
Hans Pijp is psychiater bij MoleMann Tielens en werkt met de groep daklozen op Schiphol. Daar komt hij de nodige mensen tegen die last hebben van psychoses. Het belangrijkste probleem in het behandelen van hun problemen? “Dat ze vaak geen ziekte-inzicht hebben. Ze erkennen moeilijk dat ze een aandoening hebben, dat de symptomen die ze ervaren, te maken hebben met die aandoening en dat daar ook een behandeling voor mogelijk is”, zo zegt de sympathieke zielenknijper. Medewerking krijgen is bij gevolg dus ingewikkeld. “Mensen met psychoses willen meestal niet doen wat je als dokter wilt dat ze doen”.
Verbazing
Pijp kwam in zijn carrière in menig situatie terecht waarin mensen zonder enige vorm van ziekte-inzicht behandeld moesten worden en volslagen verbluft waren over het feit dat anderen hen blijkbaar “gek” vonden: “Er was onlangs iemand die bij zijn huis aankwam en voor zijn voordeur zijn familie aantreft, samen met een aantal vreemden, die hem zeggen dat hij niet meer naar binnen kan gaan. Ze gaven hem te kennen dat het een zooitje was en dat hij behandeling moest gaan volgen. Daarop zei die meneer dat het huis helemaal geen zooitje was, want hij woonde daar immers altijd met veel genoegen. Daarop stapt een politieagent naar voren en ontzegt hem de toegang. Uiteindelijk begint de man begint te schreeuwen en even later wordt hij opgenomen en is hij in zijn beleving ineens onterecht voor gek verklaard. Hij is zich er immers niet van bewust dat hem iets mankeert”.
Achterdocht
Behalve deze verbazing, speelt ook de uit een gebrekkig ziekte-inzicht voortkomende achterdocht een complicerende rol in het behandelen van mensen met psychoses. Pijp: “Als mensen een gebrekkig ziekte-inzicht hebben, dan moet je er niet van uit gaan dat de patiënt je als hulpverlener vertrouwt. Zij blijven van hun gezondheid overtuigd, ondanks overweldigend bewijs voor het tegendeel. Soms gaan ze door hun gebrek aan ziekte-inzicht zelfs denken dat de mensen die hen hiermee confronteren, samenzweren om hen te achtervolgen of kapot te maken”. Dat heeft volgens de psychose-expert dan ook implicaties voor de behandeling. Zo kunnen groepsbehandelingen problemen opleveren: “Als je zulke mensen in een psycho-educatie groep zet, dan gaan ze vaak denken dat al die mensen betrokken zijn bij een complot om hen voor gek te verklaren en op te bergen. Daar lijdt het constructieve karakter van zo’n groep dan al snel onder”.
Het consequent nemen van medicatie is om dezelfde redenen niet gebaat bij een mankerend ziekte-inzicht. Mensen met een psychose voelen immers vaak dat mensen om hen heen proberen hen ervan te overtuigen dat ze iets hebben, waarvan ze zelf vinden dat ze het niet hebben. “Zo bezien is het logisch dat ze niet bereid zijn om medicijnen te nemen”.
Ziekte-inzicht veranderen
De oplossing? Die is niet gelegen in het vergroten van het ziekte-inzicht, maar in het veranderen ervan. “Veel professionals die werken met mensen met psychoses proberen bij wijze van spreken ‘door het zieke-inzicht heen te gaan’, terwijl dat weinig zin heeft. Je kunt er beter omheen gaan”.
Pijp heeft daar een aantal concrete manieren voor, die hij zelf regelmatig in praktijk brengt. Zijn advies: “Duid de psychoses vooral als een informatieverwerkingsprobleem. Dat heeft gevolgen voor de betekenisgeving die mensen daaraan geven. Dat het voor een flink deel een informatieverwerkingsprobleem is, blijkt uit het feit dat mensen met psychoses alle prikkels om zich heen opmerken en daaraan een betekenis willen geven. Vaak nemen ze dingen ook heel letterlijk. Wat dat betreft lijkt het soms wat op autisme-symptomen”.
