Niet vanzelf (Column)
On 12/02/2016 by Redactie StandardOp zeer korte termijn wordt iedere professional die met kinderen werkt, verplicht om vermoedens van kindermishandeling bij Veilig Thuis te melden. Sinds 2013 was de zogeheten “Meldcode” van kracht, een verplicht stappenplan dat deze professionals dienen te volgen. De Meldcode had echter geen expliciet verplichtend karakter, waardoor veel gevallen van (vermoedens van) kindermishandeling niet werden gemeld, met als gevolg dat mishandeling niet- of pas zeer laat, wordt ontdekt. Niet ontdekt, te laat ontdekt; we kennen helaas allemaal een aantal schrijnende verhalen van kinderen. Dat leidt vanzelfsprekend tot de vraag waarom het verplichte melden niet veel eerder in het leven is geroepen? Het verplicht melden kende -en kent- vele tegenstanders. Professionals zijn bang dat ouders kinderen aan zorg of begeleiding zullen onttrekken, op het moment dat arts en/of hulpverlener, en zelfs de begeleidster van de kinderopvang, verplicht wordt om bij vermoedens van kindermishandeling melding te maken.
In mijn optiek is dat echter slechts de helft van de waarheid. Uit de praktijk kan ik een voorbeeld noemen dat mij nog helder voor de geest staat:
In gesprek met een professional die de ouder begeleidde van een kindje waarbij vermoedens bestonden van kindermishandeling, vroeg ik de bewuste hulpverlener waarom diegene geen melding had gemaakt bij (destijds) het AMK.
– “Als ik dat doe, raak ik het vertrouwen van mijn cliënt kwijt.”
– “Dat kan gebeuren. Als je het niet doet, kunnen de ontwikkeling en de veiligheid van een onschuldig kind op het spel staan.”
– “Maar dan breng ik de behandelrelatie in gevaar. En als ik geen behandelrelatie meer heb met deze ouder, wie past er dan op het kind?.”
Ergens is die denkwijze begrijpelijk en getuigt die van betrokkenheid. Het compleet omgekeerde is echter waar: het is het toppunt van de arrogantie van de bevlogen hulpverlener. Op het moment dat je namelijk melding maakt, deel je de verantwoordelijkheid en de betrokkenheid. De last van het ‘weten’, of liever ‘vermoeden’ drukt niet meer alleen op jouw schouders. Volharden in gesloten hulpverlenerschap terwijl de situatie voor het kind dreigend is, leidt uiteindelijk nergens toe. Niet voor het kind en diens ontwikkeling, maar ook niet voor de ouder. Ouders mishandelen hun kind niet moedwillig, omdat ze daar plezier in hebben, omdat ze daar zin in hebben. Mishandeling is doorgaans geen uiting van onwil. Het is een uiting van onvermogen en onmacht.
Van patronen of van referentiekaders. Van cultuur of van beperking. Deze ouder houdt van zijn kind. Deze ouder weet dat wat er gebeurt, niet goed te praten is en moet stoppen. Deze ouder schaamt zich. Is machteloos. Heeft een hulpvraag maar kan die niet neerleggen, bang voor de gevolgen.
Er zijn ook ouders die zich niet bewust zijn van de mishandeling, zeker niet wanneer die bestaat uit emotionele mishandeling, ook wel emotionele verwaarlozing genoemd. Deze ouder zal zichzelf en zijn situatie wellicht niet herkennen in de melding. Komt mogelijk in verzet, biedt weerstand. En houdt net zo goed van zijn kind. Schaamt zich. Voelt zich machteloos.
Het melden van (vermoedens van) kindermishandeling is nooit prettig, of het nu verplicht is of niet. Maar het is wel noodzakelijk.
Extra vervelend vinden professionals dat zij niet anoniem kunnen melden. Een uitzondering op die regel is slechts mogelijk wanneer de veiligheid van het kind, de professional of derden ernstig in gevaar zouden zijn bij een zogeheten ‘open’ melding.
In Nederland vinden we met z’n allen dat kinderen veilig moeten kunnen opgroeien. Op het moment dat het vermoeden bestaat dat die veiligheid in het gedrang zou kunnen zijn, moet de verantwoordelijkheid voor die veiligheid gedeeld kunnen worden.
Cliënten spreken vaak van een ‘onterechte melding door professionals’. Als u het mij vraagt, is geen enkele melding door een professional onterecht.
Professionals worden getraind in het gebruik van de Meldcode en doorlopen een stappenplan, dat hen ondersteunt bij het wegen van het besluit om al dan niet melding te maken van vermoedens van kindermishandeling. Het is geen besluit dat lichtvaardig genomen wordt. Serieuze vermoedens moeten gemeld worden. Aan het vervolg dat aan die melding gekoppeld wordt, zou je misschien termen als ‘terecht’ of ‘onterecht’ kunnen koppelen. En zelfs dat is een gedeelde verantwoordelijkheid, die niet door slechts één professional gedragen wordt.
De intrede van het verplichte karakter van melden, de meldplicht, dwingt ons allemaal om de verantwoordelijkheid die we delen, ook te nemen. En dat is een mooi staaltje ‘OmDenken’, om in actuele termen te spreken. Laten we er samen voor zorgen dat het ook werkt.
Dat we de schrikbarende cijfers over gekende en onbekende kindermishandeling zienderogen zullen zien afnemen. Dat we manieren en methodieken effectief kunnen inzetten om ouders te ondersteunen in het creëren van een veilige opvoedsituatie voor hun kind. En bovenal: dat we zoveel mogelijk kinderen adequaat kunnen beschermen en ze kunnen laten opgroeien in veiligheid, op alle gebieden.
Op de website van de Rijksoverheid vind je meer informatie over de Meldcode, en het vijfstappenplan dat je daarbij kan ondersteunen.
Ricky van Ek is opgeleid als sociaal-pedagogisch hulpverlener en als jeugdzorgprofessional werkzaam voor een landelijke organisatie. Zij is één van de vaste columnisten van Blik op Hulp.
Interessante column? Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren? Dat kan in onze LinkedIn-groep.