Foto: Anthony Albright (CC BY-SA 2.0)

Van hoogbegaafde kinderen wordt vaak gedacht dat zij vanzelfsprekend op de top van hun kunnen presteren. Bart Vogelaar ontdekte in zijn onderzoek dat ook deze kinderen na oefening en toelichting vooruitgang boeken op testen. Opvallend is dat ze wat dat betreft precies gelijk op gaan met hun leeftijdsgenootjes.
Wanneer kinderen getest worden tijdens een toets op school of wanneer hun leervermogen wordt getest, laten zij niet altijd hun hele kunnen zien. Testangst of een lagere zogenaamde “metacognitie” – kennis die het leren vergemakkelijkt – kunnen er de oorzaak van zijn dat een leerling beneden diens kunnen presteert. Om dit probleem te ondervangen, werden door Bart Vogelaar dynamische testen ingezet. Daarin worden de leerlingen tijdens de test getraind en wordt hun vooruitgang vastgelegd, zodat een beter beeld van het leervermogen ontstaat. ‘De gedachte is vaak dat hoogbegaafde kinderen bij dergelijke tests al hun volledige potentieel laten zien en dat zij dus geen training of uitleg nodig hebben,’ legt de ontwikkelingspsycholoog van de Universiteit Leiden uit. ‘Ik vroeg mij af of die aanname wel klopt.’
Vooruitgang meten

Analoge redeneertaken
Voor zijn promotieonderzoek werden 522 vijf- tot tienjarige kinderen, waarvan 173 hoogbegaafde kinderen en 349 gemiddeld begaafde leerlingen, dynamisch getest met een zogeheten leerpotentieeltest. De kinderen losten analogische redeneertaken op. Deze taken bestonden uit vier vakjes met verschillende geometrische figuren. De eerste drie vakjes waren gevuld met figuren die per vakje middels bepaalde regels veranderden, bijvoorbeeld in grootte, of in positie. De kinderen moesten middels analogisch redeneren zelf de figuren tekenen die in het laatste vakje hoorden.
Startmeting
De test bestond uit een startmeting van een reeks opgaven, daarna een training en tot slot een serie opgaven als nameting. Vogelaar: ‘Dit type test geeft een beter inzicht hoe goed kinderen kunnen leren, aangezien niet alleen kan worden gemeten hoeveel kinderen vooruitgaan op een nieuwe taak, maar ook hoeveel en welke hulp zij nodig hebben voor deze vooruitgang.’
Training helpt hoogebegaafde kinderen

Dr. Bart Vogelaar: “Hoogbegaafd kind heeft evenveel uitleg nodig”
Uit de uitkomsten van de test bleek dat alle groepen kinderen vooruitgang lieten zien tussen de start- en nameting, maar wel met grote individuele verschillen. ‘Dus ook hoogbegaafde kinderen zijn gebaat bij uitleg en training, en laten bij testen niet altijd hun volledige leerpotentieel zien.’ Daaruit concludeert Vogelaar dat dynamisch testen een betere doorkijk biedt in het redeneervermogen en het leerproces van hoogbegaafde kinderen dan een conventionele test, zoals bijvoorbeeld een IQ-test.
Evenveel training en instructie
Wat Vogelaar helemaal verbaasde, was dat de twee groepen kinderen helemaal niet zoveel verschilden. Uit de test bleek dat hoogbegaafde kinderen dezelfde behoefte aan instructie hebben als gemiddeld begaafde kinderen en evenveel vooruitgang lieten zien tussen de voor- en de nameting. ‘De hoogbegaafde kinderen begonnen op een hoger niveau van redeneren, maar maakten een even grote stap vooruit als de gemiddeld begaafden.’ Deze uitkomsten suggereren dat zij net zoveel leren van training en instructie als gemiddeld begaafde kinderen.
Ook hoogbegaafde kinderen extra ondersteunen
Van hoogbegaafde kinderen wordt in het onderwijs vaak aangenomen dat zij er op eigen kracht kunnen komen en dat zij geen extra ondersteuning nodig hebben. Daardoor lijkt het er soms op dat ze vergeten worden. Vogelaars onderzoek toont aan dat ook hoogbegaafde kinderen gebaat zijn bij ondersteuning en extra aandacht in het onderwijs. ‘Het feit dat kinderen slim zijn, wil niet zeggen dat zij altijd op de top van hun kunnen presteren.’
Interessant artikel? Meld je dan aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit artikel? Dat kan in onze LinkedIn-groep!