die het om welke reden ook niet zelf redden, hulp bieden. Een uitgangspunt waar zelfs de zuiverste liberalen het mee eens zijn.
Hoe zou het plaatje eruit zien als we Baken 1 van Welzijn Nieuwe Stijl eens letterlijk nemen: Ga op zoek naar de vraag achter de vraag: wat is de échte behoefte van de cliënt?
Wie een behoefte ervaart, ervaart een nood aan iets. In onze behoeftigheid zijn we elkaars gelijken. De ongelijkheid treedt op daar waar de één wel en de ander niet in staat is om in zijn behoeften te voorzien.
En dan hoeven we geen discussie meer te voeren over de Scootmobiel van de moeder van mevrouw Jorrtisma, want die kan mevrouw Jorritsma gewoon zelf betalen, ook al heeft ze een aanvullende verzekering.
Drs. Carin Wevers is vrijdenker, filosoof, docent aan Zuyd Hogeschool en vaste columnist van Blik op Hulp
Interessant artikel? Schrijf u dan nu in voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
VOETNOOT:
[1] Deze drie lijnen waarlangs de verzorgingsstaat zich heeft ontwikkeld worden zo omschreven door Prof.dr.mr. Kees Schuyt in zijn rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar? in het kader van de prof.dr. J.A.A. van Doorn leerstoel aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam, op 24 juni 2013