Gedragsverslaving en lage intelligentie
On 09/11/2021 by Redactie StandardGedragsverslaving is een relatief nieuw verschijnsel. Mede daarom is er nog weinig bekend over hoe je in de hulpverleningspraktijk om kunt gaan met deze problematiek bij mensen met een lage intelligentie. Dr. Neomi van Duijvenbode zal op het jaarlijkse congres over verslavingsproblematiek aan de hand van onderzoek en casuïstiek vertellen over gedragsverslaving bij mensen met een lage intelligentie, en hoe hiermee om te gaan in de rol van zorgprofessional. Vooruitlopend op haar bijdrage aan het congres, ging Blik op Hulp met haar in gesprek.
Lage intelligentie risico voor verslaving
Een gedragsverslaving is een verslaving aan het herhaaldelijk uitvoeren van een specifieke handeling; een gewoonte. De meest voorkomende gedragsverslavingen zijn gokverslaving, gameverslaving, social media verslaving en seksverslaving. Gedragsverslaving is, in tegenstelling tot middelenverslaving, nog een relatief nieuw begrip. Ook bij mensen met een lage intelligentie komen gedragsverslavingen voor, maar hoe vaak weten we volgens Neomi van Duijvenbode nog niet. “Het onderzoek naar gedragsverslavingen bij mensen met een lage intelligentie staat nog in de kinderschoenen. Dat betekent dat we voor nu vooral uit moeten gaan van onderzoek naar middelenverslaving bij mensen met een lage intelligentie. De cijfers hierover laten zien dat verslavingsproblematiek vaak voorkomt bij deze groep. Mensen met een lage intelligentie vormen zelfs een risicogroep voor het ontwikkelen van verslavingsproblematiek.”
Grotere gevolgen
Volgens van Duijvenbode komt dit verhoogde risico niet zozeer voort uit het vaker voorkomen van middelengebruik, maar meer doordat de gevolgen van het middelengebruik groter zijn. Bij mensen met een lage intelligentie schiet het middelengebruik sneller door in problematisch gebruik of in een verslaving. Ditzelfde geldt vermoedelijk ook voor een gedragsverslaving. “Dit heeft er enerzijds mee te maken dat algemene risicofactoren voor verslavingsproblematiek vaker voorkomen bij mensen met een lage intelligentie. Denk bijvoorbeeld aan negatieve levensgebeurtenissen, een beperkt sociaal netwerk, armoede of een lager opleidingsniveau. Risicofactoren die ook gelden voor mensen met een gemiddelde intelligentie. Anderzijds zijn er specifieke risicofactoren voor het ontwikkelen van een verslavingsproblematiek, die samenhangen met een lage intelligentie. Bijvoorbeeld verminderde probleemoplossende of sociale vaardigheden, moeite met het herkennen en reguleren van emoties of beperkingen in impulscontrole en uitstellen van directe behoeftebevrediging”, aldus van Duijvenbode. “Al deze risicofactoren samen zorgen ervoor dat het risico op verslavingsproblematiek groter is bij mensen met een lage intelligentie. Of dit nu verslaving aan middelen of aan gedrag is, dat maakt wat minder uit.”
Dubbel- en triple problematiek
In de praktijk lopen mensen met een lage intelligentie en een gedragsverslaving tegen het probleem van de organisatie van de zorg in Nederland aan. In Nederland is de zorg opgesplitst in verschillende sectoren, die ieder hun eigen specifieke doelgroep, specialisme en cultuur hebben. Door dit hokjesdenken krijgen mensen met een dubbeldiagnose (bijvoorbeeld een lage intelligentie en verslaving) of triple problematiek (een lage intelligentie, een verslaving en nog bijkomende psychische problematiek) niet altijd de juiste zorg. “Problematiek wordt hierdoor onvoldoende herkend, te laat pas opgemerkt, of verkeerd geïnterpreteerd. Het gevolg is dat hulpverlening onvoldoende aansluit. De gevolgen daarvan zijn groot: cliënten vallen sneller uit in behandeling, hulpverlening heeft minder of zelfs geen effect, en cliënten verliezen vertrouwen in hulpverlening”, vertelt van Duijvenbode.
