Blik op hulp

“Begeleiding genderdysforie vraagt om professionele kennis”

“Begeleiding genderdysforie vraagt om professionele kennis”
november 25
12:37 2020

Eén van elke 250 mensen wordt geboren als transgender. Het komt dus veel vaker voor dan mensen meestal denken. De stress die deze kinderen ervaren als gevolg van de mismatch tussen het geslacht dat ze biologisch gezien hebben en het geslacht waarmee ze zich identificeren wordt genderdysforie genoemd. Blik op Hulp interviewde Sandy Kardolus van Schiedams LEF over dit onderwerp.

Twee à drie jaar

Een veel voorkomend misverstand is dat genderdysforie pas gaat spelen in de puberteit. Dat blijkt niet het geval, want het komt al bij heel jonge kinderen tot uiting. Sandy: “25% van alle transgender personen weet het al rond de leeftijd van twee á drie jaar. Het wordt vaak gezien als een fase, terwijl dat in de meeste gevallen niet zo is. Het traject dat doorlopen moet worden is vaak onbekend. Als de hulpverlening onvoldoende is of te laat op gang komt kan dit vérstrekkende gevolgen hebben, zoals depressiviteit, zelfverwonding of suïcidale gedachten. Genderdysforie is aangeboren en geen keuze”.

Diagnoses en operaties

De andere angsten van ouders en hulpverleners hangen voor een belangrijk deel samen met de jonge leeftijd waarop genderdysforie zich manifesteert. “Vanwege de jonge leeftijd van een genderdysfoor kind zijn ouders vaak bang dat het een fase is. Of ze zijn bang dat hulp meteen leidt tot een definitieve diagnose. Door onwetendheid denken mensen daarnaast bijvoorbeeld vaak dat iemand meteen een geslachtsveranderende operatie moet ondergaan. Uit de praktijk blijkt dat kinderen heel goed begeleid kunnen worden en dat er maatwerk geleverd wordt in de genderklinieken”, aldus de Schiedamse.

Afhankelijk

Wat het nog moeilijker maakt is dat kinderen afhankelijk zijn van hun ouders en professionals. “Ze zijn minderjarig en kunnen daardoor niet zelf de hulp inschakelen”, legt Sandy uit. “Ouders moeten hen aanmelden bij het genderteam. Als ouders er niet achter staan omdat ze hun kind er nog te jong voor vinden, dan kan een kind er heel erg ongelukkig van worden met alle gevolgen van dien. Voor professionals is het belangrijk dat zij voldoende kennis hebben over genderdysforie. Soms kan een professional door hele kleine dingen te veranderen het kind al gelukkig maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gebruik van het gewenste toilet of de kleedkamer bij gym op school.”.

Ouders

Voor het kind is erkenning dus heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt ook dat als een kind al op jonge leeftijd zichzelf mag zijn, hij of zij later net zo gelukkig is als iemand die direct met het gewenste geslacht geboren wordt. Het kind is echter niet de enige die de gevolgen van genderdysforie ervaart. Ook voor ouders is het vaak een emotionele situatie. Sandy: “Voor ouders is het belangrijk dat zij weten welke stappen ze moeten ondernemen en wat ze kunnen doen om het kind goed te begeleiden. Ook ouders hebben vragen en behoefte aan begeleiding. Sommige ouders maken echt een rouwproces mee, bijvoorbeeld doordat ze afscheid hebben genomen van hun dochter en nu een zoon hebben”.

Deskundigheid

Bij hulpverleners ontbreekt het nogal eens aan de deskundigheid om op een goede manier te werken met kinderen en ouders die met genderdysforie te maken hebben. “Ik zou zo graag willen dat de kennis over dit onderwerp vergroot wordt bij hulpverleners en leerkrachten, zodat zij ouders en kinderen goed kunnen begeleiden. Daar is professionalisering voor nodig. Een kind en ouder erkennen in hun gevoel is de eerste stap voor goede hulpverlening. Daarnaast is het aan te raden dat de professional weet welk traject een transgender kan doorlopen tijdens diens transitie. Het zou daarom goed zijn als kennis op dit gebied wordt aangeboden bij de opleiding tot hulpverlener”.

Niet alleen de hulpverlening speelt een rol. Ook scholen zouden volgens Sandy Kardolus een duit in het zakje moeten doen. “Door zoveel mogelijk kinderen vanaf jonge leeftijd te vertellen over seksuele diversiteit – en daar aandacht aan te besteden op een manier die bij de leeftijd past – wordt het ongewone steeds gewoner”.

Boek

Toen Sandy vanuit haar organisatie Schiedams LEF vanwege de coronacrisis geen les meer kon geven op scholen, besloot ze samen met haar collega Carolien Kruijs dat dit het moment was om een boek te schrijven. Zij hebben 20 interviews gedaan met ouders en hun transgender kinderen in de leeftijd van 7 tot 23 jaar. Deze verhalen zijn gebundeld in ‘Het mooiste dat je kunt worden is jezelf’.


Sandy Kardolus (links) is docent omgangskunde aan de Hogeschool Utrecht en werkt samen met Carolien Kruijs (rechts) binnen Schiedams LEF: een organisatie die zich bezig houdt met het onder de aandacht brengen van (seksuele) diversiteit.


Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen