Blik op hulp

Identiteit voorspeller van probleemgedrag

Identiteit voorspeller van probleemgedrag
oktober 13
14:38 2020

Identiteitsvorming speelt een belangrijke rol in emoties, emotieregulatie en probleemgedrag. Blik op hulp interviewde Dr. Andrik Becht over dit onderwerp. Andrik is spreker op het congres over emoties en emotieregulatie, dat voor deelnemers gedurende een hele maand online te bekijken zal zijn.

Ontwikkelingstaak

Het ontwikkelen van een sterke identiteit is een belangrijke ontwikkelingstaak tijdens de adolescentie en jongvolwassenheid. Dat is voor hulpverleners een belangrijk gegeven, vooral omdat bekend is dat identiteit een belangrijke voorspeller voor probleemgedrag is. “Veel hulpverleners en leerkrachten herkennen het belang van identiteit in hun dagelijkse werk met jongeren”, stelt Becht vast. “Op school zien we grote verschillen tussen adolescenten die bijvoorbeeld al erg actief op zoek zijn en nadenken over hun vervolgopleiding. Ze zijn op zoek naar welk werk of welke studie ze later willen gaan doen. Ook op het gebied van de ontwikkeling van vriendschappen zien we dat adolescenten nadenken over de vraag welke vrienden het beste bij ze passen en zien we ook wisselingen in vriendschappen als kenmerk van een ontwikkelende identiteit tijdens de adolescentie”.

Identiteitsonzekerheid

Hoewel identiteitsexploratie onderdeel is van de normale ontwikkeling, stelt Becht op basis van zijn eigen onderzoek en dat van collega’s vast dat identiteitsonzekerheid een belangrijke voorspeller is voor een scala aan probleemgedrag. “Een recent onderzoek dat ik uitvoerde bij een grote groep adolescenten in Nederland en België toonde aan dat adolescenten die toenemende onzekerheid over hun identiteit ontwikkelden een jaar later meer depressieve symptomen rapporteerden. Andersom vonden we geen verband, dus toenemende depressieve symptomen waren niet voorspellend voor verandering in identiteit. Dat onderzoek hebben we kunnen repliceren in twee grote, onafhankelijke steekproeven. Er lijkt dus enig bewijs te bestaan dat identiteit een belangrijke component voor interventies zou kunnen zijn bij het voorkomen of verminderen van depressieve symptomen”.

Angst en agressie

Adolescenten met identiteitsonzekerheid blijken echter ook wat andere emoties betreft vaker uit de bocht te vliegen. “Onderzoek laat zien dat adolescenten die meer identiteitsonzekerheid ervaren een verhoogde kans hebben op de ontwikkeling van angst. Ook laten ze meer agressie zien tijdens hun ontwikkeling. Daarnaast ontwikkelen adolescenten met meer identiteitsonzekerheid minder positieve relaties met ouders en broertjes of zusjes, maar ook buiten het gezin. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan vriendschapsrelaties met leeftijdgenoten. Het omgekeerde blijkt overigens ook waar: adolescenten die uit die identiteitsonzekerheid komen en een sterkere identiteit ontwikkelen, vertonen ook minder probleemgedrag en ontwikkelen meer positieve relaties”, aldus Becht. “De ontwikkeling van een sterke identiteit kan een belangrijke bron van psychologische veerkracht zijn voor adolescenten. Daardoor zijn zij in staat om te gaan met uitdagingen in hun dagelijks leven en zich te ontwikkelen tot goed functionerende jongvolwassenen”.

Positieve gezinssfeer

Volgens Becht biedt wetenschappelijk onderzoek een aantal aanknopingspunten om in te schatten welke jongeren een verhoogd risico lopen op problemen in de ontwikkeling van een eigen identiteit. “Zo zien we onder andere dat een positieve gezinssfeer die gekenmerkt wordt door open communicatie tussen ouders en kind voorspellend is voor de ontwikkeling van een stabiele identiteit. Tegelijkertijd denk ik dat een van de uitdagingen qua signalering is dat identiteit een subjectief proces is wat je niet direct kunt zien bij jongeren. Maar je kunt het wel meten door ernaar te vragen. Zo hebben we bijvoorbeeld een groep jongeren intensief gevolgd en dagelijks gevraagd naar hun identiteit. Daaruit bleek onder meer dat adolescenten die sterk op en neer gingen in het nadenken over hun identiteit een verhoogd risico hadden op de ontwikkeling van depressie en angst een jaar later”.

