
Vrouwen die tijdens de zwangerschap een groter vertrouwen in hun opvoedvaardigheden hebben, hebben een sterkere daling in angstige en sombere klachten na de geboorte. Omgekeerd groeit het opvoedvertrouwen van moeders sterker na de geboorte, als depressie- of angstklachten tijdens de zwangerschap lager zijn. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Floortje Kunseler. Opvallend is de belangrijke rol van angst, terwijl het meeste onderzoek tot nu naar depressie rondom de bevalling was. Bij vrouwen met ernstigere klachten van angst, depressie of verminderd opvoedvertrouwen kunnen vroege preventie- of interventieprogramma’s gericht op succeservaringen helpen om hun welzijn te vergroten.
Opvoedvertrouwen
De voorbereiding op het ouderschap wordt vaak belicht als een mooie en bijzondere periode. Dat is helaas niet voor iedereen zo: er zijn heel wat zwangere vrouwen en nieuwe moeders die zich kortere of langere tijd somber of angstig voelen. Maar liefst 37% van de aanstaande moeders heeft ergens in de zwangerschap last van angst- of somberheidsklachten. Bovendien komt het ook voor dat vrouwen weinig vertrouwen hebben in hun opvoedvaardigheden.
Aanpassing aan ouderschap
“Hoewel klachten en opvoedvertrouwen vaak afzonderlijk of maar op één moment worden bekeken, zouden ze juist ook in combinatie met elkaar een negatief effect kunnen hebben op moeders”, volgens Kunseler. “Daarom onderzocht ik de samenhang tussen opvoedvertrouwen en depressie- en angstklachten over langere tijd heen, om zo beter zicht te krijgen op de aanpassing van vrouwen aan het ouderschap”. Uit het onderzoek bleek dat angstklachten een grotere invloed hebben op de ontwikkeling van vertrouwen in de eigen opvoedingsvaardigheden dan depressieklachten. Floortje Kunseler stelde dan ook vast dat het opvoedvertrouwen bij vrouwen weliswaar toeneemt tijdens de zwangerschap, maar dat degenen die aan het begin van hun zwangerschap angstiger zijn, een minder harde groei doormaken. De onderzoekster geeft dan ook aan dat het van belang is dat professionals zoals verloskundigen alert zijn op angst bij zwangere vrouwen. Ook het bevorderen van opvoedvertrouwen en bestrijden van angst- en depressieklachten voorafgaand aan de geboorte wordt door Kunseler als een belangrijke aanbeveling voor de praktijk gezien.
Temperament
In het onderzoek besteedde Floortje Kunseler daarnaast speciale aandacht aan potentiële risico’s, zoals een moeilijk temperament van de baby en nare jeugdervaringen van de moeders zelf. Uit het onderzoek bleek dat het opvoedvertrouwen van moeders verzwakte als baby’s een moeilijk temperament hadden. “Voor het eerst is aangetoond dat dit nog sterker gold voor vrouwen met nare herinneringen aan hun eigen jeugd”, aldus Kunseler. Aanstaande moeders werd gevraagd om een computer-baby te troosten. Daarin viel op dat daardoor het opvoedvertrouwen toenam. Wanneer de baby desondanks bleef huilen, daalde het weer. Bij aanstaande moeders met vervelende herinneringen aan hun eigen jeugd, had het aanhoudende huilen het grootste effect op het opvoedvertrouwen. “We weten nog niet of dit ook na de geboorte bij het eigen kind een rol speelt. Daar willen we graag nog meer onderzoek naar doen”.
Delen van het proefschrift van Floortje Kunseler over opvoedvertrouwen, angst en depressies zijn te lezen op de website van de Vrije Universiteit.
Interessant artikel? Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!