Blik op hulp

Radicalisering onder jongeren

Radicalisering onder jongeren
oktober 30
19:17 2023

Radicalisering is een complex proces dat leidt tot het omarmen van extremere denkwijzen en het mogelijk ombuigen van die denkwijzen in destructieve daden. Hulpverleners en onderwijsprofessionals staan aan de frontlinie in het identificeren en aanpakken van radicaliserende jongeren. Prof. Dr. Arno van Dam deelt zijn inzichten over radicalisering en biedt handvatten voor de praktijk.

Wat is radicalisering?

Volgens Arno van Dam, is radicalisering een proces waarbij individuen geleidelijk radicale overtuigingen aannemen, zwart-witdenken bevorderen en zich afzetten tegen andersdenkenden. “Iemand neemt steeds meer afstand van de maatschappij. Het is een proces richting een toenemende mate van bereidheid om de idealen in polariserende daden en maatschappelijk conflict om te zetten.”

Tekenen van radicalisering

Er zijn verschillende indicatoren die, vooral in combinatie, kunnen wijzen op een risico van radicalisering:

  • Extreme uitspraken die nadruk leggen op wij-zij tegenstellingen.
  • Een afwijzende houding tegenover de Nederlandse maatschappij.
  • Goedpraten van aanslagen of geweld tegen burgers.
  • Deelnemen aan extremistische online groepen of bijeenkomsten.
  • Agressie vanwege iemands achtergrond of meningen.
  • Zich isoleren van andersdenkenden.
  • Een fanatieke focus op een nieuwe ideologie of religie.

Het herkennen van radicalisering is volgens Arno van Dam en belangrijke voorwaarde voor de aanpak ervan.

Effectieve Methodieken tegen Radicalisering

De kern van de aanpak is volgens van Dam het aangaan van een dialoog en het erkennen van de achterliggende emoties en sociaal maatschappelijke omstandigheden die bijdragen aan de radicalisering. Van Dam: “De LEAP-methode, ontwikkeld door Dr. Xavier Amador, is een effectieve gespreksmethodiek die helpt bij het aangaan van een dialoog met radicaliserende individuen. LEAP staat voor Luisteren, Empathiseren, Akkoord gaan en Partneren.”

Praktijkervaring

Hoe dat er in de praktijk uitziet, beschrijft hij aan de hand van een casus: “Ik werd gevraagd om te helpen bij een zaak met een 16-jarige jongen die betrokken was bij mishandeling en bedreiging van een klasgenoot. Hij werd boos vanwege diens homoseksualiteit en kledingkeuzes. Zijn moeder dacht dat hij lid was van een extreemrechtse groep en vond racistische en antisemitische materialen op zijn kamer. De politie vond extremistische inhoud op zijn apparaten en ontdekte zijn betrokkenheid bij online extreemrechtse groepen.”

In zijn gesprekken met Arno ontkende hij radicalisatie. “Hij wantrouwde autoriteiten en geloofde in complottheorieën. Ik begon met luisteren naar zijn zorgen, toonde empathie voor zijn gevoel van buitensluiting en stemde in dat maatschappelijke veranderingen verwarrend kunnen zijn. Vervolgens bood ik aan hem te helpen omgaan met deze veranderingen zonder problemen met school, jeugdzorg en zijn ouders. Dit leidde tot een samenwerking waarin we spraken over zijn jeugdtrauma’s en slechte ervaringen met zijn ouders, wat zijn wantrouwen en woede begon te verklaren. Hierdoor raakten zijn radicale ideeën naar de achtergrond.”

Proactieve rol van scholen, zorgorganisaties en families

Scholen en zorgorganisaties kunnen een preventieve rol spelen door een inclusieve omgeving te bevorderen waar iedereen zich gewaardeerd voelt, ongeacht hun achtergrond. Hierdoor wordt de voedingsbodem voor radicaliserende ideeën verminderd.

Families kunnen zowel een positieve als een negatieve invloed hebben op het radicaliseringsproces van een jongere. Het is essentieel dat ouders op de hoogte zijn van de vriendschappen en online activiteiten van hun kinderen. Van Dam benadrukt het belang van blijvend contact met radicaliserende familieleden, zodat er altijd een uitweg is.

Samenwerking tussen instellingen

De samenwerking tussen hulpverleners, scholen en andere maatschappelijke instellingen is cruciaal. Door gezamenlijk casussen te bespreken en te werken vanuit een gedeeld begrip, kan verder isolement van geradicaliseerde personen voorkomen worden.

Arno van Dam pleit daarnaast voor een breder begrip van radicalisering en extremisme in hulpverleningsopleidingen. Hij benadrukt: “Het is belangrijk dat we vooral de mens achter de geradicaliseerde ideeën of extremistische daden blijven zien.”

De overgang van hulpverlening naar justitie

Wanneer er duidelijke aanwijzingen zijn dat iemand gewelddadige intenties heeft, is het essentieel om in te grijpen. In dergelijke gevallen is het mogelijk en soms noodzakelijk om het beroepsgeheim te verbreken voor de veiligheid van het individu en de samenleving.

Concluderend is het van belang dat hulpverleners en onderwijsprofessionals bewust zijn van de tekenen van radicalisering en de tools hebben om effectief te interveniëren. Arno van Dam pleit voor een samenhangende aanpak waarbij dialoog, begrip en samenwerking centraal staan. Ook raadt hij aan om bij zorgen, twijfel of vragen consultatie te vragen bij het Landelijk Steunpunt Extremisme.

Prof. Arno van Dam gaat dieper in op dit onderwerp tijdens het online congres Externaliserend Gedrag dat start op 1 november 2023. Alle presentaties zijn on demand te volgen tot en met 30 november 2023.


Prof. Dr. Arno van Dam is klinisch psycholoog met ruime ervaring in de specialistische en forensische GGZ en bijzonder hoogleraar antisociaal gedrag, psychiatrie en maatschappij. Hij behandelt en onderzoekt mensen die zich grensoverschrijdend gedragen.


Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen