Mensen met een verstandelijke beperking vinden moeilijk aansluiting
On 21/01/2016 by Redactie StandardIn de Nederlandse langdurige zorg staan participatie en inclusie volop in de schijnwerpers, en roepen tegelijkertijd allerlei vragen en discussie op: Wat betekent het als we mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische achtergrond willen laten participeren in de samenleving? Wat vraagt dat van hen, en wat vraagt dat van burgers zonder beperking? Kunnen wij elkaar echt ontmoeten? Hoe gaan we daarbij om met onderlinge verschillen?
Omgekeerde integratie
In zijn proefschrift doet Gustaaf Bos verslag van zijn promotieonderzoek naar wat er gebeurt tijdens ontmoetingen in ‘omgekeerde-integratiesettingen’: plekken waar personen zonder verstandelijke beperking buren worden van mensen met een verstandelijke beperking. Welke betekenissen geven de betrokkenen met en zonder verstandelijke beperking aan die ontmoetingen?
Gustaaf: “De kern van mijn onderzoek is dat wij met betrekking tot ontmoetingen in omgekeerde-integratiesettingen geneigd zijn om de confrontatie met ongemak en onophefbaar verschil te ontlopen”. Het ontwijken, negeren of onbesproken laten van de ongemakkelijke en verwarrende andersheid van mensen met een verstandelijke beperking vindt volgens Bos overigens niet alleen plaats op in directe ontmoetingen tussen individuen, maar ook op meso- en macroniveau, namelijk in de vorm van instellings- en overheidsbeleid.
Probleem niet exclusief bij mensen met een verstandelijke beperking
Een andere zienswijze, die het probleem daarom niet exclusief bij mensen met een beperking neerlegt, kan daarom nuttig zijn. Volgens Bos moet dit gedrag van mensen zonder beperking, geduid worden als een teken van onvermogen en – weliswaar in mindere mate – als teken van goede wil gezien worden omdat zij de confrontatie met de andersheid van mensen met een verstandelijke beperking in het dagelijks leven dikwijls proberen te voorkomen. “Meestal doen zij dit immers vooral omdat ze niet weten hoe zij op een alternatieve, wederzijds plezierige en constructievere manier zouden kunnen reageren op het onbehagen dat zij door de interactie met die ander ervaren. Zo bezien is er op het gebied van interpersoonlijke ‘kennis-making’ tussen de oorspronkelijke en nieuwe buurtbewoners dus nog veel te winnen”, aldus Bos. Wanneer de zorginstellingsvertegenwoordigers het zouden toelaten, aanmoedigen of er desgewenst bij zouden assisteren, bijvoorbeeld door persoonsgerichte communicatietips te geven, dan kan zo’n kennismaking tenslotte veel vruchtbaarder zijn. Maar is dat dan niet vanzelfsprekend? Bos stelt vast dat dat zeker niet overal het geval is. “Opvallend veel zorginstellingsvertegenwoordigers en ook diverse nieuwkomers geven aan dat zij zich hiertoe niet voelen uitgedaagd en gefaciliteerd door een heldere, overtuigende beleidsvisie van de instelling en de overheid”.
Instrumentele logica
De gecompliceerdheid van de ontmoetingen tussen mensen met en zonder beperking, zijn gelegen in uiteenlopende factoren. Op basis van zijn onderzoek stelt Gustaaf Bos vast dat de “instrumentele logica” in het leven van mensen met een verstandelijke beperking tot op zekere hoogte onvermijdelijk is. Met die instrumentele logica wordt bedoeld dat de zorginstellingen er veel aan gelegen is om te zorgen voor rust, regelmaat, veiligheid en preventie in de levens van mensen met een verstandelijke beperking. Dat heeft zowel voor henzelf als de mensen zonder beperking uiteraard positiev, maar zeker ook onwenselijke consequenties. Tegelijk is ook te zien dat zowel zorgverleners als nieuwkomers door de inzet van individuele overtuigingen, initiatieven, creativiteit en moed de soms verstikkende deken van protocollen en routines tijdelijk opzij kunnen schuiven, waardoor er verrassend veel ruimte ontstaat voor interpersoonlijke kennis-making en verbinding. “Daarbij lijkt de hedendaagse invulling van het burgerschapsideaal slechts zeer beperkte relevantie te hebben, omdat die invulling niet faciliterend is voor de omgang met een grote mate van afhankelijkheid, kwetsbaarheid en onvoorspelbaarheid, oftewel: voor datgene waar de instrumentele logica van de zorginstelling in het dagelijks leven haar handen vol aan heeft”, aldus Bos.
