
Een conflictscheiding is voor hulpverleners vaak al een hele kluif om bij betrokken te zijn. Maar wat als één van beide partners een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft? Daarover interviewden we Jacomijn Jacobs, die spreekt op het congres over conflictscheidingen, waarvan Blik op Hulp mediapartner is.
Ingewikkeld
Relaties waarbinnen één van de partners lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, worden vaak als ingewikkeld gezien. Waardoor komt dat eigenlijk? “Dat is om meerdere redenen het geval”, begint Jacobs. “Je hebt te maken met een biologische kwetsbaarheid. Dat wil zeggen een verhoogde gevoeligheid die leidt tot het heel intens beleven van emoties, impulsief reageren en een negatief affect. Daar reageert de buitenwereld vervolgens op. En dus ook de partner van iemand met borderline. Die ziet vaak een verhoogde stress en een onmacht om het gedrag in te zetten dat een bepaalde situatie vereist. Het gevolg is dat de partner of andere mensen binnen de sociale omgeving deze heftige emoties en stress willen wegnemen. Dit doen ze vaak door te dempen of weg te nemen, het willen begrijpen of adviseren”.
Mismatch
Dat partners de emoties van hun wederhelft met borderline graag willen ondersteunen is weliswaar logisch, maar leidt vaak juist tot meer problemen. Jacobs: :”Wanneer partners dat doen, ontstaat er een mismatch. Degene met de verhoogde gevoeligheid voelt zich vaak niet begrepen en heeft het gevoel dat zijn gevoelens gebagatelliseerd worden. Gevolg is vaak dat de stress juist toeneemt en het niet-helpende gedrag verder versterkt. Vervolgens heeft een partner of andere betekenisvolle ander weer de neiging om meer van hetzelfde te gaan doen. Het gevolg is een neerwaartse spiraal. Vaak zijn dat langdurige patronen en processen die zich vast gaan zetten en waar heel moeilijk uit te komen is. Degene met borderline gaat alleen nog maar slechter over zichzelf denken en de omgeving wordt steeds machtelozer. Om de onmacht op te heffen worden ze dan ofwel steeds zorgzamer of juist streng en kritisch. En allebei put emotioneel uit”.
Kans van slagen
Maar hebben relaties waarbinnen één van de partners aan borderline lijdt dan wel kans van slagen? “Ja”, stelt Jacobs gerust. “Zulke relaties hebben zeker kans van slagen, maar daar zijn bepaalde vaardigheden voor nodig, net als controle over emoties en gedrag en inzicht in wat er gebeurt. Dat kunnen mensen leren door middel van bijvoorbeeld dialectische gedragstherapie en emotionally focussed therapie. Daarmee kunnen mensen werken aan zelfcontrole en een verbeterde emotionele hechting. In mijn bijdrage aan het congres zal ik gedurende een uur stilstaan bij het hoe en wat van deze behandelingen”.
Rancune
Geen enkele scheiding is natuurlijk prettig, maar ook niet iedere scheiding is een conflictscheiding. Wanneer spreken we dan over een ‘gewone’ scheiding en op welk moment moeten we ons zorgen gaan maken? Jacobs: “Een vechtscheiding kun je zien als een ouderlijke scheiding waarbij de ouders ernstige conflicten hebben en waarbij het kind wordt ingezet in de onderlinge strijd jegens elkaar. Het belangrijkste verschil tussen een ‘gewone’ scheiding en een conflictscheiding is dat er geen herstel meer kan plaatsvinden in de negatieve interactiecirkel. Waar een scheiding in redelijke harmonie, maar ook minder harmonieus kan verlopen, mondt het bij een vechtscheiding uit in een waar gevecht tussen de ouders. Middels emotionally focussed therapie kun je deze negatieve interactiecirkel herkennen. Vervolgens probeer je die te doorbreken door de polarisatie over de borderline diagnose af te breken en de posities ten opzichte van elkaar te verhelderen. Zo’n patroon kan een hulpverlener ook behoorlijk klem zetten en onmachtig maken. Het model van de negatieve interactiecirkel kan ondersteunen in het opheffen van de verwijten en het terugbrengen naar de interactie en gezamenlijke verantwoordelijkheid. De interactie komt dan centraal te staan en niet allerlei persoonlijke ‘defecten'”.
Belang van het kind
Bij een scheiding zijn veelal niet alleen twee volwassenen betrokkenen, maar ook één of meer kinderen. De belangen van kinderen worden in een dergelijke negatieve interactiecirkel vaak volledig ondergesneeuwd. Jacobs: “Dat klopt. Kinderen worden het slachtoffer van een slepend proces waarin rancune de boventoon voert, de ouderrol wordt verwaarloosd en het kind-perspectief niet meer vertegenwoordigd wordt door de ouders. Doordat de affectregulatie van hun ouder impulsief en negatief is, ontstaat er vaak chaos en heftigheid en veel onmacht. Dat maakt het behalve voor degene met borderline, ook lastig zijn of haar kinderen. Scheidingskinderen van wie één van de ouders borderline heeft, zijn daarom vaak gewend zich aan te passen. Daar bedoel ik mee dat ze geen problemen willen veroorzaken. Ze gaan over-aangepast gedrag vertonen, extra lief doen, geen hulp meer vragen. Daardoor krijgen ze niet wat ze nodig hebben. Je ziet vaak dat deze kinderen in de puberteit niet geleerd hebben dat ze iets voor zichzelf mogen vragen, terwijl juist dat zo belangrijk is wanneer ze in een scheiding verzeild raken”.
Op het congres over conflictscheidingen zal Jacomijn Jacobs uitvoerig stilstaan bij specifieke aspecten in het werken met echtparen bij wie persoonlijkheidsproblematiek speelt en de uitdagingen die dit geeft voor hulpverleners. Ontvangers van de gratis nieuwsbrief van Blik op Hulp krijgen korting op de entree.

Jacomijn is afgestudeerd en geregistreerd als relatie- en gezinstherapeut en supervisor (NVRG). Daarbij is zij door de ICEEFT (het International Centre for Excellence in EFT) gecertificeerd als EFT/EFFT relatietherapeut (Emotionally Focused Therapy & Emotionally Focused Family Therapy) en EFT supervisor.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep. Boeken over dit thema vind je op onze bronnen-pagina.