Burn-out: jongeren herverbinden met hun ‘backoffice’
On 22/05/2019 by Redactie StandardStress en burn-out komen steeds vaker voor. Ook onder jonge mensen. Maar waardoor komt dat dan? Hoe herken je het? En wat doe je eraan? Blik op Hulp vroeg het Prof. Dr. Jan Derksen van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Burn-out
“De laatste veertig jaar zien we bij praktisch iedereen meer stress. We kennen in onze samenleving een grote tempo versnelling. Alles gaat sneller als gevolg van de moderne technologie”, schetst Derksen. “Onderzoeksmatig hebben we geen zekerheid over burn-out maar het vermoeden is wel sterk. Dat we het van een vermoeden moeten hebben, komt vooral doordat burn-out geen categorie in het diagnostisch handboek DSM-5 is. In de prevalentie van psychopathologie wordt het evenmin meegenomen. Dat maakt het dus lastig om een objectief beeld te krijgen van hoe vaak het voorkomt. We kunnen wel zeggen dat jongeren meer onder druk staan dan vroeger, deze druk komt vanuit twee kanten; vanuit hun binnenwereld en vanuit de buitenwereld”.
Binnen- en buitenwereld
In de praktijk van het onderwijs en de hulpverlening komen professionals met grote regelmaat jonge mensen tegen die het allemaal niet meer lijken te trekken. Wat maakt juist jongeren dan zo kwetsbaar voor stress en burn-out? Derksen: “De binnenwereld is bij tieners en adolescenten tussen 10 en 25 jaar een aparte, aan de leeftijd gebonden psychologische wereld. In die wereld is de jongere niet gericht op het verleden en evenmin op de toekomst maar vooral op de ander. De leeftijdsgenoot is het belangrijkst in hun psychologisch evenwicht. Ze vergelijken zich voortdurend met elkaar en zoeken voortdurend contact en bevestiging. Nu komt erbij dat in onze samenleving de sociale media zijn uitgevonden en heel snel een grote plaats zijn gaan innemen. Hierdoor is het vergelijkingsmateriaal intensiever geworden. Bovendien vergelijken jongeren zichzelf met veel meer mensen dan vroeger. Leeftijdgenoten van over de hele wereld vormen tegenwoordig het vergelijkingskader. Dat is een psychische realiteit geworden. Hier komt bij de druk op de binnenwereld de druk vanuit de buitenwereld erbij”.
Psychologisch frontoffice
“Als gevolg daarvan verkeert een jongere nu heel veel tijd in diens psychologisch ‘frontoffice’. Met frontoffice bedoel ik het sociaal wenselijke deel. De buitenkant. De oppervlakkige psychische wereld”, licht Derksen toe. “De tijd om nog in hun ‘backoffice’ te verkeren is minimaal geworden. In het backoffice zitten de diepere gevoelens en belevingen. Daar zit ook de frustratie, de pijn, de reactie op tegenslag, de jaloezie, de moeite met de dingen, de somberheid, de boosheid. Dat soort dingen. En dat backoffice wordt niet gedeeld via sociale media. De oefening die jonge mensen hebben met het omgaan met alle backoffice inhoud wordt minder en minder.Dat heeft consequenties voor de emotionele intelligentie van jongeren. Die wordt in mijn ogen minder getraind en daarmee zijn jongeren minder vaardig in het omgaan met stress, tegenslag en frustratie”.
Achterbank-kinderen
Komt het dan allemaal alleen door de opkomst van social media? Of zijn er ook nog andere factoren die ertoe bijdragen dat jongeren een burn-out krijgen? Derksen vindt van wel: “Bij de hele social media druk moet je optellen dat millennials voor een deel als achterbank kinderen zijn opgevoed. Vaak zijn ze sterk uit de wind gehouden en te beschermd opgevoed. Ze groeien op met troste ouders die voortdurend druk met ze zijn en bezig zijn ervoor te zorgen dat het goed met ze gaat. Omgaan met tegenslag, met wind en regen op de fiets, vallen en blauwe plekken oplopen is verminderd aanwezig. Zo kun je je eenvoudig voorstellen dat ze op jonge leeftijd, zodra de teleurstellingen op ze afkomen, zodra er tegenslag opkomt zetten ze zichzelf snel verslagen voelen. Ik noem dat altijd tropische visjes in de Noordzee”.
Keuzestress
Ook de manier waarop onze maatschappelijke omgeving functioneert werkt volgens de hoogleraar stress in de hand. “Keuzestress is ook een belangrijke factor. De keuzes voor jongeren zijn enorm toegenomen. In psychologisch opzicht zijn we gebaat bij ongeveer 4 alternatieven. Tegenwoordig zijn dat er met een beetje pech al snel 4000. Dat roept extra problemen op die zich op veel manieren manifesteren: Psychische klachten die lijken op burn-out, maar vaak ook symptomen van depressie. Ook zien we wat de Amerikaanse collega’s listlessness noemen: ze hebben geen plannen meer, geen agenda. Ze weigeren elke hindernis, zitten thuis, gamen wat en doen eigenlijk niks, komen tot niks. Dit duurt in mijn ervaring vaak enkele dagen”.
Therapeuten
Wanneer je als hulpverlener of onderwijsprofessional zo’n jongere aantreft, waar vind je dan aanknopingspunten om hen te helpen uit hun burn-out te komen? Derksen: “Jongeren doen er goed aan zich te realiseren waar hun stress vandaan komt en zichzelf te verdiepen in hun backoffice. Het helpt om dat met hun leeftijdgenoten dit te delen. En dan niet via schermen maar gewoon, terwijl je elkaar in de ogen kijkt. ‘In vivo’, zoals dat in de psychologie heet. Ouders doen er goed aan eerst zelf hulp te vragen bij een professional en zo tips te krijgen voor de manier van omgaan met hun gestresste kind. Als je ouders verwijst, verwijs dan bij voorkeur naar een BIG-geregistreerde GZ-psycholoog, klinisch psycholoog of psychotherapeut. Kijk uit met verwijzen naar al die ’therapeuten’ die de markt bevolken zonder adequate opleiding. Ze worden ook niet vergoed. Verder is het belangrijk dat je er rekening mee houdt dat de jongere zelf niet snel toe is aan direct hulpverleningscontact. Dat moet ook niet worden opgedrongen. Het helpt immers pas als het aansluit”. En wat scholen betreft dan? “Scholen moeten vooral goed onderwijs geven”, vervolgt Derksen. “Ze kunnen hooguit een signaal afgeven maar kruip als leraar alsjeblieft niet in de rol van zorgverlener. Leraren weten meer dan genoeg van onderwijs. Goede hulpverleners weten wat ze moeten weten over het helpen van jongeren met een burn-out. Goed doorverwijzen is essentieel.”
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep. Boeken over dit thema vind je op onze bronnen-pagina.