Een andere benadering om het ziekte-inzicht te passeren, is om in te spelen op het gevoel van ernstige overspannenheid bij mensen met een psychose en de verschijnselen dus op die manier te benoemen. Pijp: “Dat voelt niet als een zware term, want van overspannenheid kunnen we allemaal wel eens last hebben. Mensen zijn eerder bereid zoiets te accepteren dan de vaststelling dat ze een psychose hebben”.
Grote gemene deler in deze manier van om het ziekte-inzicht heen werken blijkt het benoemen van symptomen in plaats van syndromen: “Een syndroom benoemen wordt ervaren als een soort veroordeling of vonnis dat gevolgen heeft voor de rest van hun leven”.
Professionele nabijheid
De professionele distantie die hulpverleners aangeleerd krijgen, moet volgens Pijp afgeleerd worden voor het werken met mensen met een psychotische stoornis die geen ziekte-inzicht hebben. “Die hebben namelijk al afstand tot nagenoeg alle andere mensen om zich heen. Mensen met psychoses verliezen vaak vrienden omdat ze van hen vaak alleen maar horen dat ze naar een dokter moeten. Maar dat willen ze niet. Ze willen serieus genomen worden, of bescherming. In zo’n situatie moet je als hulpverlener juist de nabijheid opzoeken”. Die nabijheid wordt vooral tot stand gebracht door reflectief te luisteren, waarvoor hij dan ook een aantal handvatten benoemt.
Reflectief luisteren
De kunst van het reflectief luisteren naar mensen met weinig ziekte-inzicht is om als behandelaar of begeleider je interpretaties uit te stellen. Als je interpretaties immers niet overeen komen met de beleving van de patiënt, dan schept dat afstand. Pijp: “Als je tijdens iemands verhaal begrip wilt tonen door te zeggen dat je je voor zou kunnen stellen dat iemand ergens bang van wordt, maar diegene wordt daar eerder boos van, dan bereik je het tegenovergestelde van wat je wilde bereiken, namelijk meer distantie”.
Wat je dan wel zou moeten doen? “Om te beginnen een grondhouding aannemen waarin je laat blijken dat je ook niet alles weet. Dat maakt je betrouwbaar. En vraag vooral naar de feiten. Op basis van de feiten kun je namelijk een gesprek met elkaar aangaan over de manier waarop die feiten geïnterpreteerd kunnen worden. “Zo was er ooit een patiënt met weinig tot geen ziekte-inzicht die aangaf dat hij dacht dat hij een misdaad begaan had en de politie er een dossier over hem op na hield. Toen hij dat dossier opvroeg en een antwoord kreeg in een brief waar de verkeerde voorletters op stonden, zag hij dat als bewijs dat ze wel een dossier over hem hadden, maar dat onder een andere naam bijhielden. Daar tegenover kun je als hulpverlener dan stellen dat het ook zo zou kunnen zijn dat er juist geen dossier is omdat ze blijkbaar steeds handmatig het adres moeten overtypen en dan soms foutjes maken”.
Gemeenschappelijke doelen
Het praktisch werken aan gemeenschappelijke doelen blijkt een beproefde methode om op een constructieve manier de samenwerking aan te gaan met patiënten zonder ziekte-inzicht. Pijp: “Zo’n doel kan bijvoorbeeld zijn dat de patiënt beter leert omgaan met zijn of haar stressgevoeligheid of om uit de kliniek te blijven”. Behalve doelen die op symptomen gericht zijn, kunnen er ook doelen gekozen worden die op het leiden van een zo normaal mogelijk leven gericht zijn. Daarvoor is het immers ook niet noodzakelijk om verreikend ziekte-inzicht te hebben. “Daarbij kun je denken aan het krijgen van een betere woning, een baan of een relatie. Dat zijn prima doelen die je een patiënt kunt helpen nastreven”.
Drs. Hans Pijp sprak over ziekte-inzicht op een landelijke bijeenkomst over het werken met kinderen en jong volwassenen met psychoses. Dit artikel is op die bijdrage gebaseerd.
Goed artikel? Abonneer u dan op onze gratis nieuwsbrief en mis nooit meer iets!