Foto: Christos Tsoumplekas (CC BY-NC-2.0)

Professionals in onderwijs en GGz worstelen met misdiagnoses en gemiste diagnoses bij kinderen met een combinatie van hoogbegaafdheid en autisme. Daarom ontwikkelde Agnes Veltmeijer de ‘S&Z Heuristiek’. Zij concludeert dat haar methode de weg opent naar meer systematiek en minder eenzijdigheid in diagnostische processen van kinderen met (vermoeden van) intellectuele hoogbegaafdheid en autisme spectrum stoornis.
Specifiek kind
Veltmeijer onderzocht het fenomeen ‘Intellectuele Hoogbegaafdheid plus een Autisme Spectrum Stoornis’ in relatie tot classificerende en handelingsgerichte diagnostiek. Zij ontdekte tijdens een literatuurstudie een lichte trend van bepaalde persoonskenmerken van individuen met hoogbegaafdheid en autisme. Er bleek echter geen gefundeerde theorie te zijn. Daarop ontwikkelde Veltmeijer de S&Z Heuristiek, die onderzoeksgegevens en interventie-indicaties op systematische wijze verbindt. De methode is niet primair gericht op classificerende diagnoses, zoals labels Intellectuele Hoogbegaafdheid (IHB), autismespectrum stoornis (ASS) of hoogbegaafdheid én autisme. De methode is vooral gericht op de vraag welke interventies bij een specifiek kind met (vermoeden van) hoogbegaafdheid en autisme passen. Daartoe worden de specifieke psycho-educatieve behoeften (SPENs) van een individueel kind blootgelegd.
IQ boven 130
Veltmeijer bekeek in twee studies hoe diagnostische processen werden uitgevoerd in diverse psycho-educatieve praktijken in Nederland. Ze onderzocht of ze in overeenstemming waren met de theoretische principes van de S&Z Heuristiek. Ook bekeek ze of optimalisatie van diagnostische trajecten in de praktijk nodig leek. In totaal analyseerde Veltmeijer 36 dossiers van kinderen met een totaal IQ hoger of gelijk aan 130. Zij toont aan dat eenzijdigheid en gebrek aan systematiek aanwezig waren in verschillende stadia van een aanzienlijk deel van deze dossiers.
Handelingsgericht diagnostiek bij hoogbegaafdheid en autisme
Een deel van de kenmerken van autisme en hoogbegaafdheid vallen met elkaar samen. Daardoor bestaat de kans dat zij elkaar qua diagnostiek camoufleren. Door bij diagnostiek echter het construct ‘vermoeden van intellectuele hoogbegaafdheid en autisme’ te hanteren, wordt dit proces voor handelingsgerichte diagnostiek opengesteld, vanwege de onderverdeling in (neuro)cognitieve, didactische en sociaal-emotionele dimensies. “Deze dimensies zouden ten grondslag kunnen liggen aan het leer- en sociale gedrag van individuele studenten met (een vermoeden van) de combinatie van hoogbegaafdheid en autisme, of deze kunnen verklaren. Bovendien impliceert het op deze wijze het bestaan van een ‘grijs gebied’ tussen hoogbegaafdheid met en zonder autismespectrum stoornis”, zo stelt Veltmeijer in haar proefschrift.
Agnes Veltmeijer studeerde Pedagogische Wetenschappen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen onderzoeksinstituut Pedok van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Veltmeijer werkt als Gz-Psycholoog bij ABV.
Interessant artikel? Schrijf u dan nu in voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit artikel? Dat kan in onze LinkedIn-groep.