Interactie

Identiteitsontwikkeling vindt altijd plaats in interactie met de omgeving. Daardoor spelen ouders en familie een belangrijke rol bij de ontwikkeling van identiteit. “Zoals gezegd, zien we dat een goede hechting tussen ouder en kind en een positieve gezinssfeer belangrijk is voor de ontwikkeling van identiteit. Dit is ook niet zo gek omdat warmte en aandacht vanuit de ouders voor het kind aan het kind laat merken dat het het waard is om voor gezorgd te worden. Dat komt het zelfbeeld en identiteitsexploratie ten goede. In dat kader denk ik dan ook dat een vorm van psycho-educatie aan ouders over de ontwikkeling van een eigen identiteit tijdens de adolescentie kan helpen om handvatten te geven hoe ouders om kunnen gaan met de ontwikkelende puber”.

Betere relatie met ouders

De kwaliteit van de relaties met ouders verbetert wanneer adolescenten een duidelijker zelfbeeld ontwikkelden. Becht: “De relatiekwaliteit lijkt dus deels afhankelijk van veranderingen van de adolescent. Dat lijkt in eerste instantie te suggereren dat ouders niet zo van belang meer zijn bij de vorming van identiteit. Maar op basis van onderzoek weten we dat juist de manier waarop ouders reageren op hun kind van belang is voor het ontwikkelen van een eigen identiteit. De ondersteuning van ouders en familie door hulpverleners zou zich dan ook op die rol van ouders moeten richten. Dit blijkt ook verder uit het onderzoek waarbij het creëren van open communicatie binnen het gezin een belangrijke voorspeller was voor een positieve identiteitsontwikkeling”.

Hersenen

De invloed van ouders, hulpverleners en leerkrachten blijkt verder ondersteund te worden door onderzoek naar de ontwikkeling van de hersenen en identiteitsontwikkeling bij adolescenten. “We vonden daarbij dat de hersengebieden die zijn betrokken bij doelgericht gedrag, motivatie en reflectievermogen van adolescenten voorspellend waren voor de ontwikkeling van een sterke identiteit”, aldus Becht. “Ook op gedragsniveau vonden we dat jongeren die meer doelgericht gedrag rapporteerden een sterkere identiteit ontwikkelden. Je kunt je dit ook wel voorstellen als je bedenkt dat adolescenten met verhoogde motivatie en doelgericht gedrag eerder geneigd zullen zijn om te exploreren en er op uittrekken om uit te zoeken welke school of studie bijvoorbeeld het beste bij ze past. Die drive om te exploreren is een enorm belangrijk onderdeel van de identiteitsontwikkeling. Niet alle kinderen zijn echter even gemotiveerd en gestructureerd om bijvoorbeeld te gaan uitzoeken wat voor type werk of studie het beste bij ze past. Daarin ligt dan een belangrijke rol voor ouders, hulpverleners en leerkrachten die de adolescent daarin kunnen ondersteunen”.

Op het online congres over emoties en emotieregulatie zal Andrik Becht in een videocollege van een uur stilstaan bij de relatie tussen identiteit, emoties, (probleem)gedrag en de hulpverlening daarbij.


Dr. Andrik Becht werkt als postdoctoraal onderzoeker bij de afdeling Jeugd en Gezin aan de Universiteit Utrecht en in het Society, Youth, & Neuroscience Connected Lab (SYNC-lab), aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.  Hij zal op het online congres over emoties en emotieregulatie spreken over identiteit en sociale aanpassing.


In zijn onderzoek met onder andere Rotterdamse collega’s van het Society, Youth & Neuroscience Connected lab (SYNC-lab; https://erasmus-synclab.nl/) ziet Becht veel kansen in het betrekken van verschillende perspectieven, zowel van jongeren en professionals bij het nadenken over en formuleren van onderzoeksvragen en het vertalen van wetenschappelijke bevindingen naar de praktijk. Bent u geïnteresseerd om een keer mee te denken kijk dan eens op hun website (https://erasmus-synclab.nl/citizen-science/) en meld u aan zodat Andrik en zijn collega’s u kunnen benaderen wanneer er een brainstorm gepland wordt!


Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen