
Kinderen en volwassenen met een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) vertonen in het dagelijks leven vaker risicovol gedrag dan zich normaal ontwikkelende leeftijdsgenoten. Daarnaast ervaren ze vaak problemen op sociaal gebied en in het functioneren op school of werk. Zowel de onoplettendheid en hyperactiviteit-impulsiviteit als cognitieve kenmerken van ADHD, zoals beperkingen in executieve functies, dragen waarschijnlijk bij aan deze problemen. Motivationele factoren, zoals beloningsgevoeligheid, lijken echter ook een rol te spelen. In haar proefschrift biedt Geraldina Gaastra een samenvatting van de kennis over verschillende aspecten van beloningsgevoeligheid bij ADHD.
Beloningsgevoeligheid
Onder beloningsgevoeligheid wordt de anticipatie en reactie op een beloning verstaan. Gaastra bestudeerde in haar proefschrift zowel de neuropsychologische als de onderwijskundige aspecten van beloningsgevoeligheid bij ADHD. Gaastra: “Er zijn al veel studies naar ADHD uitgevoerd, maar vaak ontbreekt een duidelijk en volledig overzicht. Zo’n overzicht is belangrijk voor het opstellen van wetenschappelijk gebaseerde richtlijnen voor de praktijk”. Haar proefschrift richtte zich daarom op het kritisch reviewen van de literatuur betreffende neuropsychologische en onderwijskundige aspecten van beloningsgevoeligheid bij ADHD.
Uitgestelde beloningen
Onderzoek had al aangetoond dat personen met ADHD in vergelijking met personen zonder ADHD een verhoogde aversie hebben tegen uitgestelde beloningen en meer gemotiveerd worden door tastbare beloningen. Dit proefschrift wijst uit dat de waarschijnlijkheid van beloningen ook een rol speelt, met name bij kinderen en adolescenten met ADHD. Daarnaast blijkt dat er voorzichtige aanwijzingen zijn dat kinderen met ADHD een intacte gevoeligheid of zelfs overgevoeligheid vertonen voor sociale beloningen. Gaastra: “Deze bevinding werpt licht op mogelijke onderscheidende kenmerken tussen ADHD en ASS”.
Interventies
Met betrekking tot de onderwijssetting zijn beloning-gebaseerde interventies één van de aanbevolen interventies voor leerlingen met ADHD. “Mijn proefschrift wijst inderdaad uit dat beloning gebaseerde interventies tot positieve effecten leiden bij leerlingen met ADHD-symptomen. Om precies te zijn, beloning-gebaseerde interventies leiden tot grote verbeteringen in het gedrag van leerlingen met ADHD-symptomen en zijn effectiever voor het verminderen van niet-taakgericht gedrag dan antecedent-gebaseerde interventies”, stelt Gaastra. Zulke antecedent-gebaseerde interventies richten zich op het aanpassen van de omstandigheden waarin iemand werkt, door bijvoorbeeld de werkomgeving, de opdracht of de instructie aan te passen.
Klassenmanagement
Leerlingen met ADHD ervaren in het functioneren op school problemen. Daardoor ervaren leerkrachten vaak een verhoogd stressniveau bij het onderwijzen van zulke leerlingen. Tot nu toe was er echter weinig bekend over het klassenmanagement voor leerlingen met ADHD van Nederlandse leerkrachten in de schoolpraktijk. Het proefschrift van Gaastra biedt een belangrijke doorkijk in de ervaringen van Nederlandse leerkrachten met wetenschappelijk bewezen effectieve klasseninterventies voor leerlingen met ADHD. “Zo blijkt bijvoorbeeld dat er een verschil is tussen de wetenschappelijk bewezen effectiviteit en de door leerkrachten ervaren effectiviteit en gerapporteerde gebruiksfrequentie van klasseninterventies”, legt Gaastra uit.
Bijscholing
“Deze bevindingen hebben belangrijke gevolgen voor de voorziening van geschikte leerkrachtondersteuning en benadrukken het belang van het overbruggen van de kloof tussen wetenschap en praktijk”. Het belang van het aanbieden van geschikte bijscholing voor leerkrachten is volgens de onderzoeker dan ook groot. Daarnaast blijkt het huidige scholingsniveau in het omgaan met gedragsproblemen niet gerelateerd te zijn aan hoe vaak leerkrachten klassenmanagementstrategieën gebruiken. Gaastra: “Dat betekent dat de huidige scholing mogelijk bijgesteld moet worden. Het lijkt bij deze cursussen relevant om ook aandacht te besteden aan de opvattingen over ADHD, omdat die gerelateerd zijn aan het vaker toepassen van klassenmanagementstrategieën”. Tekortschietende deskundigheid van de leerkracht blijk echter niet het enige probleem. Leerkrachten blijken verschillende belemmeringen te ervaren met betrekking tot het toepassen van strategieën voor leerlingen met ADHD-symptomen. Dat duidt erop dat reguliere scholen in Nederland nog onvoldoende gefaciliteerd zijn voor de recente politieke veranderingen rondom de inclusie van leerlingen met speciale behoeften. Het is daarom cruciaal om leerkrachten geschikte ondersteuning te bieden”, bepleit Gaastra.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.