
Onderzoek wijst uit dat seksueel misbruik veel voorkomt. Veel vaker dan mensen vaak denken. Bijna één op de twee meisjes (48%) en één op de vijf jongens (17%) heeft vóór de achttiende verjaardag een strafbare vorm van fysiek seksueel geweld meegemaakt. “Het blijft moeilijk en pijnlijk de omvang te moeten beseffen van seksueel misbruik in onze samenleving, onophoudelijk en overal ter wereld”, verzucht klinisch psycholoog Aafke Scharloo. Blik op Hulp interviewde haar in de aanloop naar haar bijdrage aan het online congres over seksueel geweld.
Goede bekenden
In de meeste gevallen zijn plegers van seksueel misbruik goede bekenden van het slachtoffer. En daarmee zijn ze dus ook vaak bekenden van hulpverleners en leerkrachten. Dat maakt het extra complex: “Als de pleger een bekende is, voelen betrokkenen zich extra gekwetst en verraden. Het gevoel van zekerheid raakt verloren en verhoudingen worden dramatisch verstoord. Deze processen binnen het gezin en hulpverleningsteam spelen ook in het bredere systeem. Er vormen zich vaak partijen, en banden met familie, vrienden en collega’s komen onder druk te staan of veranderen zelfs in een heus mijnenveld”, zo heeft Scharloo in de loop van haar carrière ervaren. “Dat zijn processen die we in ons vak ‘splitting’ noemen. De meldcode en de protocollen waarin de stappen staan die genomen moeten worden, helpen op zulke momenten echt om dan toch tot actie te komen. En niet te verzanden in een impasse waarin iedereen af wacht en ‘Het in de gaten houdt’”.
Wegkijken
Seksueel misbruik is een onderwerp dat heftige reacties oproept. Het sociaal netwerk, maar ook professionals willen en kunnen maar moeilijk geloven dat mensen die we tot op zekere hoogte kennen en vertrouwen, dergelijke dingen doen. Scharloo: “Opzettelijk geweld van de ene mens ten aanzien van een doorgaans zwakker ander mens druist in tegen alle waarden, normen en primitieve beschermingsmechanismen die wij hebben. Veel mensen reageren dan ook met een afweerreactie op vermoedens. Ze kijken weg. Ze reageren met ongeloof. Dat is in situaties van seksueel misbruik ook relatief gemakkelijk. In situaties waarin seksueel misbruik aan de orde is, zijn tenslotte zelden harde bewijzen aan te voeren. Het speelt zich vrijwel per definitie af in het verborgene”.
Niet eenduidig
Daarbij komt dat signalen vaak niet eenduidig zijn. Lichamelijke signalen komen relatief weinig voor en genezen snel. “We moeten het dus meestal hebben van gedragssignalen, uitspraken of een combinatie daarvan. Het lastige van deze signalen is dat ze vaak voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Zo zijn bijvoorbeeld tekenen van stress en een plotselinge gedragsverandering een belangrijk signaal. Maar wie zoiets ziet bij een kind ziet kan meestal ook andere, minder beladen, redenen verzinnen die de oorzaak kunnen zijn van deze gedragsveranderingen”, legt Scharloo uit.
Handelen
Mensen in de omgeving van zulke kinderen en gezinnen worden heen en weer geslingerd tussen de wil om te ontkennen en de wil om snel te helpen. Het omgaan met seksueel misbruik vraagt echter om handelen. “Maar dat is zeker op momenten waarop je als hulpverlener of docent zelf in verwarring bent, écht niet eenvoudig”, stelt Scharloo vast. “Vaak voelen hulpverleners zich handelingsverlegen door een beperkte kennis op dit gebied. Het komt nog steeds voor dat mensen aan een mbo, hbo of universitaire opleiding in de hulpverlening afstuderen zonder dat er aandacht is geweest voor dit onderwerp. Er is in Nederland door de jaren heen al vele malen gepleit voor het formuleren van minimale kwaliteitseisen en een verplicht curriculum voor opleidingen die mensen in de zorg en hulpverlening opleiden. Helaas is daar nog geen gehoor aan gegeven. Wel is duidelijk dat als mensen door bijscholing meer kennis hebben van seksueel misbruik er ook meer gesignaleerd en opgepakt wordt. De ervaring leert ook dat in organisaties waarin er vanuit de top van de organisatie aandacht is voor dit onderwerp, mensen zich vrijer voelen en gesteund voelen om meer te signaleren en aan te pakken”.
