Blik op hulp

“Professionals kunnen het verschil maken bij online uitbuiting”

“Professionals kunnen het verschil maken bij online uitbuiting”
augustus 25
14:04 2021

Op het congres over uitbuitingsproblematiek vertelt Jacqueline Kleijer, werkzaam bij Bureau Jeugd & Media, over de rol van het internet en sociale media bij uitbuiting. In aanloop naar dit congres kregen wij van haar alvast een aantal tips, waarmee professionals in hun werk direct aan de slag kunnen om online uitbuiting bij jongeren te herkennen. Daarnaast vertelt Kleijer ook over hoe professionals vervolgens met jongeren en hun ouders het gesprek hierover aan kunnen gaan.

‘Gewoon stoppen’ lijkt geen optie

Professionals zijn zich er vaak niet erg van bewust dat er online een wereld is die in eerste instantie niet gezien wordt, maar waar de gevolgen enorm kunnen zijn. Kleijer: “Bij online uitbuiting is vaak sprake van chantage met gevoelig beeldmateriaal. Eenmaal overstag komt de jeugdige in een draaikolkachtige spiraal terecht. ‘Gewoon stoppen’ lijkt geen optie. De jongere heeft aan de ene kant daadkrachtige hulp en begeleiding nodig in het online proces, en aan de andere kant aansluitende therapeutische hulp om stapje voor stapje weer controle te krijgen over het eigen leven”. Kleijer benadrukt dat de juiste hulp erg afhankelijk is van de doelgroep. Zo kan voor een impulsieve jongere met een licht verstandelijke beperking duidelijke regels over het gebruik van internet en sociale media, veiligheid bieden.

Eenzaamheid als risicofactor

Impulsiviteit blijkt een karaktereigenschap te zijn die een risico vormt om online uitgebuit te worden. Zijn er nog meer eigenschappen of risicofactoren die de kans op online uitbuiting vergroten? “Een hele grote trigger is eenzaamheid. Zeker jongeren die midden in hun identiteitsontwikkeling zitten, onzeker zijn over zichzelf, ergens bij willen horen en gezien willen worden, zijn ontvankelijk voor online misbruik en uitbuiting”, aldus Kleijer. “En eigenlijk zijn dat heel veel jongeren, want iedereen heeft in de puberteit van die periodes”. Als concrete risicofactoren noemt zij onder andere een laag zelfbeeld, slachtoffers van pesten, autisme en AD(H)D. Maar ook LHBTIQ+, weinig vrienden, problemen thuis en zich niet begrepen voelen. Ook LVB staat in het rijtje van risicofactoren: “Impulsief zijn, geen remming hebben, dit is een belangrijke indicatie in samenhang met bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking. Jongeren met dit profiel komen online echt veel uitdagingen tegen en hebben daar zeker begeleiding in nodig”.

De eerste signalen

Om jongeren hierin te begeleiden, moet online uitbuiting uiteraard eerst opgemerkt worden. Welke signalen wijzen erop dat jongeren slachtoffer zijn van uitbuiting via het internet of sociale media? “De signalen die op uitbuiting kunnen wijzen, zijn afhankelijk van het persoonstype van de jongere. Soms zie je dat persoonskenmerken veranderen. Een jongere wordt bijvoorbeeld introverter, sneller boos of lijkt op eieren te lopen. Uitbuiting kan ook gepaard gaan met drugsgebruik”, zegt Kleijer. “Een heel belangrijk signaal is de mate waarin jongeren online zijn. Raken ze in paniek als ze niet online kunnen zijn? Nu is internet uiteraard bij veel jongeren een eerste levensbehoefte, maar paniek is echt te herkennen”. Haar advies hierin is dan ook: “Probeer niet te oordelen. Als jij als professional laatdunkend doet over de behoefte om online te zijn, dan is dat voor de jongere geen uitnodiging om te praten over iets wat nog veel erger is, want wat zal daar dan wel niet van gedacht worden?”.

