
Het belangrijkste dat hulpverleners en leraren over suïcidaliteit moeten weten is volgens Dr. Derek de Beurs hoe ze het bespreekbaar moeten maken. Vooruitlopend op het online congres over suïcidepreventie, interviewde Blik op Hulp hem over dit beladen onderwerp.
Suïcidaliteit verkennen
Het bespreekbaar maken van suïcidaliteit blijkt in de praktijk niet eenvoudig. Het is een taboe onderwerp, zowel voor hulpverleners en leerkrachten als voor de cliënt of leerling zelf. Belangrijk bij het bespreken is om niet veroordelend te zijn, en niet direct naar oplossingen te zoeken. De Beurs: “Durf de suïcidaliteit te verkennen. Vraag hoe vaak mensen denken aan zelfdoding. Heeft iemand haast? Hoe concreet zijn de plannen? Door goed te luisteren en de wanhoop te verdragen geef je het signaal af dat het oké is om erover te praten, maar je laat ook merken dat jij daar als hulpverlener of docent niet van schrikt”.
Impliciete hulpvraag
Wat maakt het dan zo moeilijk om een hulpvraag tijdig te signaleren en te bespreken? Dat de hulpvraag vaak impliciet is, blijkt een belangrijke reden. “Mensen zullen niet zomaar over suïcidaliteit beginnen”, legt De Beurs uit. “Het is een onderwerp waar ze zich voor schamen. Het toegeven dat je zelf gedachten aan de dood hebt kan confronterend zijn voor mensen. Ze kunnen bang zijn voor wat jij als professional daarna gaat doen. Iemand kan bang zijn om voor gek verklaard te worden, of om zelfs te worden opgenomen”. De werkrelatie die je met de persoon in kwestie hebt, is volgens De Beurs cruciaal in dat proces. “Als je naar suïcidaliteit vraagt en je geen goede band hebt met je cliënt, patiënt of leerling, dan loop je het risico dat iemand niet eerlijk antwoord. Het is zo’n persoonlijk thema, dat iemand zich echt veilig en op zijn gemak moet voelen, wil hij eerlijk erover praten”.
Opleiding en ervaring
Behalve de werkrelatie, zijn ook de opleiding en ervaring van de professional cruciaal. De Beurs: “Praten over suïcidaliteit is iets wat je niet elke dag doet, en wat ook niet direct vanzelf gaat. Welke vragen kan je wel stellen en welke niet? Wat zijn goede zinnen om het gesprek te openen? Wat doe je als iemand inderdaad suïcidaal blijkt te zijn? Wanneer loopt iemand een risico om van gedachten naar gedrag over te gaan? Al dat soort dingen leer je tijdens een gespecialiseerde cursus suïcidepreventie. Ik deed zelf voor mijn promotie een onderzoek naar het trainen van GGZ-professionals in het omgaan met suïcidaliteit. Daaruit bleek dat zelfs ervaren professionals baat hadden bij een training suïcidepreventie als aanvulling op hun algemene opleiding en werkervaring. Het is en blijft een lastig onderwerp dat voor iedereen met veel angst en handelingsverlegenheid gepaard kan gaan”.
Partners, ouders en familie
Die angst en handelingsverlegenheid leeft niet alleen bij professionals. Voor partners, ouders en familie is het ongekend zwaar om een naaste te ondersteunen die met suïcidale gedachten kampt. “Neem ze daarom mee in het diagnose- en behandel proces”, bepleit De Beurs. “Iemand zit maar één uur per week bij een behandelaar of docent, maar de rest van de tijd bij zijn partner, ouders of familie! Door ze te betrekken bij de gesprekken met een suïcidale naaste weten ze beter hoe erg het suïcide risico is, maar ook wat ze zelf kunnen doen. Ze leren op welke waarschuwingssignalen ze moeten letten en welke woorden ze kunnen gebruiken om iemand beter te ondersteunen. Wijs ze ook op 113 zelfmoordpreventie, een plek waar ze zelf meer informatie kunnen vinden rondom suïcidaliteit”.
Kennis
Werkrelatie, angst, handelingsverlegenheid… Je basishouding ten opzichte van suïcidaliteit is dus belangrijk wanneer je werkt met iemand die last heeft van suïcidale gedachten. Maar beroepsmatige kennis is volgens De Beurs een minstens even belangrijk aspect. “Belangrijk is om geen risicolijstjes af te vinken. Juist bij suicidaliteit is écht contact belangrijk. Lijstjes staan dat onbedoeld in de weg”.
Geen geheimhouding
De Beurs benoemt ten slotte nog een aantal dingen die je niet moet doen in het contact met iemand die (mogelijk) suïcidaal is. “Onderzoek uit Engeland liet zien dat psychiaters vaak vragen: ‘Je denkt er toch niet over om jezelf wat aan te doen?’ Dat is een echte ‘don’t’. Gewoon niet doen. Patiënten zullen op die manier wel twee keer nadenken voordat ze daar eerlijk op antwoorden. Laat zien dat je met dit moeilijke onderwerp om kan gaan en dat je niet schrikt van de woorden van de patiënt. Beloof uiteraard niet gelijk alles op te lossen, maar neem de suïcidaliteit serieus. Ga ook niet akkoord met geheimhouding. Als professional kan je dit namelijk niet alleen oplossen. Dat moet altijd in samenspraak met naasten. Geheimhouding staat die samenwerking in de weg.
Verplicht onderdeel opleiding
Gevraagd wat hij zou willen veranderen ten aanzien van de manier waarop professionals met suïcidaliteit omgaan, onderstreept De Beurs het belang van scholing. “Op korte termijn is het alert zijn op suïcidaliteit van belang. Lees erover, leer erover en bespreek het in je praktijk. Op langere termijn zou ik graag zien dat suïcidepreventie een verplicht onderdeel wordt van BIG-opleidingen. Ook docenten op scholen zouden een verplichte module moeten volgen, net zoals ze nu een EHBO-training doen. Suïcidepreventie is zoveel breder dan de GGZ. Het zou echt heel goed zijn als er in de maatschappij meer kennis en begrip komt over dit onderwerp, dat helaas nog te vaak taboe blijkt”.
Op het online congres over suïcidepreventie, waar deelnemers vanaf 5 november 2020 een hele maand toegang toe krijgen, zal Derek een videocollege verzorgen met de titel “Zelfmoord als complex fenomeen”.

Dr. Derek de Beurs is hoofd epidemiologie bij het Trimbos-instituut en senior onderzoeker bij de afdeling klinische psychologie van de Vrije Universiteit. Hij spreekt dit jaar op het online congres over suïcidepreventie, waar Blik op Hulp mediapartner van is.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.