Psychiatrische stoornissen zwakbegaafden vaker én minder vaak vastgesteld
On 19/02/2016 by Redactie StandardOp dinsdag 1 maart aanstaande verdedigt Jannelien Wieland haar proefschrift Psychopathology in borderline intellectual functioning. Explorations in seconcary mental health care ter verkrijging van de graad van doctor in de wetenschap aan de Universiteit van Leiden. In haar proefschrift beschrijft Jannelien een onderzoek naar psychiatrische stoornissen bij mensen met zwakbegaafdheid. Met zwakbegaafdheid bedoelen we een niveau van intellectueel functioneren dat lager is dan bij ‘normale’ of gemiddelde intelligentie en hoger dan bij een verstandelijke beperking. De term zwakbegaafdheid wordt gebruikt wordt als mensen op een gestandaardiseerde intelligentie test 1 tot 2 standaard deviaties onder het gemiddelde 100 scoren, dus een IQ tussen de 70 en de 85. Volgens de normaalverdeling valt 13,6% van de bevolking in deze categorie; ofwel meer dan 2 miljoen Nederlanders.
Er is weinig aandacht voor zwakbegaafdheid in de GGZ en er wordt nauwelijks onderzoek naar gedaan. Dat is vreemd. Zwakbegaafdheid komt namelijk veel voor. Het gaat om een grote minderheid, zowel in de maatschappij als in de GGZ.
Samengevoegd
Helaas wordt zwakbegaafdheid dan vaak niet expliciet benoemd maar worden de zwakbegaafde patiënten samengevoegd met patiënten met een lichte verstandelijke beperking tot één groep met de naam Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG), of -tegenwoordig- Lichte Verstandelijke Beperking (LVB). Hiermee wordt dus een grotere groep mensen bedoeld dan de mensen volgens de classificatie van de DSM een lichte verstandelijke beperking hebben.
In haar proefschrift beschrijft Jannelien Wieland een aantal onderzoeken naar psychiatrische stoornissen en de aard en ernst van psychische klachten bij zwakbegaafde poliklinische patiënten. Daarbij had zij de mogelijkheid om zwakbegaafde patiënten te vergelijken met zowel patiënten uit de ‘reguliere’ psychiatrie als patiënten met een lichte verstandelijke beperking.
Meer én minder
Eén van de belangrijke conclusies is dat sommige psychiatrische stoornissen vaker of juist minder vaak worden vastgesteld bij zwakbegaafde patiënten. Zo komen posttraumatische stressstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen veel voor bij zwakbegaafde patiënten. Dit is belangrijke informatie omdat het invloed heeft op de manier waarop je de geestelijke gezondheidszorg voor deze groep patiënten organiseert.
Een belangrijke uitkomst van dit proefschrift is de bruikbaarheid van de Brief Symptom Inventory (BSI), een veel gebruikte zelfrapportage vragenlijst bij patiënten met zwakbegaafdheid. Omdat de BSI zowel bij mensen met een hoger als met een lager IQ gebruikt kan worden, kan er met behulp van deze vragenlijst gekeken worden naar overeenkomsten en verschillen tussen deze patiëntengroepen. Uit onderzoek met de BSI kwam onder andere dat zwakbegaafde depressieve patiënten minder depressieve klachten aangaven dan patiënten met een hoger of lager IQ. Uit een verkennende studie naar behandeluitkomsten kwam naar voren dat het er op lijkt dat vrouwen, jong volwassenen en patiënten met een comorbide cluster B persoonlijkheidsstoornis, minder goed reageren op behandeling.
Complexe interactie
Veel zwakbegaafde patiënten in de GGZ hebben een combinatie van vaak complexe psychiatrische stoornissen, een verscheidenheid aan psychosociale problemen en passend bij hun zwakbegaafdheid, cognitieve beperkingen en beperkingen in het sociaal emotionele en adaptieve functioneren. Om deze complexe interactie tussen zwakbegaafdheid, psychiatrische stoornissen en psychosociale problemen adequaat aan te pakken is een actieve opsporing van zwakbegaafdheid in de GGZ essentieel. Behandelaren moeten worden getraind in het herkennen van zwakbegaafdheid èn in de extra praktische en communicatieve vaardigheden die nodig zijn voor adequate diagnostiek en behandeling van psychiatrische stoornissen bij zwakbegaafde patiënten.
Jannelien Wieland breekt in een interview met Blik op Hulp dan ook een lans voor goede behandeling van zwakbegaafden in de reguliere GGz. Zij schreef hierover een boek, samen met haar collega’s Erica Aldenkamp en Annemarie van den Brink.
Interessant artikel? Meld je dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren? Dat kan in onze LinkedIn-groep.
You may also like
Archieven
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013