
Arno Derikx spreekt op het congres over ouder-kind interacties over gehechtheid. Als mediapartner van het congres interviewde Blik op Hulp hem over zijn bijdrage.
Beschikbare volwassene
Het is onmogelijk om over ouder-kind interacties te praten, zonder het over gehechtheid te hebben. Dat de manier waarop ouders met hun kinderen omgaan, consequenties heeft voor de toekomstige gehechtheidsrelaties van het kind, is voor iedere hulpverlener vanzelfsprekend. Maar welke ingrediënten moeten er dan minimaal zijn om tot een goede hechting te kunnen komen? “Om tot gehechtheid te kunnen komen is minstens een voldoende beschikbare volwassene nodig waarmee het kind kan interacteren. Veilige gehechtheid ontstaat doordat het kind kan rekenen op een voldoende beschikbare en voldoende sensitief-responsief reagerende volwassene”, legt de jeugdhulpverlener uit. “En een ouder hoeft ook niet perfect sensitief en responsief te zijn. Als een op de vijf interacties slaagt, dan is dat al voldoende om te komen tot veilige gehechtheid”.
Zijns-gegeven
Vaak wordt gedrag dat voortkomt uit een problemen in de gehechtheid gezien als gedrag waarvoor een kind in een bepaalde situatie kan kiezen. Dat blijkt echter niet zo te zijn. Derikx: “Gehechtheid is een zijns-gegeven en is er altijd. Gehechtheidsgedrag is er bij stress, spanning, pijn, verdriet… kortom: als je de ander nodig hebt. Het is geen keuze, geen besluit dat wel of niet genomen kan worden, maar een must. Verbindingsverlangen is er altijd, waarbij het kind alles in het werk stelt om de volwassene aan zich te doen hechten. Het is geen kwestie van denken, willen, zin krijgen of wat dan ook. Zulk gedrag komt uit een veel diepere laag en hoeft op dat moment niets te maken te hebben met jou en de relatie die de ander met jou heeft”, aldus Derikx. “Gehechtheid is het basiswerkmodel in het brein over hoe de wereld in elkaar zit. Het één kan dus niet zonder het andere”.
Onveilige gehechtheid is geen stoornis
Een verstoorde ouder kind interactie op latere leeftijd kan op den duur van invloed zijn op de gehechtheid. Het is echter een hardnekkig misverstand om te denken dat een onveilige gehechtheid een soort stoornis is. Derikx: “Bij een stoornis hebben we het over reactieve hechtingsstoornis. Dat is echt hele andere koek dan een onveilige gehechtheid. Een onveilige gehechtheid is trouwens ook een prima werkmodel. Dat is namelijk een optimale oplossing voor een minder optimale omgeving. Het probleem zit hem dan ook vooral bij de desorganisatie en de ontregeling die het met zich mee brengt. Het brein van het kind gaat in de overlevingsstand en het gedrag dat daaruit voortkomt, wordt door de omgeving niet altijd als prettig ervaren. Maar dat neemt niet weg dat dat gedrag wel hartstikke functioneel is voor het kind”.
Lange adem
Als hulpverleners gunnen we ieder kind en iedere ouder een goede, veilige gehechtheid. Dat roept de vraag op hoe je als hulpverlener kunt bijdragen aan het ontstaan van de randvoorwaarden waarbinnen dat mogelijk is. Wat moet je doen en laten? “Hulpverlening die gericht is op gehechtheid moet zich realiseren dat beïnvloeding van gehechtheid een kwestie van een heel lange adem is met veel herhaling”, zo heeft Derikx in zijn werk ervaren. “Als je dat als hulpverlener niet waar kunt maken, dan zul je je extra moeten richten op de gehechtheidsfiguren rond het kind die dat wel kunnen. Wie staat er over vijf jaar nog steeds bij dit kind? Dikke kans dat jij als hulpverlener dat niet bent…”.
Tenslotte merkt Derikx op dat dit onderwerp vooral veel nuance behoeft. “In de loop van dit interview ben ik op bepaalde punten ‘kort door de bocht’ gegaan. De werkelijkheid is echter dat bijna alles wat ik gezegd heb nuancering nodig heeft”. In zijn bijdrage aan het congres over ouder-kind interacties zal Arno Derikx dan ook gedurende een uur in alle nuance stilstaan bij het hoe en wat van hulpverlening en ondersteuning bij ouder-kind interacties.

Arno is contextueel en systemisch opgeleid en is gespecialiseerd in de begeleiding van professionals binnen diverse hulpverleningsvormen waaronder ambulante- en residentiële pleegzorg. Hij werkt bij Hoeve de Kaolder als coach voor medewerkers van de Mutsaersstichting.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.