Persoonlijkheidsstoornis heeft diepe impact op zelf en relaties
On 20/02/2019 by Redactie StandardWerken met mensen die een persoonlijkheidsstoornis hebben, kan een hele uitdaging zijn. Joost Hutsebaut is behandelaar en onderzoeker bij de Viersprong en is als zodanig ook verbonden aan het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen. Hij zal op het jaarlijks congres over persoonlijkheidsproblematiek, waarvan Blik op Hulp mediapartner is, een bijdrage verzorgen. Vooruitlopend op het congres gingen we met hem in gesprek over de kernbeperkingen van mensen met een persoonlijkheidsstoornis.
Essentiële beperkingen
Begrippen als ‘kernbeperkingen’ en ‘essentiële beperkingen’ klinken zowel abstract als ernstig. Wat moeten we daar nu concreet onder verstaan? Hutsebaut: “In essentie draaien persoonlijkheidsstoornissen om twee hoofdzaken: zelf en relaties. De stoornis is vervolgens van invloed op de mogelijkheden en moeilijkheden die mensen ondervinden om zichzelf en hun relaties met anderen te reguleren. Denk daarbij aan het vermogen om te weten wie je bent en jezelf te blijven, te weten wat je voelt, wat je behoeftes zijn en die te kunnen nastreven. Denk op gebied van relaties aan het vermogen om je stabiel en positief te kunnen verbinden met anderen, je goed op anderen te kunnen afstemmen en in staat zijn om je ook open te stellen voor anderen. Mensen met persoonlijkheidsstoornissen hebben vanuit hun aanleg en levenservaringen doorgaans problemen hiermee. Ze ervaren emoties als overspoelend en gevaarlijk. Ze zijn verward over zichzelf en kunnen zich moeilijk stabiel verbinden aan bepaalde doelen en waarden. Of ze zijn snel achterdochtig en wantrouwend in contact met anderen. Ze voelen zich snel afgewezen en verbreken dan het contact. Ze kunnen erg gevoelig zijn en dingen invullen bij de ander. Dat wordt vervolgens hun werkelijkheid, waar ze zich dan ook naar gaan gedragen. Dat alles heeft ook invloed op de hulpverlening. Vaak kunnen mensen met persoonlijkheidsstoornissen precies door deze beperkingen, minder goed voordeel halen uit om het even welke behandeling. Ze durven bijvoorbeeld de behandelaar niet te vertrouwen en sluiten zich af, waardoor adviezen niet landen of nieuwe inzichten niet echt iets veranderen”.
Flexibiliteit
De symptomen van de persoonlijkheidsstoornis hebben dus niet alleen impact op het leven van de persoon die eraan lijdt en diens omgeving. Het heeft ook verregaande invloed op cruciale componenten van de begeleidings- of behandelrelatie. Desondanks zijn er toch een scala aan dingen die je als hulpverlener kunt doen om deze mensen te helpen. “Een persoonlijkheidsstoornis kan je opvatten als een bepaalde kwetsbaarheid, bijvoorbeeld om snel mensen te wantrouwen of snel door emoties te worden overspoeld”, legt Hutsebaut uit. “Dat is de waarheid die mensen kennen: anderen zijn niet te vertrouwen en emoties zijn gevaarlijk. Bij sommige cliënten zal die kwetsbaarheid erg groot zijn waardoor heel erg veel verschillende situaties en relaties deze kwetsbaarheid zullen triggeren. Vaak zitten mensen dan heel erg vast in bepaalde manieren van denken, voelen en handelen. Bij andere mensen zal dat minder het geval zijn en zal er meer flexibiliteit zijn”.
Behandeling en begeleiding
Soms zal verandering dus lastiger te bereiken zijn dan in andere gevallen. Maar dan blijft nog steeds de vraag hoe je dat als hulpverlener dan aanpakt. Hutsebaut: “Het is belangrijk dat we ons realiseren dat we als behandelaars en begeleiders invloed hebben op de relatie met de cliënt en dat die relatie zal bepalen hoeveel er geleerd en dus veranderd kan worden. Houden we in ons aanbod rekening met deze beperkingen en stemmen we ons erop af als hulpverlener? Zo ja, dan kunnen we van behandeling een context maken waarin mensen toch weer opnieuw iets anders gaan leren dan de waarheid die ze al kennen. Niet alleen meer dat niemand te vertrouwen is, maar ook de ervaring dat sommige mensen wél te vertrouwen zijn. Niet alleen meer dat emoties gevaarlijk zijn, maar ook dat je je emoties kan leren reguleren en dat anderen daarbij kunnen helpen. In die zin maak je de kwetsbaarheid niet helemaal ongedaan. Mensen worden immers niet ‘opnieuw geboren’ in behandeling. Maar je vermindert de kwetsbaarheden wel. Hoe meer flexibiliteit mensen nog hebben, des te gemakkelijker ze hiervoor open zullen staan. Toch geloof ik dat ook bij de zeer ernstige persoonlijkheidsstoornissen er nog veranderingen haalbaar zijn. Maar dat vraagt wel meer van behandelaren dan bij minder kwetsbare cliënten. En verder moeten we ons ook realiseren dat behandelingen niet altijd goed zijn. Er zijn nogal wat aanwijzingen dat behandelingen bij mensen met persoonlijkheidsstoornissen soms schadelijk kunnen zijn. Dat is niet leuk om te horen, maar helaas wel de werkelijkheid”.
Contact maken
Werken met mensen die moeite hebben met contact maken is ingewikkeld wanneer je voor ogen houdt dat het hulpverleningscontact (het woord zegt het al), valt of staat met contact. Hoe doe je dat? “Het belangrijkste is om écht contact te maken, zodat mensen zich weer open durven stellen voor iets anders”, zegt Hutsebaut. “Bijvoorbeeld dat ze opnieuw hun gevoelens durven toe te laten en anderen toelaten om ze te helpen verdragen. Of dat ze zich opnieuw open durven stellen voor hoe jij naar hen kijkt, zodat iets van hun beeld op zichzelf weer kan gaan veranderen. Dat vraagt van een behandelaar of begeleider twee zaken: allereerst in staat zijn om je eigen emoties te herkennen en hanteren, ook wanneer die negatief zijn. Mensen met persoonlijkheidsstoornissen doen jou vaak van alles voelen en maken het jou soms moeilijker om ‘jezelf’ te zijn in contact met hen, bijvoorbeeld omdat je je zelf naar gaat voelen. Wat dan niet professioneel is, is die emoties in jezelf weg te duwen. Je moet er juist iets mee te doen. Ten tweede moet je in staat zijn om echt af te stemmen op de cliënt, écht zijn of haar ervaringswereld van binnenuit te begrijpen. Pas als je daarin slaagt, ontstaat er vaak iets van opening om zich weer open te stellen voor jou. In gewone taal: er moet een ‘klik’ zijn”.
