
Jonge kinderen die moeilijk corrigeerbaar grensoverschrijdend of externaliserend gedrag vertonen, kunnen zich vaak moeilijk in een ander verplaatsen. Vaak hebben ze moeite met het herkennen van emoties bij anderen. Daarnaast zijn ze minder goed in staat om hun gedrag te reguleren. Het onderzoek van Lisette van Zonneveld van de Universiteit Leiden laat zien dat een op maat gemaakte aanpak die gericht is op het verminderen van zulke gedragsproblemen heel erg effectief is. Ook de kans dat deze groep jonge mensen op latere leeftijd in aanraking zal komen met politie en justitie, wordt daardoor mogelijk verkleind.
Agressief gedrag
“Het is belangrijk om hardnekkig grensoverschrijdend en agressief gedrag bij kinderen vroeg te signaleren om preventief succesvolle ondersteuning van de ontwikkeling in te kunnen zetten. Dat is niet alleen in het belang van het welzijn van het kind en zijn of haar omgeving, maar ook in het belang van de samenleving”, aldus Lisette van Zonneveld. “Als dit niet gebeurt, lopen deze kinderen een verhoogd risico om later door hun gedrag in aanraking te komen met justitie.”
Onderdeel van het Preventief Interventie Team
Het onderzoek maakt deel uit van een project dat gericht is op snelle signalering van ernstige externaliserende gedragsproblemen bij kinderen door middel van een Preventief Interventie Team (PIT). Preventie van het risico op ontwikkeling van crimineel gedrag is daarbij het uiteindelijke doel. De kinderen die in het project betrokken worden, zijn tussen de acht en dertien jaar. Ze groeien op in een risicovolle omgeving. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een broer, zus of ouder met delinquent gedrag hebben. Ze kunnen ook opvallen door extreem schoolverzuim, ernstige externaliserende gedragsproblemen, agressie of hardnekkig probleemgedrag op school dat niet te corrigeren lijkt. De motivatie achter het PIT-project is om deze kinderen op tijd positief te ondersteunen in hun ontwikkeling. Zo kan er dan inzicht verkregen worden in hun sociaal-cognitieve en emotionele factoren en kan er hulp op maat geboden worden. Op die manier kan een antisociale ontwikkeling voorkomen worden en daarmee ook het risico op crimineel gedrag. Met toestemming van de ouders wordt het kind op school uitgebreid geobserveerd en getest om te zien op welke onderdelen het moeite heeft in zijn of haar sociale ontwikkeling. Eerder onderzoek heeft bijvoorbeeld aangetoond dat sociale vaardigheden de kans op criminaliteit verminderen.
Minder goed inleven
Dr. Lisette van Zonneveld
Van Zonneveld: “Onze bevindingen lijken gedeeltelijk verklaard te kunnen worden door het feit dat deze kinderen een andere leergeschiedenis doormaken dan kinderen die geen probleemgedrag ontwikkelen. Waar de meeste kinderen leren om gedrag dat voor anderen vervelend is, te vermijden, zijn de kinderen in ons onderzoek minder goed in het inleven in een ander en in emoties lezen. Hierdoor missen ze een trigger om hun vervelende gedrag te stoppen.”
Het blijkt dat de kinderen uit het onderzoek vaak aanzienlijke tekorten in de executieve functies hebben, die nodig zijn voor het sturen van gedrag. Voor ieder kind afzonderlijk is, op basis van hun individuele neurocognitieve sterkte-zwakte profiel een maatwerkaanpak vastgesteld en uitgevoerd en deze is zeer effectief. Tussen de 70-80% van de kinderen liet aanzienlijk minder probleemgedrag zien na een jaar. “Dit is een enorme winst! Het is belangrijk dat deze kinderen tijdig worden ondersteund in de sociale ontwikkeling. Hopelijk is het risico dat deze kinderen afglijden naar criminaliteit hiermee aanzienlijk minder”, aldus Lisette van Zonneveld.
Maatwerk
Het maatwerk bestaat eruit dat PIT professionals zorg leveren die is aangepast aan de behoeften en mogelijkheden van het kind en de omgeving. Ook is de zorg aangepast op de ondersteuning van de sociale ontwikkeling van ieder uniek kind. Als eerste stap wordt in het bestaande aanbod van interventies en op school naar mogelijkheden gezocht, passend bij het individuele sterkte- en zwakteprofiel van het kind. Wanneer er niets geschikts beschikbaar is, gaan de PIT professionals buiten de gebaande paden om zorg te bieden die het kind nodig heeft. Van Zonneveld: “Zo kan een kind bijvoorbeeld extra ondersteuning nodig hebben om een transfer te maken van getrainde sociale vaardigheden naar het gebruik van die vaardigheden in de klas. In zo’n geval zorgen de PIT professionals er dan voor dat een paar uur per week een coach in de klas en op het schoolplein is om te helpen bij het maken van de transfer”.
Protocollaire methodes
Een multimethodische aanpak procedure zoals die gehanteerd wordt in het kader van PIT is anders dan gebruikelijke protocollaire modules. Die worden veelal ingezet in de klinische praktijk, waar het gedrag leidend is voor de interventie in plaats van de verklarende onderliggende mechanismen. Van Zonneveld: “Het succes van de maatwerkaanpak ondersteunt de suggestie op basis van eerder onderzoek dat het belangrijk is om specifieke sociaal-emotionele disfuncties van een specifiek kind te gebruiken als leidraad voor de interventie. Daarbij is het belangrijk om die neurocognitieve mechanismen in beeld te brengen waarvan is aangetoond dat ze belangrijk zijn bij het risico op de ontwikkeling van antisociaal gedrag”.
Meer over het PIT-project en de werkwijze daarbinnen is te lezen op de site van de Universiteit Leiden.
Sociale vaardigheden en grensoverschrijdend gedrag zijn ook centrale thema’s op het jaarlijks congres over externaliserende gedragsproblemen waar Blik op Hulp mediapartner van is.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep. Boeken over dit thema vind je op onze bronnen-pagina.