
Vandaag kwam ik jou tegen. We kennen elkaar niet; ik was toevallig op de plek waar jij woont, omdat ik een afspraak had met iemand anders. “Hallo mevrouw!”, riep je vriendelijk. “Alles goed met u?”
Zonder aarzeling stak je je hand naar me uit, om me te begroeten, ook al heb je mij nooit eerder gezien.
Je blijft even erbij zitten, als ik praat met jouw begeleidster. Je luistert aandachtig. En ik kijk naar jou, zíe jou. Een veel te jonge jongen, helemaal alleen aan de andere kant van de wereld. Gescheiden van jouw familie, het dorp waar je woonde, de cultuur waarin je opgroeide. Gevlucht voor een oneerlijk regime, dat jou probeerde te dwingen je in te zetten voor een strijd die niet de jouwe is. Ook al ken ik jouw persoonlijke verhaal niet, ik ken dat van een aantal van jouw land- en leeftijdsgenoten. En die verhalen zijn stuk voor stuk aangrijpend. Niet te bevatten voor iemand die is opgegroeid in vrijheid, met het recht op scholing, onderdak en bovenal in veiligheid.
Daar zit je. Een zelfgemaakte tattoo met veel te dikke lijnen van zwarte inkt in jouw donkere jonge huid. Een uiting van liefde voor jouw moeder, met een hart erbij. Ik weet dat je die tattoo zelf hebt gezet, toen je gevangen werd genomen. Jullie mogen van je familie geen tattoos hebben, behalve indien jullie door geweld van hen gescheiden worden. Een herinnering aan wat was, een verlangen naar wat hopelijk ooit hersteld zal worden.
Ik heb jouw broeders zien huilen om de moeder die ze achterlieten, in het holst van de nacht gevlucht zonder iemand in te lichten. Hooguit een verfrommeld briefje met een telefoonnummer op zak, en de kleren die je aan had toen je moest rennen voor je leven. Voor een leger dat jouw identiteit van je af zal nemen en dat je nooit meer uit haar greep zal loslaten. Tot je de strijd, waar je nooit voor koos, met je leven hebt moeten bekopen.
Sommigen van jouw broeders en zusters zijn, net als jij, gevangen genomen op hun vlucht. Gemarteld. Geslagen en misbruikt. Hebben met hun lichaam hun vrijheid moeten betalen. Zijn verkocht, vermoord, verdronken of verhandeld voor hun organen. Velen hebben het niet gered.
Jij wel.
Jij zit nu hier, op een bankje, en je begroet mij met al je hartelijkheid. Ook al ken je mij niet. En ik jou niet.
Ik kan me de zorgen en het verdriet van jullie moeders niet voorstellen. Soms heb ik een mama aan de telefoon, daar aan de andere kant van de wereld. Dan vertelt ze mij over haar zorgen, over haar angsten en de onzekerheid of en wanneer ze haar kind weer mag zien. En ik probeer haar gerust te stellen: er wordt voor jouw kind gezorgd. Er wordt op jouw kind gepast. Maar ik weet, terwijl ik de woorden uitspreek, dat ik nooit zo voor haar kind zal kunnen zorgen als zijzelf. Moederliefde is universeel.
Het breken van een moederhart is bijna hoorbaar door de telefoon, op duizenden kilometers afstand.
En het voelt oneerlijk. Alleen omdat haar kind daar geboren werd en het mijne hier, is dit gezin uit elkaar gereten. Jij zit hier, vriendelijk en beleefd. Je wil er iets van maken en accepteert dat zaken anders gaan dan je zou willen. Dat je op maar heel weinig dingen aanspraak kunt maken. Je voelt dat de mensen hier een mening over je hebben. Ik voel dat zelfs, als ik voor- en met jullie op pad ben. Jullie worden met de nek aangekeken. Er wordt over jullie gefluisterd.
Door mensen die jullie niet kennen. Nét als ik. En tegen wie jullie net zo vriendelijk, dankbaar en beleefd zouden zijn als tegen mij. Omdat dat óók is wie en wat jullie zijn: heel gewone kinderen in een bijzondere situatie. Met een onzichtbare rugzak vol bagage. nIk zou hem zo graag eventjes van jullie overnemen, die rugzak. Dan zou ik al jullie ervaringen op een grote tafel uitstallen. En aan de fluisteraars laten zien dat dit is wat er gebeurt, dat dit is waarom jullie hier zijn.
In een land waar iedereen zo hard roept dat kinderen moeten opgroeien in vrijheid, zijn jullie je jeugd al lang geleden verloren.
Toen je met dat verfrommelde briefje in je hand alles achterliet.

Ricky van Ek is opgeleid als sociaal-pedagogisch hulpverlener en als jeugdzorgprofessional werkzaam voor een landelijke organisatie. Zij is één van de vaste columnisten van Blik op Hulp.
Interessante column? Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren? Dat kan in onze LinkedIn-groep.