Sociaal netwerk
Bij persoonlijkheidsoproblemen staan beperkingen in zelfregulatie en relationeel functioneren dus centraal. behalve op de hulpverleningsrelatie, trekt dat vaak ook een wissel op relaties met de sociale omgeving. Voor begeleiders en hulpverleners ligt er dan ook een belangrijke rol om mensen met een persoonlijkheidsstoornis te helpen om de verbinding met hun sociale netwerk niet (verder) te verliezen of dat weer op te bouwen. Hutsebaut erkent de ingewikkeldheid daarvan: “Behandelingen slagen er doorgaans relatief goed in de symptomen van een persoonlijkheidsstoornis zelf te verminderen, maar hebben het vaak veel moeilijker om er mee voor te zorgen dat mensen ook echt sociaal en professioneel herstellen. Het begint bij dat als doel stellen: aansluiten bij hoe mensen na een behandeling hun leven echt willen gaan vorm geven en daar vanaf de start van een behandeling mee aan de slag gaan. Verder is het van belang om het functioneren in relaties steeds tot focus te nemen in de behandeling: de relaties tot hun naasten, de relaties tot jou, de relaties tot de instelling, de relaties tot andere mensen in hun omgeving. Help cliënten te begrijpen hoe het komt dat die relaties vaak moeilijk lopen. Hoe duidelijk communiceren zij zelf over hun emoties en behoeftes? Wat is het effect van hoe zij zich opstellen en gedragen op anderen? Wat is het effect van wat anderen doen op hen en hoe misinterpreteren ze soms de bedoelingen van anderen? En zo verder. Belangrijk daarin is overigens wel dat het verbinden met een sociaal netwerk pas oké is als dat netwerk zelf niet schadelijk is. Soms moeten we het netwerk helpen om op te houden schadelijk te zijn of moeten we de cliënt helpen te kiezen voor andere netwerken. In een schadelijk netwerk is het juist heel adaptief om wantrouwend te blijven”.
Reageren op gedrag
Vaak laten mensen met persoonlijkheidsstoornissen gedrag zien dat als erg storend of vervelend ervaren wordt. Dat maakt vaak dat hulpverleners vastlopen, bijvoorbeeld door het contact uit de weg te gaan. In andere situaties houden hulpverleners hun emoties uit het contact of ze gaan zelf vanuit hun vervelende emoties reageren. Hoe voorkom je dat? “Door je te beseffen dat gedrag niet alleen een effect, maar ook een betekenis heeft. Een kind dat brutaal is, heeft zich misschien net erg afgewezen gevoeld door een opmerking die je hebt gemaakt. Die opmerking had misschien een heel andere bedoeling, maar kan wel zo ervaren zijn. Als we die betekenis meer begrijpen, dan kunnen we een ander contact aangaan. Mijn les is dus: begrens het gedrag, maar sta ook stil bij de betekenis. Wat maakt dat dit kind of deze cliënt precies nu, precies hier dít gedrag vertoont?”
Aandacht voor jezelf
Ten slotte houdt Hutsebaut een pleidooi voor zelfreflectie. “Helpen begint vaak met zelf geholpen worden”, aldus Hutsebaut. “Het is onze taak als ouders, als leraren en hulpverleners om deze kinderen, jongeren en volwassen cliënten te helpen zichzelf en hun relaties met anderen te reguleren. Om hen te doen stil staan bij wat ze ervaren, voelen, interpreteren en willen. Maar vaak is het nodig dat we daardoor ook voldoende stil staan bij onszelf: wat roept dit kind of deze cliënt bij mij op? Ik denk dat het belangrijk is dat er in lerarenteams, tussen ouders en in hulpverleninsgteams een cultuur ontstaat waarin je elkaar daarbij kan helpen. Waarin je aan een collega kan vragen wat hem of haar precies zo raakt of irriteert in het contact. En dat daar eerlijk over nadenken uiteindelijk meer gaat helpen in je contact dan ‘professioneel’ je eigen emoties negeren”.
Op het jaarlijks congres over persoonlijkheidsproblematiek zal Joost Hutsebaut zijn inzichten verder toelichten.
[team title=”Dr. Joost Hutsebaut” subtitle=”” url=”” image=”https://blikophulp.nl/wp-content/uploads/2019/02/Joost-Hutsebaut-actueel.jpg”]Joost Hutsebaut is opgeleid tot klinisch psycholoog en deed zijn promotie-onderzoek aan de K.U.Leuven. Hij werkt als behandelaar en onderzoeker bij de Viersprong en is als zodanig ook verbonden aan het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen.[/team]
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep. Boeken over dit thema vind je op onze bronnen-pagina.
You may also like
Archieven
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013