Blik op hulp

Depressie bij kinderen: tijdig signaleren en beschikbaar zijn

Depressie bij kinderen: tijdig signaleren en beschikbaar zijn
mei 17
13:50 2018

Depressie bij kinderen komt relatief vaak voor. Eén op de honderd kinderen onder de twaalf lijdt aan een klinische depressie. Bij pubers is dat al snel vier procent. En dat zijn dus alleen de leerlingen die een depressieve stoornis hebben. De kinderen die aan een lichtere vorm van somberheid lijden, maar wel een verhoogd risico lopen op een depressieve stoornis, zijn daarin dus niet meegenomen. Hulpverleners en leerkrachten die met deze kinderen hebben daarom een belangrijke verantwoordelijkheid: alert zijn op de signalen, beschikbaar zijn voor de leerling en indien nodig verwijzen naar de juiste hulpverlening.

In de aanloop naar het congres over stemmingsproblematiek waar Blik op Hulp mediapartner van is, publiceren we een artikel over de zienswijze van Sjoerd Verheijden. Hij is onderwijskundige en deelt zijn visie op het omgaan met depressie bij kinderen op school.

Depressie bij kinderen

“Depressief” is een term die soms wel eens te gemakkelijk gebruikt wordt om aan te geven dat iemand zich down voelt. Maar een depressie is volgens Verheijden meer dan je een beetje somber voelen: “We spreken van een depressie wanneer een kind zich gedurende een langere periode erg verdrietig, somber of vervelend voelt. Iedereen herkent deze gevoelens en heeft er wel eens last van. Maar bij depressieve leerlingen houden deze gevoelens langer aan, het gaat niet weg na een aantal dagen. Ook zien we dat de buien bij deze leerlingen heel intens kunnen zijn. Het kind is onzeker, denkt negatief, heeft een laag zelfbeeld, heeft weinig energie en/of heeft geen zin in dingen die hij normaal leuk vindt. De mate waarin en welke signalen voorkomen is per leerling verschillend”.

Alle leeftijden

Om het idee van een depressie bij kinderen werd vroeger bijna gelachen. Dat zou niet voorkomen. Het tegendeel is echter waar. Verheijden: “Een depressie kan op alle leeftijden voorkomen. Wel zien we dat bij hele jonge leerlingen dit percentage lager ligt en maar in enkele gevallen voorkomt. De prevalentie van depressie bij kinderen stijgt tot een hoogtepunt wanneer ze in de puberteit zitten. In deze fase zien we overigens dat een depressie over het algemeen vaker voorkomt bij meisjes. Zeker wanneer bekend is dat een leerling al eens een depressie gehad heeft is het van belang dat je extra alert bent, want de kans op herhaling is erg groot. Ook moet je waakzaam zijn bij leerlingen die al een andere stoornis hebben. Er is vaker sprake van comorbide problematiek”. Inmiddels zijn er preventieprogramma’s tegen depressie op de basisschool.

Oorzaken

Een depressie bij kinderen en tieners kan uiteenlopende oorzaken hebben. Volgens Verheijden is het dan ook een gecompliceerde combinatie van allerlei factoren: “Vaak is het een samenspel van meerdere factoren. De oorzaken zijn onder te verdelen in drie verschillende groepen: persoonlijksheidsfactoren , omgevingsfactoren  en levensloopfactoren. Bij persoonlijkheidsfactoren moet je denken aan bijvoorbeeld genetische elementen, temperament, manier van denken en de mate waarin een kind in staat is om zijn of haar emoties te reguleren. Omgevingsfactoren zijn zaken als hechtingsproblematiek, opvoedingsstijl, gepest worden en eventuele moeilijkheden in het leren. Onder levensloopfactoren verstaan we de dingen die kinderen in hun leven mee kunnen maken. Bijvoorbeeld naasten die overlijden, scheidingen, trauma of mishandeling. We zien vaak dat juist de combinatie van diverse risicofactoren verantwoordelijk is voor het ontstaan van een depressie bij kinderen”.

Signalen

depressie bij kinderenEr ligt dus een belangrijke taak bij de school om depressie bij kinderen vroegtijdig te signaleren. Dit is echter lastig en complex. De leerling vertoont vaak vervormd gedrag om de depressieve gevoelens te verbloemen om confrontatie enschaamte te voorkomen. “De buitenwereld mag niets merken”, stelt Verheijden. “Dit vervormde gedrag kan internaliserend maar ook externaliserend van aard zijn. Bij internaliserend gedrag kun je denken aan zich terugtrekken en afzijdig houden. Dat gedrag valt meestal minder op dan de kinderen die gaan externaliseren. Die worden snel boos of zelfs gewelddadig. Door het opvallende gedrag denk je misschien niet meteen aan een depressie. Het is de kunst om door dit gedrag heen te kijken en de onderliggende problematiek en behoeften te zien. Veranderingen in het gedrag, zoals niet meer spelen of opeens terugtrekken of in woede uitbarsten terwijl de leerling dat normaal niet deed zijn altijd signalen om te onderzoeken wat er aan de hand is”.

