
In de hulpverlening en het onderwijs kom je steeds vaker mensen met een migratiegeschiedenis tegen. Bij hen aansluiten en zorgen dat zij de aansluiting vinden bij de Nederlandse samenleving, is een belangrijke taak van professionals die met deze kwetsbare groep Nederlanders werken. Maar hoe verhouden de eigen cultuur en de Nederlandse cultuur zich in dat proces tot elkaar? Blik op Hulp stelde deze vraag aan Alize Roos van In Between Counselling.
Behangetje
“Leven tussen twee culturen is leven met een altijd aanwezig behangetje”, stelt Roos. “Met een andere wereld, die zó vanzelfsprekend is, dat hij zich neigt te onttrekken aan ons bewustzijn. Dat is ook zoals het mij zelf verging. Ik groeide op als tweede generatie Indo. Ik herinner me stapels hutkoffers in mijn grootouders’ huis. Dat mijn vader uit Indië kwam, was niet meer dan een simpel feit. Ik wimpelde het weg als niet-relevant voor mijn eigen leven. Pas vele decennia later bleek het tegenovergestelde waar. Een andere cultuur in je dragen en er tóch geen handen en voeten aan kunnen geven: daarin was ik dus niet de enige. Ik ontdekte dat dat -in al zijn varianten – terug is te voeren op een dynamiek”.
Gelijk of anders?
De vraag ‘Wat is nou eigenlijk Indisch’ zorgde ervoor dat zij op onderzoek uitging. Roos: “In de gesprekken die ik door de jaren heen met Indo’s had, hoorde ik geregeld over het ervaren van verschillen met ‘echte’ Nederlanders. En werd ik geraakt door hoe de verbondenheid met ‘daar en toen’ nog van invloed kon zijn in het ‘hier en nu’, zelfs nog tientallen jaren na de migratie. Een tante van mij zei ooit: ‘Nederland is mijn land, maar mijn hart is daar’. Toen begon het me te dagen. In mijn jeugd hoorde ik vaak over het leven in Nederlands-Indië: ‘Wij waren gewoon Nederlands’. Ik wist niet beter dan dat. Temeer daar ik mijn familie ook helemaal mee zág doen in de samenleving. Maar ging achter dat simpele zinnetje dan tóch een andere werkelijkheid schuil?”
Dilemma
“Het leven van de Indo’s na hun migratie was niet eenvoudig”, vervolgt Roos. “Verhuizen naar Nederland betekende het vertrouwde loslaten. Eén ding stond hun voor ogen: een leven opbouwen in het nieuwe land. Vooruit kijken was het motto. Terugkijken voelde als een stap terug. Onderzoek van de Canadese psycholoog Berry werpt een ander licht op deze tweestrijd die ook speelt bij andere groepen migranten en vluchtelingen. Hij stelt dat je als migrant te maken hebt met twee culturen: die van je woonland en die van je herkomstland. Berry beschrijft vier manieren om hiermee om te gaan. Een ervan is eenzijdig kiezen voor die van je woonland. Dat is verleidelijk: als nieuwkomer wil je er immers bij horen”. Een tegenovergestelde onbalans is volgens Roos ook regelmatig te zien bij migranten: “Andere migranten zoeken juist de aansluiting met de Nederlandse samenleving niet genoeg. Het lijkt alsof mensen denken dat ze moeten kiezen. Maar de vraag waarvoor deze mensen gesteld worden is een andere: ‘Hoe neem je je oude cultuur mee in je nieuwe cultuur?'”.
Een derde weg
Níet kiezen blijkt dus heilzamer. “Mensen die de nieuwe én oude cultuur mengen, doen het beter. Ze voelen zich emotioneel beter: zijn minder vaak depressief. En ze functioneren beter in de samenleving: ze hebben vaker bevredigend werk”, licht Roos toe. “Sociaal en economisch meedoen is iets anders dan het ervaren van een etnisch culturele identiteit. Als mensen dit onderscheid niet maken, dan verliezen ze een essentieel deel van zichzelf. Terwijl in het functioneren in de ‘nieuwe cultuur’ de ‘oude cultuur’ juist een bron van kracht en identiteit zou kunnen zijn die het verschil maakt.
In haar gratis E-book legt Roos uit hoe je die mix kunt bereiken en zijn handvatten te vinden voor het ondersteunen van cliënten en leerlingen in dit proces.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep. Boeken over dit thema vind je op onze bronnen-pagina.