Verwarrende ‘andersheid’
Een ander obstakel in het tot stand komen van betekenisvol sociaal contact tussen mensen met en zonder beperking, is erin gelegen dat het onmogelijk is om na het waarnemen van een ander niet op zijn andersheid te reageren. Die andersheid trekt als eerste onze aandacht, vóórdat wij daar iets aan kunnen doen, en de manier waarop we ons vervolgens tot die ander verhouden moet beschouwd worden als een reactie op diens andersheid. De twee meest voorkomende bewuste reacties op de verwarrende andersheid van mensen met een verstandelijke beperking zijn ofwel assimilatie ofwel romantisering. “In beide gevallen staan we er echter onvoldoende bij stil dat onze ervaring met vreemdheid tijdens de ontmoeting met anderen vooral iets zegt over onze eigenheid, opvattingen, voorkeuren en sterke en zwakke kanten, en dat die ervaring ons niets leert over die anderen. Pas als wij erkennen dat verschil, andersheid en vreemdheid relationele begrippen zijn, kunnen we proberen om aansluitende antwoorden te zoeken op die onophefbare en voor ons onkenbare andersheid, in de wetenschap dat we die anderen daarmee nooit volledig en definitief recht zullen kunnen doen”, concludeert Bos.
Praktijk
Praktijkonderzoekers in de verstandelijk gehandicaptenzorg zouden, zo stelt Bos, mensen met een verstandelijke beperking dan ook vaker als ijk- en vertrekpunt van hun onderzoek moeten nemen.En de professionals die met deze doelgroep werken? Die zouden enerzijds voor meer tijd en aandacht voor dialoog tussen de verschillende belanghebbenden moeten zorgen en anderzijds meer moeten streven naar meer ruimte voor uiteenlopende manieren om met verschillen tussen mensen met een verstandelijke beperking en burgers zonder een dergelijke beperking om te gaan. Bos relativeert: “Dit alles echter in de wetenschap dat die ruimte altijd te weinig zal zijn en dat ontmoetingen met personen met een verstandelijke beperking altijd ook onze eigen twijfels, onzekerheden en tekortkomingen zullen blootleggen. Het gaat me echter om het belang van een aanhoudend streven om elkaar te leren kennen en elkaar recht te doen”. Werknemers in de verstandelijk gehandicaptenzorg zouden volgens Bos dan ook beter toegerust moeten worden om, hetzij samen met hun cliënten, hetzij zelf, beslissingen te kunnen maken waaruit in toenemende mate blijkt dat mensen met een verstandelijke beperking veel meer zijn dan een cliënt in een zorgsysteem.
Overheid, zorgaanbieders en -verzekeraars
Daarnaast wijst hij ook op de rol van de zorgaanbieders en -verzekeraars: “Er mag van zorgaanbieders verwacht worden dat zij in hun beleid meer kleur bekennen en hun keuzes niet alleen laten afhangen van de bekostigingssystematieken van zorgverzekeraars, maar vooral van een aanhoudende open dialoog met mensen met een verstandelijke beperking, familieleden, zorgverleners en buurtbewoners zonder verstandelijke beperking”. En de overheid? “Die dient zorgaanbieders niet louter af te rekenen op cijfers, checklisten en op de fysieke positie van hun woon- en zorgvoorzieningen, maar zou hen ook kunnen uitdagen om aan te tonen dat zij in hun beleid nadrukkelijk rekening proberen te houden met de perspectieven en ervaringskennis van de directbetrokkenen”.
Delen van het proefschrift “Antwoorden op andersheid” van Gustaaf Bos zijn te downloaden vanaf de website van de Vrije Universiteit.
Interessant artikel? Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over de integratie van mensen met een verstandelijke beperking? Dat kan in onze LinkedIn-groep.
You may also like
Archieven
- april 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013