Blik op hulp

Seksuele autonomie beschermt tegen seksueel geweld

Seksuele autonomie beschermt tegen seksueel geweld
maart 25
13:22 2021

Seksuele autonomie beschermt tegen seksueel geweld. Zeker als er een component van afhankelijkheidsproblematiek speelt. Over dit verband interviewden we lichaamsgericht psychosociaal therapeut Sabine Meulenbeld, die dit jaar een bijdrage verzorgt op het online congres over seksueel geweld.

Mythes

“Als we seksualiteit vanuit een positief kader benaderen, versterken we daarmee seksuele autonomie. Maar er heersen hardnekkige mythes die seksuele ongelijkheid in stand houden”, steekt Sabine Meulenbeld van wal. “We blijven vrouwen leren dat ze hun grenzen aan moeten geven en weerbaar moeten zijn. We blijven mannen leren dat ze de grenzen van de vrouw moeten respecteren. Maar een zin die ik in elke training die ik geef wel herhaal is: Hoe kun je je grenzen aangeven als je niet weet wat je wensen zijn? Zonder dubbele seksuele moraal zou het seksueel welzijn van álle seksen, er enorm op vooruit gaan. Daar hoort het recht op toegang tot juiste informatie over seks natuurlijk ook bij”.

Waarschuwende boodschappen

Waarschuwende boodschappen blijken erg populair bij zorg-, welzijns, en onderwijsprofessionals. “Maar die helpen niet goed tegen grensoverschrijding”, stelt Meulenbeld. “Als dat zo zou zijn, zouden de cijfers in de afgelopen decennia wel gedaald zijn. Het probleem is dat kennis over het alternatief op dit soort ‘rampenbestrijding’, maar mondjesmaat het werkveld in sijpelt. Dan is het vaak toch gemakkelijker om het over ‘grenzen aangeven’ te hebben: SOA’s voorkomen, zwangerschappen voorkomen, grensoverschrijding voorkomen. Die eenzijdigheid werkt victim-blaming in de hand. Je grenzen aan kunnen geven is nog nooit een motivatie geweest voor iemand om te vrijen met zichzelf of een ander. We zouden moeten vrijen omdat het leuk is, of om kinderen te maken. Niet om een ander te pleasen en zelf ongemak of pijn te verduren. Daarom moeten we kennis over het op kunnen doen van plezierige seksuele ervaringen normaliseren en grensoverschrijding van plegers problematiseren. Als we blijven doen wat we altijd hebben gedaan, krijgen we wat we altijd hebben gekregen”.

Seksueel trauma

Als we ons bij het behandelen van seksueel trauma hoofdzakelijk richten op het laten verdwijnen van een posttraumatische stressstoornis, doen we iets beter dan een paar jaar geleden. Maar we dweilen toch nog steeds met de kraan open. Zeker daar waar afhankelijkheidsproblematiek speelt. Je zorgt namelijk niet structureel voor minder seksueel geweld door de gevolgen te bestrijden. Je gaat ook niet automatisch na je EMDR behandeling van seks genieten. Het is aan ons professionals om dit gesprek proactief te agenderen. Weten hoe je lekkere seks kunt hebben is het fundament voor seksuele autonomie. En laat dat nou net een bepalende factor zijn in de bescherming tegen seksuele grensoverschrijding”.

Ongemak

Maar wat maakt het dan zo moeilijk om seksualiteit vanuit een positieve benadering te bespreken? Waarom doen we dat in de hulpverlening niet gewoon op die manier? “De oorzaak daarvoor kun je grofweg indelen in twee categorieën”, legt Meulenbeld uit. “Onze eigen ideeën over wat seksualiteit is en het ongemak om het ter sprake te brengen. Als het gesprek moet gaan over lekkere seks, komen we vaak niet verder dan het bevestigen van een aantal stereotypen op basis van heteronormatieve mythes die seksueel geweld juist in de hand werken. Dat is overigens niet de schuld van de behandelaren of docenten. Zelfs in de medische boeken blijkt misinformatie en een gebrek aan juiste informatie en eenduidigheid de norm. Zo bezien is het dan ook niet gek dat vorig jaar de clitoris pas anatomisch correct in de biologie stond. In Nederland? Ja, in Nederland! Het is een erfenis die ver voor onze geboorte begon”.