Van het kastje naar de muur
Door de segmentatie van de zorg worden deze cliënten vaak heen en weer geschoven. De verstandelijk gehandicaptenzorg is van mening dat de cliënt bij de verslavingszorg thuishoort, omdat er sprake is van een verslaving. De verslavingszorg stuurt de cliënt weer terug naar de verstandelijk gehandicaptenzorg, omdat er immers sprake is van een lage intelligentie. Volgens van Duijvenbode is dit echt een misvatting. “Het klopt niet. Sterker nog, ik denk dat het juist andersom is: deze doelgroep past in beide sectoren. Dubbele problematiek vraagt dubbele hulp. Wat ik daarmee bedoel, is dat deze doelgroep de kennis, vaardigheden en expertise van beide sectoren nodig heeft. Dus niet over de schutting gooien, maar juist samenwerken.”
Maak kleine aanpassing in de behandeling
Het is volgens van Duijvenbode niet zo dat de behandeling van de verslaving bij mensen met een lage intelligentie heel anders moet worden aangepakt. Wel is het zo dat de hulpverlening om aanpassingen op de cliënt vraagt, zoals een aanpassing in het taalgebruik, de informatiedichtheid en een grotere nadruk op vaardigheden in plaats van cognitief inzicht. “Een tip voor begeleiders en behandelaren is om eens een kijkje te nemen op de website van het Kennisplein Gehandicaptensector. Als onderdeel van het project ‘LVB en middelengebruik in het vizier’ hebben Joanneke van der Nagel en ik onder andere kennisproducten gebundeld. Deze kunnen als inspiratie dienen voor professionals die werken met deze doelgroep.”
Preventie is volgens van Duijvenbode ontzettend belangrijk bij mensen met een lage intelligentie. “Voorkomen is beter dan genezen. In diezelfde lijn is tijdig ingrijpen bij gokken, gamen of schermgebruik belangrijk. Mensen met een lage intelligentie hebben moeite om ‘nee’ te zeggen en om maat te houden. Een beetje te veel kan sneller doorslaan naar veel te veel. De scheidslijn tussen ‘normaal’ en ‘problematisch’ is dun.”
De hulpverlener als rolmodel
“Een goede ondersteuning begint bij het herkennen, bespreekbaar maken en signaleren”, vertelt van Duijvenbode. “Zeker bij gedragsverslavingen kan dat lastig zijn. De kenmerken en gevolgen ervan vallen minder goed op, of zijn minder in het zicht van hulpverleners. Gamen en schermgebruik zijn bovendien voor veel mensen onderdeel van het dagelijks leven, wat signaleren ook kan bemoeilijken”. Van Duijvenbode raadt aan om het gesprek met de cliënt aan te gaan door interesse te tonen in de cliënt. “Doorgaans wordt dit alleen maar positief ontvangen door de ander, zolang het gesprek plaatsvindt vanuit een open, gelijkwaardige en niet-veroordelende houding. Daarbij wil ik ook een ander belangrijk punt aanhalen, namelijk de hulpverlener als rolmodel. Mensen leren onder andere door observatie. Begeleiders en behandelaren zijn daarmee bij uitstek personen van wie cliënten kunnen zien ‘hoe het hoort’ Wees je daarvan bewust: welke boodschap wil je uitstralen?”
Werk samen
Van Duijvenbode kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om een goede afstemming en samenwerking tussen de verstandelijke gehandicaptenzorg en verslavingszorg te vormen. “Zoek elkaar op. Maak gebruik van elkaars krachten, ervaring, kennis en vaardigheden. Een beetje ouderwets fierljeppen dus. Dat kan laagdrempelig, bijvoorbeeld door intercollegiaal overleg of gezamenlijke intervisie. Maar ook structureel door op directieniveau samenwerkingsverbanden aan te gaan.”
Op het jaarlijks congres over verslavingsproblematiek zal Neomi gedurende een uur stilstaan bij dit thema.
Dr. Neomi van Duijvenbode is een science practitioner die praktijk en onderzoek aan elkaar verbindt. Zij is GZ-psycholoog in opleiding tot specialist en als onderzoeker verbonden aan het Kenniscentrum van Trajectum. Zij promoveerde op de neuropsychologie van verslavingsproblematiek bij mensen met een LVB.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.
You may also like
Archieven
- april 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- september 2023
- augustus 2023
- juni 2023
- mei 2023
- april 2023
- maart 2023
- februari 2023
- januari 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juni 2022
- mei 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juni 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013