Systeembenadering
De verwerking van seksueel misbruik bij een slachtoffer hangt samen met de verwerking van het misbruik bij diens betekenisvolle anderen. Mensen zijn altijd deel van een systeem. Alleen daarom is het al van belang niet alleen het slachtoffer te steunen maar ook aandacht te hebben voor de weerslag die de gebeurtenissen hebben op de betekenisvolle anderen. De betekenisvolle anderen blijken ook een grote bron van veerkracht voor het slachtoffer. Scharloo: “Toch zien we in de praktijk dat het steunen van het systeem niet vanzelfsprekend is. En dat het feit dat ouders en naasten net zo aangedaan zijn door de schokkende gebeurtenissen als het slachtoffer zelf geen plaats heeft in de hulpverlening. Dat is ook de reden dat we in het handboek ‘Snelle Opvang na Seksueel misbruik van mensen met een verstandelijke beperking’ naast opvangprogramma’s voor het slachtoffer zelf, ook een opvangprogramma voor ouders en verwanten hebben beschreven. Het SOS opvangprogramma wordt niet alleen ingezet in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Het vindt gelukkig, ook vanwege het opvangprogramma voor ouders, steeds meer haar weg binnen de jeugdhulpverlening en de wijkteams. Het is een heel praktisch opvangprogramma waarin stap voor stap beschreven wordt welke thema’s op welk moment belangrijk zijn en hoe je als hulpverlener direct na de onthulling effectief tot steun kan zijn. Daarnaast biedt het handboek veel informatie over eerste opvang, seksueel misbruik, trauma en kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking.
Veiligheid
Na een onthulling van seksueel misbruik is het van essentieel belang dat iemand veilig is. Daarmee wordt niet alleen fysieke veiligheid bedoeld, maar ook psychische veiligheid. “Dat is niet altijd hetzelfde!”, waarschuwt Scharloo. “Als hulpverlener kan je van grote betekenis zijn door met je kennis het voortouw te nemen en de cliënt uit te leggen wat de te nemen stappen zijn. Op die manier bied je veiligheid door de weg te wijzen. Daarbij verdient een brede aanpak meestal de voorkeur. Je gaat dan het systeem betrekken en voorkomen dat het slachtoffer in een isolement terecht komt. Slachtoffers hebben de neiging zich te isoleren, wat goed te begrijpen is vanuit wat we weten over trauma. Maar dat is dus niet helpend voor het herstel. Bied de cliënt en het systeem ook meteen eerste hulp, informatie en steun en overweeg inschakeling van het Centrum tegen Seksueel Geweld. Volg daarnaast de stappen van de meldcode. Als het gaat om seksueel misbruik dan is melden bij veilig thuis vrijwel altijd noodzakelijk”.
Verankering
De meeste zorginstellingen hebben inmiddels hun visie op seksueel misbruik en de preventie daarvan in een protocol beschreven. Er blijkt volgens Scharloo echter nog veel winst te behalen in de implementatie en de verankering van dergelijke visie- en beleidsdocumenten in de organisaties. “Hier is een belangrijke taak weggelegd voor aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling, beleidsmedewerkers en managers. In verschillende organisaties is gebleken dat de implementatie adequater verloopt als structureel gefaciliteerd wordt met tijd en middelen. Daarnaast is het essentieel dat bestuurders het thema hoge prioriteit geven en het bewust tot de eigen verantwoordelijkheid rekenen. Er moeten beleidsvoornemens ten aanzien van het bestrijden van seksueel misbruik geformuleerd en uitgevoerd worden. Dat zou al heel veel kunnen schelen!”.
Op het online congres over seksueel geweld zal Aafke Scharloo in een videocollege van een uur ingaan op seksueel misbruik en hoe te handelen in de gespreksvoering hierover, bijvoorbeeld met behulp van de methodiek Taxatiegesprekken. Behalve Scharloo zullen nog zes andere experts videocolleges verzorgen over seksueel geweld.

Aafke Scharloo is klinisch psycholoog en gespecialiseerd in diagnostiek en behandeling na seksueel misbruik, mishandeling en trauma, met name bij mensen met een verstandelijke beperking.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.