
De taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik stelde onlangs vast dat er te veel mishandelde kinderen niet in beeld zijn bij de Veilig Thuis organisaties in ons land. Om daar verandering in te brengen, beveelt de taskforce aan om stap 5 van de meldcode kindermishandeling aan te passen, zodat melden voor professionals verplicht wordt als kindermishandeling niet kan worden uitgesloten.
De meldcode is een vijfstappenplan waarin staat wat professionals – zoals huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdzorginstellingen – kunnen doen als zij bij signalen van zorg kindermishandeling niet kunnen uitsluiten. Professionals zijn verplicht deze meldcode te gebruiken.
Meldplicht kindermishandeling
In stap vijf van de meldcode heeft de professional nu een keuze: zelf hulp bieden, hulp voor het mishandelde kind organiseren of zijn vermoeden melden bij Veilig Thuis, waarna Veilig Thuis onderzoek doet. De Taskforce adviseert om de professional hierin geen keuze meer te laten. Wanneer blijkt dat, na het doorlopen van de eerste vier stappen van de meldcode, kindermishandeling niet kan worden uitgesloten moet de professional altijd melden bij Veilig Thuis. Na de melding bepaalt Veilig Thuis dan samen met de melder of nader onderzoek door Veilig Thuis moet plaatsvinden, of dat vrijwillige hulpverlening mogelijk is en voldoende garantie biedt voor langdurige veiligheid.
Registratie bij adviesvragen door burgers
De Taskforce wil dat meer mishandelde kinderen op de radar komen van Veilig Thuis. Naast het aanpassen van de meldcode, ziet de Taskforce nog een mogelijkheid om dit te realiseren. Deze richt zich op de adviesvragen die burgers doen bij Veilig Thuis. De Taskforce wil de gegevens van het kind bij adviesaanvragen van burgers laten registreren wanneer blijkt dat kindermishandeling niet kan worden uitgesloten. Dit biedt Veilig Thuis de mogelijkheid adviesvragen van verschillende burgers over hetzelfde kind aan elkaar te koppelen en indien noodzakelijk in te grijpen. Iets wat in de huidige situatie niet mogelijk is.
Professionals blijven de mogelijkheid houden anoniem advies in te winnen. Zij zijn immers verplicht de stappen van de meldcode te volgen. Als tijdens het doorlopen van de meldcode blijkt dat kindermishandeling niet valt uit te sluiten, is er voor de professionals maar één mogelijkheid: een melding doen bij Veilig Thuis.
Lastige afweging vermijden
De taskforce veronderstelt dat deze maatregelen ertoe leiden dat de gegevens van een kind waar verschillende professionals zich zorgen over maken, aan elkaar kunnen worden gekoppeld zodat er eerder kan worden ingegrepen. Het zou er ook toe leiden dat professionals ‘geen lastige afweging meer hoeven te maken om al dan niet te melden’. Als na het doorlopen van de meldcode blijkt dat kindermishandeling niet kan worden uitgesloten, moet je immers melden. Als argument wordt aangevoerd dat professionals vaak dilemma’s bij het melden ervaren, zoals de angst om ouders vals te beschuldigen of het vertrouwen van het kind te verliezen. Met een meldplicht in stap 5 valt deze keuzevrijheid dus weg.
Omstreden
De voorstellen van de taskforce zijn echter niet onomstreden. Eén van de redenen waarom de meldcode momenteel bestaat, is immers dat diverse beroepsgroepen zoals artsen en verpleegkundigen, een meldplicht niet zagen zitten. Zodoende is de meldcode ontstaan als een alternatief voor een meldplicht. Ook de Rijksoverheid stelde tot nu toe dat er geen bewijs is dat een wettelijke meldplicht leidt tot het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Onderzoek in landen waarin een meldplicht geldt, laat zien dat dit leidt tot veel onterechte meldingen (tot 79%), omdat professionals alle mogelijke signalen melden uit angst voor aansprakelijkheid in geval van het niet melden. Dat zou dan weer leiden tot een onnodige belasting van de Veilig Thuis organisaties en onnodige, stigmatiserende onderzoeken binnen het gezin.
Bovendien blijkt de meldcode effectief. Professionals met een meldcode grijpen drie keer vaker in dan professionals zonder meldcode. Tot op heden concludeert de overheid dan ook dat een meldplicht een aantal grote nadelen heeft en niet toevoegt aan een goed en breed toegepaste verplichte meldcode.
Nationaal rapporteur
De tegenstanders van een meldplicht vinden ook de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corinne Dettmeijer, aan hun kant. “Een meldplicht neemt de wezenlijke dilemma’s die mensen kunnen ervaren bij het signaleren en melden van een situatie van kindermishandeling niet weg”, zo stelt zij. “De angst om ouders vals te beschuldigen of het vertrouwen van het kind te verliezen zal ook bij een meldplicht kunnen bestaan. Het is bovendien onzeker of een meldplicht twijfelende professionals stimuleert om te overleggen met collega’s, Veilig Thuis of andere experts en om het gesprek aan te gaan met het betreffende kind en de ouders, als de consequentie hiervan kan zijn dat zij verplicht zijn om te melden. Daarmee draagt invoering van een meldplicht niet bij aan de kwaliteit van meldingen: het zijn juist deze gesprekken die kunnen bijdragen aan de mate waarin de professional geïnformeerd en weloverwogen besluit om te melden”.
Dettmeijer geeft om die reden dan ook de voorkeur aan het stimuleren en scholen van professionals in het werken met de meldcode en het stimuleren van Veilig Thuis om vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik eerder te registreren als een melding.
In gesprek
De Taskforce heeft haar analyse en adviezen inmiddels gedeeld met de bewindslieden van V&J, VWS en OCW. In dat gesprek heeft staatssecretaris Van Rijn aangegeven de bevindingen van de Taskforce verder te onderzoeken en hier half oktober op terug te komen.
Interessant artikel? Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Meediscussiëren over de voor- en nadelen van een meldplicht? Dat kan ik onze LinkedIn-groep.