Taboes

Wat betreft het ongemak blijkt praten over fijne seks helaas omgeven met nog meer taboes dan praten over nare seksuele ervaringen. Hulpverlener en cliënt, patiënt of leerling blijken in de praktijk op elkaar te wachten om het initiatief te nemen. “Daardoor blijft het thema liggen. Daarnaast denken hulpverleners of docenten dat het niet aan hen is om dingen zo expliciet ter sprake te brengen. Praten over een gezonde leefstijl durven we wel als het gaat over bijvoorbeeld alcohol, drugs, beweging of mindfullness. Maar praten over fijne seks vinden we ineens privé. Terwijl er weinig aandoeningen zijn die geen invloed hebben op seksualiteit en er weinig seksuele problemen zijn die geen invloed hebben op het algehele welzijn”.

Seksuele autonomie bevorderen

De basis van preventie blijft volgens Sabine Meulenbeld om kennis en ervaringen mogelijk te maken die seksuele autonomie bevorderen. “Impliciete boodschappen zijn van cruciaal belang hierin. En wat we als volwassenen soms niet begrijpen is dat kinderseksualiteit geen volwassen kader kent. Dat we dat moeilijk vinden om te begrijpen blijkt wel uit de ophef rondom het programma Blootgewoon. Het gaat er over dat je lichaam in alle aspecten gewoon oké is. Zinnelijkheid, ongedwongen genieten van je lichaam, luisteren naar signalen zonder die onnodig te problematiseren omdat we niet met ons volwassen ongemak overweg kunnen. Ik moet altijd denken aan de dochter van mijn vriendin. Zij zat toen ze een jaar of acht was de hele vakantie in Frankrijk in het zwembad op haar dolfijn te rijden. Mijn vriendin besefte hoe belangrijk het was om haar dochter haar gang te laten gaan zodat ze een positieve en eerlijke relatie kon ontwikkelen met haar lijf. Zeggenschap over alle aspecten van je lichaam maakt weerbaar”.

Seksueel misbruik

Ingewikkelder wordt het wanneer er sprake is van seksueel misbruik. Bij seksueel misbruik spelen verwarring en loyaliteit altijd een rol. Dit zit effectieve heling in de weg. Slachtoffers maken een hogere kans om opnieuw slachtoffer te worden. Selfblaming en eenzaamheid daarin zijn eerder de regel dan de uitzondering. Het is belangrijk individu gericht te werken. Fasering is belangrijk, regie is belangrijk, erkenning is belangrijk, ontschuldigen is belangrijk. Onvoorwaardelijk kunnen zeggen: dit was niet jouw schuld, je hebt dit niet verdiend, het spijt me dat dit je is overkomen”.

In de ervaring van Meulenbeld blijkt lichaamsgericht werken, gecombineerd met psycho-educatie over plezierige seksualiteit, een effectieve combinatie om aan heling te kunnen doen.

Vanzelfsprekende plek

“Het zou mooi zijn als iedereen op de hoogte zou zijn van de ingrediënten voor positieve seksualiteit”, stelt Meulenbeld. “Helaas is mijn boek nog niet af. Tijdens het online congres over seksueel geweld zal ik nader in gaan op een aantal van deze ingrediënten om professionals een idee van handelingsrepertoire te bieden. Ellen Laan zegt daar ook hele zinvolle dingen over. Op langere termijn moet het cultiveren van seksuele autonomie een vanzelfsprekende plek krijgen op scholen en in spreekkamers. Zodat we niet alleen leukere seks hebben met onszelf en anderen, maar vooral dat de niet leuke seks geen grip meer krijgt op allen die ons dierbaar zijn”.


Sabine Meulenbeld begeleidde als lichaamsgericht psychosociaal therapeut elf jaar lang meiden met vragen en problemen op het gebied van liefde, seksualiteit en dwang. Nu traint zij zorg-, onderwijs- en welzijnsprofessionals die mensen begeleiden die met deze thema’s te maken hebben.


Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief!

Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.

Soortgelijke artikelen