Het gesprek aangaan over online uitbuiting

Als je het vermoeden hebt dat een jongere het slachtoffer is van online uitbuiting, hoe ga je dan het gesprek hierover aan? “Om het gesprek aan te gaan zijn de omstandigheden belangrijk”, aldus Kleijer, “Zorg dat het geen verhoor is. Geef de jongere een ontsnappingsmogelijkheid. Dat wil zeggen: niet recht in de ogen kijken. Dat is erg intimiderend bij een gevoelig onderwerp. Ga bijvoorbeeld samen wandelen of autorijden, zodat de jongere ‘ruimte’ heeft. Besef dat de schaamte enorm is.”

Naast de juiste omstandigheden, is ook de eerste reactie tijdens zo’n gesprek volgens Kleijer vormend voor het verloop van de verdere hulp die geboden kan worden. Als er in die eerste reactie al een oordeel zit, kan de jongere dichtklappen en verdere hulp afwijzen. Ze raadt dus aan om niet te vragen “Hoe heb je dat kunnen doen?”, maar om troost te bieden en begrip te tonen voor de situatie van de jongere: “Wat rot voor je. Wat erg. Ik schrik ervan”.

Als je niet weet hoe je kunt helpen, spreek dat dan vooral ook uit naar de jongere. “Het is juist een bevestiging dat het lastig is voor de jeugdige. Zo weet hij of zij dat het inderdaad erg ingewikkeld is en dat hij of zij inderdaad hulp nodig heeft”. Let er wel op dat je geen valse beloftes maakt in zo’n kwetsbare periode, zoals het geven van tijdsindicaties (je weet immers nooit hoe lang iets gaat duren).

Maak het verschil

“Het allerbelangrijkste is dat jij als professional het verschil kunt maken. Je hoeft niet degene te zijn die het hele hulpverleningstraject gaat doen, maar je kunt wel diegene zijn die op het juiste moment heeft gehandeld en troost, hoop en houvast heeft geboden. Jij kunt dus het ‘turning point’ in iemands leven zijn”. Dit doe je volgens Kleijer door niet te oordelen, de tijd te nemen, het slachtoffer echt te zien en te horen, en met het slachtoffer de juiste hulp te zoeken.

Als je merkt dat een jongere slachtoffer is van online uitbuiting of misbruik, is het belangrijk om ook de ouders in te lichten. Een tip die Kleijer hiervoor geeft is ervoor te zorgen dat de ouders eerst bij jou als professional kunnen reageren. “Zo vang je negatieve emoties op en kun je uitleggen dat hun kind nu hulp en troost nodig heeft”. Daarnaast benadrukt ze ook dat het belangrijk is om met de politie samen te werken: “kijk zelf nooit naar bewijsmateriaal, dat is een taak van speciaal daarvoor opgeleide politie. Zorg wel dat bewijsmateriaal zo snel mogelijk bij de politie terecht komt.” Bij het doen van aangifte is het belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het doen van aangifte ondersteunend dient te zijn voor de jongere. “Het aangifteproces is een lang proces en het kan heel confronterend zijn. De jeugdige heeft hierin echt ondersteuning nodig”.

Op het congres over uitbuitingsproblematiek zal Jacqueline Kleijer dieper ingaan op de rol van het internet en sociale media in de criminele, seksuele en radicaal-politieke uitbuiting van jongeren. Zij zal onder andere toelichten hoe uitbuiting online precies werkt, en hoe beleid concreet kan worden ingezet ter preventie en signalering.


Jacqueline Kleijer is therapeutisch (jeugd) hulpverlener en intensief ambulant gezinsbegeleider. Zij is verbonden aan Bureau Jeugd & Media en werkt aan een handboek over online seksueel misbruik. Daarnaast volgt Jacqueline de studie Zorgethiek en Beleid.


Interessant artikel over online uitbuiting? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen