
In de hulpverlening wordt het als gemeengoed gezien dat de werkrelatie een van de belangrijkste elementen in een effectieve behandeling is; het is de basis van waaruit je elke behandeling aanbiedt. We interviewden Dr. Aurelie Lange, die ook spreekt op het online congres over het werken met multiprobleemgezinnen, over de bijzondere invulling die het tot stand brengen van zo’n werkrelatie krijgt wanneer je werkt met gezinnen in plaats van individuen.
Overeenstemming over doelen
De werkrelatie bestaat uit de emotionele band tussen de behandelaar en de cliënt. De cliënt moet zich bijvoorbeeld veilig en gehoord voelen. Maar daarnaast gaat het om een werk-relatie. Dat betekent dat de cliënt en hulpverlener overeenstemming hebben over de doelen en over hoe deze doelen te behalen. “En dat is dus iets wezenlijk anders dan dat cliënten schoorvoetend instemmen met het behandelplan van de behandelaar. Het hebben van een werkrelatie betekent dat er actief samengewerkt wordt in het formuleren van de doelen en hoe die aangepakt gaan worden. Alleen als er sprake is van ‘shared decision making’, kun je pas de volledige motivatie en inzet van cliënten verwachten en zul je de grootste effecten behalen”, legt Aurelie Lange uit.
Balans en evenwichtigheid
Voor wie te maken heeft met gezinnen, is een gebalanceerde en evenwichtige werkrelatie nog belangrijker dan hoe sterk de werkrelatie is. Lange: “Als partners elkaar bijvoorbeeld de schuld geven van hun problemen en de therapeut gaat mee in de beeldvorming van de ene partner, dan kan de werkrelatie heel goed zijn met deze partner, maar zal de andere partner zich niet gehoord voelen. Daardoor kan een effectieve behandeling dan heel moeilijk worden.
Vier dimensies
De Utrechtse onderzoeker beschrijft dat de werkrelatie in gezinnen bestaat uit vier dimensies. “Naast de emotionele band en de samenwerking met betrekking tot doelen en taken, zijn er nog twee andere dimensies die het systemische aspect van het werken met gezinnen beslaan. Enerzijds is dat veiligheid, waarbij het belangrijk is dat alle gezinsleden zich in de samenwerking veilig en hoopvol voelen. Anderzijds is dat een gezamenlijk doel voor ogen hebben: gezinsleden moeten het gevoel hebben samen aan de behandeling deel te nemen en er gezamenlijk voor te gaan”.
Repareren werkrelatie
Ook stelt Lange dat het belangrijk is om te beseffen dat een werkrelatie fluctueert en dus niet altijd even sterk is. “Er gaan altijd momenten komen dat er een grote of kleine breuk is in de werkrelatie. Dat kan zijn omdat de cliënt zich niet kan vinden in het voorstel van de therapeut, maar bijvoorbeeld ook omdat de cliënt weerstand heeft tegen het bespreken van een onderwerp of uitproberen van een oefening. Als behandelaar moet je daar alert op zijn en telkens weer die relatie opzoeken. Ik denk dus dat het bij een werkrelatie niet alleen gaat over opbouwen en vasthouden, maar ook over repareren”.
Motivatie
De motivatie om gebruik te maken van hulpverlening blijkt eveneens een belangrijke factor. Niet alle cliënten zijn even gemotiveerd voor de behandeling. “Zeker binnen gezinnen waarin langdurige, complexe problemen spelen, hebben mensen vaak al zoveel behandelaren gezien dat ze de hoop op succes verloren hebben. Misschien zijn ze zelfs onder dwang of drang in behandeling. Ze doen dan wellicht mee aan de behandeling omdat het moet, maar zijn er niet echt gemotiveerd voor of vinden niet dat er een probleem is. In zulke gevallen is het natuurlijk lastiger om gezamenlijke doelen op te stellen en zal de behandelaar harder moeten werken om die aansluiting bij de cliënt te vinden”, aldus Lange. “
Ook is bekend dat cliënten vaak een andere visie hebben op de werkrelatie dan behandelaren. Als hulpverlener kun je dus het gevoel hebben dat de werkrelatie goed zit, terwijl deze mening niet gedeeld wordt door je cliënt. Veel behandelaren zijn uiteraard bezig zijn met die werkrelatie, maar het is niet altijd een onderwerp van gesprek is, terwijl het zo belangrijk is om regelmatig te checken of een cliënt zich nog kan vinden in de gang van zaken. Het is daarom belangrijk om regelmatig na te vragen bij cliënten hoe zij de werkrelatie ervaren”.
