
Docent zijn op de middelbare school is stressvol. Af en toe een beetje druk kan weliswaar motiverend werken, maar langdurige stress heeft zowel negatieve gevolgen voor de gezondheid van de docent als voor de prestaties van leerlingen. Vooral beginnende docenten kampen met stress. Een groot percentage van deze beginners verlaat de beroepsgroep dan ook binnen vijf jaar. Zeker wanneer je weet dat er een lerarentekort is, is het vreemd om te zien dat de overheid steeds meer investeert in het aantrekken van nieuwe docenten, terwijl aan de andere kant een deel van de nieuwkomers al snel weer het bijltje erbij neergooit. Het proefschrift van Ruth Harmsen van de Rijksuniversiteit Groningen laat zien dat stress van beginnende docenten invloed heeft op hun lesgeven en hun besluit om het beroep al dan niet te verlaten. Daarnaast laat het ook zien dat we beginnende docenten effectieve ondersteuning kunnen aanbieden die, wanneer deze op juiste wijze wordt geïmplementeerd, stress kan reduceren.
Stressvol
Maar waarom wordt lesgeven in het voortgezet onderwijs dan previes als stressvol ervaren door mensen die nieuw zijn in het vak? “Dat komt met name door de hoge werkdruk, het gedrag van leerlingen en negatieve sociale aspecten zoals bijvoorbeeld een slechte relatie met collega’s”, stelt Harmsen. “Ondanks de voorbereiding op het beroep tijdens de lerarenopleiding worden veel taken zoals lessen plannen, lessen geven, toetsen maken en nakijken, mentor- en oudergesprekken door beginnende docenten als nieuw ervaren. Of ze hebben er nog weinig ervaring mee waardoor het langer duurt om ze uit te voeren. Wanneer nieuwe docenten de volledige verantwoordelijkheid krijgen om meerdere klassen per dag les te geven, maar daar nog niet veel ervaring mee hebben en onder andere nog aan het leren zijn hoe ze effectief kunnen lesgeven, is dat stressvol”.
Complexiteit onderschat
Leraar zijn vereist een bepaald niveau van professionele vaardigheden, zoals weten hoe je effectief moet lesgeven. Maar daarnaast zijn er ook organisatorische capaciteiten waarover een nieuwe docent moet beschikken. Daarwordt onder verstaan dat je moet weten hoe je binnen de context van een school moet werken. Harmsen: “De meeste beginnend docenten hebben die vaardigheden echter onvoldoende. Zowel de beginnende docenten als de scholen lijken de complexiteit en de duur van het leren beheersen van het beroep van leraar te onderschatten”.
Het onderzoek van Harmen richtte zich op de belangrijkste oorzaken van stress bij beginnende docenten. Harmsen concludeert dat hoge werkdruk leidt tot gevoelens van spanning en dat negatieve sociale aspecten leiden tot gevoelens van onvrede. “Daarnaast vonden we dat negatieve leerlingaspecten leiden tot negatieve emoties, spanning en onvrede. Bovendien vonden we dat gevoelens van onvrede sterk gerelateerd zijn aan het vroegtijdig verlaten van het beroep”. Negatieve emoties blijken ook sterk gerelateerd te zijn aan slechter lesgeven. “Met andere woorden, de ervaring van hoge stress bij beginners moet serieus genomen worden vanwege de negatieve gevolgen”, concludeert Harmsen.
Inductieprogramma’s
Het onderzoek van Harmsen toont ook aan dat inductieprogramma’s kunnen stress van beginnende docenten reduceren. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt dan ook niet voor niets dat beginnende docenten vanaf 2020 een driejarig begeleidingsprogramma dienen te volgen. “Het merendeel van de inductie-elementen bleek te helpen om bij beginners stress te reduceren. Wat hierbij van belang is dat het correct moet worden uitgevoerd”.
Verkeerd ingevoerd
En dat is niet vanzelfsprekend, want op een aantal scholen werden sommige inductie-arrangementen verkeerd ingevoerd. Harmsen illustreert: “Bijvoorbeeld werkdrukreductie, een reductie van 20% op de lesgeefuren van een beginnend docent, werd geïmplementeerd als reductie op de taakuren van de docent of als extra salaris. Intervisiebijeenkomsten werden georganiseerd op momenten dat de docenten andere verplichtingen of een vrije dag hadden. Daarnaast gold voor enkele docenten dat hun coach niet of nauwelijks tijd voor hun had terwijl ze wel graag gecoacht zouden willen worden. Met andere woorden, het aanbieden van een inductieprogramma alleen is niet genoeg, de elementen moeten juist worden geïmplementeerd om de beginnende docenten daadwerkelijk te kunnen ondersteunen”.
Goed met stress omgaan
Beginnende docenten blijven in het beroep als ze goed met de stress kunnen omgaan, goed worden ondersteund en lesgeven zien als het organiseren van het leren van leerlingen. “Effectieve manieren die de beginners gebruikten om met de stress om te gaan waren onder andere het stellen van grenzen aan het gedrag van de studenten, goede relaties met studenten hebben, proactief zijn, emotionele grenzen stellen en het gebruik maken van hun sociale netwerk”, concretiseert Harmsen. “Daarnaast waren afspraken met hun coach, observatie en feedback door de coach en werkdruk vermindering effectief. Bovendien hadden de docenten die docent bleven een hoog gevoel van bekwaamheid en beschreven ze het lesgeven in termen van het organiseren van leren van hun leerlingen”.
Tips voor de praktijk
Harmsen besluit met een aantal adviezen voor de praktijk:
- Werkdrukreductie kan worden geïmplementeerd door reductie van 20% op de lesgeefuren van de beginnende docenten tijdens de eerste drie lesgeefjaren te geven.
- Daarnaast kan werkdrukreductie worden gerealiseerd door de docenten geen mentor van een klas te laten zijn tijdens hun eerste lesgeefjaar.
- Ondersteuning van effectief lesgeefgedrag kan worden gegeven door de beginnende docent regelmatig te observeren en van feedback te voorzien.
- Effectief lesgeefgedrag kan daarnaast ondersteund worden door de beginner van een coach te voorzien die regelmatig met de docent afspreekt om opvattingen over lesgeven en het leren van leerlingen, ervaringen, vragen en zorgen te bespreken.
- Het ondersteunen van enculturatie in de school kan gedaan worden door de docent te informeren over de schoolcultuur en het schoolklimaat.
- Streef een gezonde balans tussen werk en privé na. Dit kan bereikt worden door duidelijke grenzen aan te geven met betrekking tot de hoeveelheid werkuren, tijd te nemen om weer op te laden, gebruik te maken van een sociaal netwerk op je werk en daarbuiten en werkdrukreductie.
- Spreek hulpbronnen aan die kunnen helpen bij het omgaan met ongewenst leerlinggedrag: stel duidelijke grenzen met betrekking tot het leerlinggedrag in de klas. Zoek hulp bij je coach en maak gebruik van je sociaal netwerk om je ervaringen, zorgen en vragen mee te delen.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.