Leerontwikkeling

Bij leerlingen waar de signalen aan de buitenkant moeilijk zijn af te lezen, kun je wel vaak signalen vinden in de leerontwikkeling en schoolresultaten. “Een depressieve leerling ervaart altijd in meer of mindere mate vormen van stress. Stress heeft een enorme invloed op ons brein en zorgt ervoor dat nadenken en redeneren moeilijk of onmogelijk wordt. Deze kinderen zien we dan ook afhaken in het leren. Ook hebben deze kinderen moeite met het aanspreken van de uitvoeringsfuncties, de executieve vaardigheden. Bijvoorbeeld het kunnen starten met een taak, het focussen, het beredeneren met het werkgeheugen etc. zijn dan allemaal zaken die voor het kind erg moeilijk worden”, licht Verheijden toe.

Niet alleen doen

En hulp en ondersteuning bieden? Dat moet je volgens Verheijden vooral niet in je eentje willen doen. “In alle gevallen is het heel belangrijk om hulp in te schakelen. Dit is niet iets dat je alleen kunt oplossen. Sommige leerlingen zullen het fijn vinden om te kunnen praten, anderen zullen hier geen behoefte aan hebben. Het bieden van een vertrouwenspersoon op school, zodat het kind weet dat de mogelijkheid er is zonder verplicht karakter is belangrijk”.

Of en hoe je klasgenoten en collega’s betrekt bij deze kinderen, moet ook van geval tot geval bekeken worden. “Dat is afhankelijk van de behoefte van de leerling. Sommige kinderen willen liever dat niemand het weet en anderen vinden het juist prettig, zodat er rekening mee gehouden kan worden. Het belangrijkste is dat iedereen om de leerling heen zorgt voor leuke momenten en plezier hebben, zonder een dwingend karakter. Het is van belang dat het kind zelf de keuze ervaart om hier aan mee te willen doen of niet”.

Gedrag en emotie

Ten slotte geeft Verheijden alvast een aantal tips voor het omgaan met depressie bij kinderen. “Of je nou leerkracht bent, begeleider of hulpverlener, er zijn een aantal zaken bekend die depressieve leerlingen kunnen helpen. Zo is het belangrijk dat de omgeving van een kind beseft dat de gedragingen van de leerling enkel een uitwerking zijn van zijn depressieve gevoelens. Het is een gevolg en niet de oorzaak. Wanneer de leerling steeds gecorrigeerd wordt op zijn gedrag kan het gedrag uiteindelijk wel veranderd worden, maar hiermee is de oorzaak nog niet verdwenen. Begrip is hierbij belangrijk. Ook kan men rekening houden met de manier van corrigeren op het inadequate gedrag, kind nabij in plaats van klassikaal. Wanneer een leerling voortdurend wordt gecorrigeerd op zijn gedragingen kunnen er schaamtegevoelens optreden. De gedragingen van de leerling zijn meestal ontstaan uit onmacht. De leerling weet zelf goed dat hij zich zo niet hoort de gedragen en krijgt steeds meer last van schaamtegevoelens. Het wordt vervolgens nagenoeg onmogelijk om hem dan nog te bereiken”.

Beschikbaar zijn

“Verder is het voor leerlingen belangrijk om te weten dat ze bij je terecht kunnen”, vervolgt Verheijden. “Veel leerlingen vinden dat prettig. Oplossingsgerichte gespreksvoering kan daarbij ook helpend zijn. Niet alle problemen die de depressiviteit veroorzaken zijn op te lossen. Een sterfgeval of scheiding kun je nu eenmaal niet terugdraaien. De oorzaak opzoeken en die ‘oplossen’ is vaak onmogelijk. Maar dat betekent niet dat het niet mogelijk is om depressieve gevoelens te verminderen. Oplossingsgerichte gespreksvoering kan een leerling helpen zijn situatie beter te accepteren en naar een doel in de toekomst te werken. En dat mag best een klein doel zijn. Een luisterend oor kan heel veel verschil maken”.

Afstemmen in het leren

Verheijden legt uit dat de behandeling via zogenoemde ‘hard skills’ in sommige gevallen ook helpend zijn. “Dat betekent concreet dat er wordt gewerkt aan een positief zelfbeeld van de leerling via het opdoen van succeservaringen in het leren. Het is dus van belang om als leerkracht zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van de leerling in het leren zodat de leerling zich competent voelt en succeservaringen opdoet. De kerntaak van het onderwijs -mits goed vormgegeven- kan veel bijdragen aan het ontwikkelen van positieve gevoelens. Zo kan het een tegenhanger voor onlustgevoelens en erger zijn. Vertrouwen, hoge, realistische verwachtingen en passende feedback zijn daarbij sleutelbegrippen”.

Leuke dingen

Soms kan het echter ook heel simpel zijn om depressie bij kinderen te iets te verlichten. “Doe dingen die het kind leuk vindt“, luidt het laatste advies van Verheijden dan ook. “Zodat het leert dat er ook momenten zijn waarop het wel leuk is en er even geen negatieve gedachten zijn. Dat vraagt afstemming per kind en zal bij het ene kind gemakkelijker te realiseren zijn dan bij het andere, maar het is wel de moeite waard om het te proberen”. Op het congres “Stemmingsproblematiek: verdriet, somberheid en depressie” zal hij zijn zienswijze en tips uitvoerig toelichten.

Sjoerd Verheijden, MSc
Sjoerd Verheijden, MSc

Sjoerd is werkzaam als trainer, coach en begeleider van leerkrachten. Hij studeerde pedagogiek en onderwijskunde.

Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen