
Gestructureerde methoden voor besluitvorming en risicotaxatie-instrumenten in de jeugdhulp en jeugdbescherming verbeteren de professionele besluitvorming in kindermishandelingszaken slechts in beperkte mate. Professionals blijken verschillend te redeneren in kindermishandelingszaken, wat leidt tot uiteenlopende besluiten. Dit concludeert Cora Bartelink in haar promotieonderzoek.
Wanneer zeg je als professional dat er sprake is van kindermishandeling in een gezin? Goede besluitvorming over die vraag is in de praktijk essentieel. Doel van het promotieonderzoek van Bartelink was dan ook om inzicht te krijgen in de factoren die de besluitvorming van professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming beïnvloeden en mogelijk verbeteren in zaken waar mogelijk kindermishandeling speelt. Bartelink onderzocht daarvoor de effecten van een gestructureerde methode voor de besluitvorming op de kwaliteit van oordelen en beslissingen: de zogeheten ORBA-methode). Daarnaast keek ze naar de effecten van het risicotaxatie-instrument LIRIK op de overeenstemming en trefzekerheid van risico-inschattingen door professionals. Ook zocht ze uit hoe professionals redeneren bij beslissingen over de inzet van interventies.
Beperkte effecten
De effecten van de gestructureerde besluitvorming met ORBA en het risicotaxatie-instrument LIRIK bleken beperkt te zijn. Bartelink: “Ze helpen professionals om meer relevante factoren in ogenschouw te nemen, maar het leidt er niet toe dat ze het vaker eens zijn in hun oordelen bij kindermishandelingszaken. Ook leidt het niet tot trefzekerder oordelen. Daarnaast blijken persoonlijke redenaties en de opvattingen van de professionals ten aanzien van kindermishandeling en de uithuisplaatsing van kinderen de besluitvorming substantieel te beïnvloeden”. Dit laatste punt verklaart mogelijk de beperkte effecten die Bartelink vond bij gebruik van ORBA en LIRIK: deze methoden lijken niet genoeg tegenwicht te geven voor persoonlijke redenaties en opvattingen van professionals.
Aanvullende manieren
Het is daarom volgens haar nodig om, naast het gebruik van middelen als ORBA en LIRIK, aanvullende manieren te zoeken om de besluitvorming te verbeteren. Ze denkt daarbij onder meer aan een meer gedeelde besluitvorming van professionals met de ouders en kinderen. Bartelink: “Dat dwingt professionals ertoe hun besluitvorming meer transparant te maken en zorgvuldiger te onderbouwen. Ook kritisch denken kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren: het systematisch en eventueel in teams bedenken van alternatieve verklaringen en doelbewust genereren van voor- en tegenargumenten voor de voorgenomen en alternatieve beslissingen”.
Interessant artikel? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.