Reflectie op de werkrelatie
Het mag duidelijk zijn dat er behoorlijk wat factoren zijn die het moeilijk kunnen maken om een goede werkrelatie op te bouwen of te onderhouden. “De meeste hulpverleners hebben heel veel kennis, kunde en passie. En vaak ook een natuurlijke affiniteit om aansluiting te zoeken bij cliënten. Maar dat betekent niet dat het altijd vanzelf gaat, of dat het altijd zal lukken om die klik met een cliënt te creëren. Daarom is het belangrijk om op de werkrelatie te kunnen reflecteren, bijvoorbeeld door een opname van een sessie terug te kijken of een casus met een supervisor of collega te bespreken. Jammer genoeg zijn veel hulpverleners overbelast of ervaren ze een hoge werkdruk, waardoor er weinig tijd en ruimte voor reflectie is. Ook dat kan een obstakel vormen voor het bouwen en onderhouden van een goede werkrelatie”.
Belang werkrelatie bespreken
Ook voor cliënten blijkt het belangrijk om te beseffen dat een goede werkrelatie heel belangrijk is. Lange: “Pas als de werkrelatie goed is, voelen cliënten zich veilig om te bespreken wat hen bezighoudt en wordt er gewerkt aan de doelen die voor hen belangrijk zijn, op een manier die bij hen past. Hulpverleners kunnen daarbij helpen door met cliënten het belang van de werkrelatie te bespreken en door regelmatig met cliënten stil te staan bij de werkrelatie. Dat kan terwijl je sowieso al met elkaar in gesprek was, maar ook door middel van een meetinstrument of vragenlijst. Zo wordt er op dit moment, in samenwerking met jongeren, professionals en onderzoekers, een app ontwikkeld die onder andere daarbij kan ondersteunen. Daarnaast is het goed als organisaties actief aan cliënten de mogelijkheid bieden om van hulpverlener te wisselen als het niet lukt om een goede werkrelatie op te bouwen”.
Aan de bel trekken
Ten slotte spreekt Aurelie Lange de wens uit dat niet alleen professionals, maar ook cliënten zich bewust zijn van het belang van de werkrelatie en dat cliënten weten dat ze hierover aan de bel mogen trekken als ze ontevreden zijn. “Als het niet lukt om er verbetering in aan te brengen, dan mogen ze ook vragen om een andere hulpverlener. Ik zou echt wensen dat dat ook vanuit de zorginstelling mogelijk gemaakt wordt. Ook individuele hulpverleners kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Zij kunnen cliënten erover informeren en hen erin meenemen. Maar er ligt ook een rol voor zorginstellingen, om professionals en cliënten in dit proces te ondersteunen. Dat kan bijvoorbeeld door cliënten erover te informeren voordat de behandeling begint. Maar ook door tijd en ruimte te creëren voor die reflectie die zo belangrijk is”.
Op het online congres over het werken met multiprobleemgezinnen zal Aurelie Lange samen met haar collega Marije Eijgendaal in een videocollege ingaan op het werken met multiprobleemgezinnen waarbinnen delinquentie een thema is.
Daarnaast heeft ZonMw de afgelopen jaren verschillende onderzoeken gesubsidieerd naar de werkrelatie. Alle kennis uit deze onderzoeken is gebundeld in een filmpje en een factsheet voor cliënten en hulpverleners. Dit kan een handig hulpmiddel zijn, bijvoorbeeld om het gesprek hierover aan te gaan met cliënten tijdens de behandeling, of om cliënten vooraf over het belang van de werkrelatie te informeren.

Dr. Aurelie Lange heeft als onderzoeker gewerkt bij de Viersprong, een 3e-lijns GGZ instelling, met focus op systemische interventies. In 2018 is ze gepromoveerd op onderzoek naar Multisysteem Therapie. Momenteel is zij werkzaam in Engeland als onderzoeker bij Family Psychology Mutual.
Interessant artikel? Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief!
Mee discussiëren over dit en andere artikelen kan in onze LinkedIn-groep.