Blik op hulp

Onderwijsakkoord 2014: Extra geld voor scholing leerkracht

Onderwijsakkoord 2014: Extra geld voor scholing leerkracht
september 01
11:34 2014

onderwijsakkoord 2014 scholing“Onderwijs dat talent uitdaagt, vakmanschap waardeert en onze leerlingen en studenten voorbereidt op de veranderende maatschappij, dát is ons beeld van het onderwijs van morgen”, aldus minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker. In een brief aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het onderwijsakkoord 2014 schrijven zij dat het kabinet structureel €1,2 miljard per jaar gaat investeren om goed onderwijs te maken tot excellent onderwijs. Deze investeringen kunnen tot maximaal €2,2 miljard oplopen met de middelen die vrijkomen uit het studievoorschot.

Onderwijsakkoord 2014: professionele ontwikkeling docenten centraal

Met de in het onderwijsakkoord overeengekomen investeringen krijgen leraren meer mogelijkheden om zich professioneel te blijven ontwikkelen. Om dit te bewerkstelligen ontvangen leraren een persoonlijk budget. Leraren in het primair onderwijs krijgen recht op 2 klokuren per werkweek en €500 persoonlijk budget per fte per jaar. Hun collega’s in het voortgezet onderwijs krijgen een jaarlijks basisbudget, bestaande uit 5% van hun normjaartaak en €600, om vrij te besteden aan professionalisering. Docenten in het middelbaar beroepsonderwijs mogen scholing gaan volgen ter grootte van 59 uur per jaar.

Academisering

Daarnaast is in het onderwijsakkoord 2014 vastgelegd dat er meer masters en academici voor de klas moeten komen. Om dit te realiseren is als doel gesteld dat in 2020 30% van de leraren in het primair onderwijs een wo-bachelor of hbo- of wo-masteropleiding heeft afgerond. Voor het voortgezet onderwijs is het streven dat 50% van alle leraren een hbo- of wo-masteropleiding en 80-85% van de leraren in de bovenbouw van het vwo een wo-master heeft afgerond. Daarnaast is in het hbo afgesproken dat in 2016 80% van de docenten een mastergraad of PhD heeft afgerond. Om ervoor te zorgen dat leraren hun studie makkelijker kunnen combineren met werk en privé, krijgen zij vanaf 2015, met behulp van de Lerarenbeurs, meer uren voor vervanging om hun master te volgen.

Om de arbeidsvoorwaarden te moderniseren regelt het onderwijsakkoord dat de bestaande ouderenregelingen (BAPO) afgebouwd worden. Deze worden vervangen door regelingen die de participatie en kwaliteit bevorderen.

Begeleiding

Eerder riep hoogleraar Dolf van Veen op om leerkrachten de ruimte te geven om “on the job” begeleid te worden en om onderling ervaringen uit te wisselen. Met de ruimte die het onderwijsakkoord 2014 biedt voor individuele keuzes van werknemers, kunnen zij het budget voor duurzame inzetbaarheid bijvoorbeeld besteden aan collegiale intervisie, evenals aan studieverlof en coaching. Bovendien krijgen alle beginnende leraren na hun opleiding een goede begeleiding door een coach en extra tijd om zich het vak in de praktijk meester te maken.

Naast het verhogen van de professionele ontwikkeling van leraren worden er in het onderwijsakkoord 2014extra middelen vrijgesteld om de werkdruk te verlagen. Zo kunnen er in totaal 1200 voltijds conciërges en klassenassistenten worden aangesteld en kunnen leraren zich richten op het onderwijs.

Aandacht voor excellente leerlingen

Een tweede tak van het onderwijsakkoord richt zich op aandacht voor toptalenten onder leerlingen. Scholen krijgen mogelijkheden om bijvoorbeeld aparte trajecten voor excellente leerlingen in te richten, leerlingen in een aantal vakken eerder examen te laten doen of hen een vijfjarig vwo aan te bieden. Ook in het mbo is excellentie een onderdeel van de kwaliteitsplannen van elke instelling. Hier krijgt excellentie onder meer vorm in programma’s naast het reguliere curriculum, waarin selecte groepen studenten worden uitgedaagd met opdrachten die verder gaan dan de eisen voor het behalen van hun diploma.

Modernisering

Ook het gebruik van ICT wordt met het onderwijsakkoord 2014 verder gestimuleerd. Door gebruik van ICT is het mogelijk om leerroutes beter aan te passen aan individuele leerlingen en om voor elke leerling een eigen uitdaging te bieden. Dit geldt zowel voor leerlingen met een achterstand, die een beetje extra zorg nodig hebben, als ook voor leerlingen die juist uitblinken. Er is afgesproken dat alle scholen in het primair onderwijs in 2015 een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT hebben ontwikkeld. Daarnaast is er afgesproken dat leraren in 2020 beschikken over de nodige ICT-vaardigheden en dat zij deze ook inzetten in hun lespraktijk.

Voortgang

De voortgang op de belangrijkste doelstellingen van het onderwijsakkoord wordt jaarlijks gevolgd. “In 2017 wordt er vastgesteld of er voldoende voortgang is geboekt in het funderend onderwijs. Waar nodig zal er bijgestuurd worden”, zo stellen Bussemaker en Dekker. In het mbo en hoger onderwijs worden afspraken gemaakt met individuele instellingen en wordt eveneens de voortgang gevolgd. Zo krijgen instellingen in het mbo een resultaatafhankelijk budget voor de verbeteringen die zij realiseren, gebaseerd op meetbare streefdoelen.

Interessant artikel? Meld u dan nu aan voor de gratis nieuwsbrief en mis niets!

Soortgelijke artikelen